“We hopen dat zijn bezoek aan het land het bewustzijn over christenen in Irak zal vergroten. Het respect voor deze groep onder het Iraakse volk zal groeien”, vertelde de Chaldeeuwse katholieke aartsbisschop van Erbil, Bashar Warda, dinsdag aan de pauselijke stichting Kerk in Nood (ACN). Warda zal de paus ontvangen tijdens zijn bezoek aan Erbil op 7 maart. “De mensen in Irak weten weinig over ons. We hopen dat er meer besef komt dat wij geen gasten zijn, maar oorspronkelijke bewoners van het land.”
Bovenal hoopt aartsbisschop Warda dat de ontmoeting van de paus met het hoofd van de sjiieten in Irak, groot-ayatollah Ali Al-Sistani, positieve effecten zal hebben. “Irak heeft een sjiitische meerderheid. Al Sistani staat hoog aangeschreven als een man van vrede en als iemand die de alomtegenwoordige corruptie in het land veroordeelt. De ontmoeting van de twee mannen zal zeker een positieve invloed hebben op het beeld dat sjiieten van ons christenen hebben.” Ook de interreligieuze ontmoeting in Ur in Zuid-Irak is van groot belang, zei hij. “De paus die naar Ur gaat, dat wordt vereerd als het huis van Abraham, zal laten zien dat joden, christenen en moslims in Abraham een gemeenschappelijke vader hebben.”
Warda erkende dat er ook kritiek is op het bezoek. “Sommige religieuze fundamentalisten gedragen zich op sociale media vijandig tegenover de reis van de paus. Alles wat uit het Westen komt, wordt door hen beschouwd als een kruistocht. Voor deze mensen is de paus de koning der kruisvaarders, die als missionaris naar het land komt.” Vooral de jongeren in Irak weten echter dat paus Franciscus een boodschap van vrede en broederschap voor alle mensen brengt, aldus Warda. “De media hebben de afgelopen jaren vaak beelden van de paus getoond als hij sprak over Irak. Mensen hebben gemerkt hoe vaak en met hoeveel mededogen de paus heeft gesproken over de situatie in Irak. Hij wordt daarom verwelkomd als een gast van het land."
De aartsbisschop wuifde de vrees weg dat een verslechtering van de veiligheidssituatie als gevolg van terreur het bezoek, dat gepland staat voor 5-8 maart, in gevaar zou kunnen brengen of tot uitstel zou kunnen leiden. “Het enige dat kan leiden tot uitstel van het bezoek, is de pandemie. De paus heeft dat duidelijk gemaakt. De paus weet waar hij naartoe gaat. Hij komt bewust naar een gebied dat gekenmerkt wordt door oorlog en geweld om een boodschap van vrede te brengen.”
Christenen in het land zijn zich ervan bewust dat het bezoek onder pandemische omstandigheden met veel beperkingen gepaard gaat, legde Warda uit. “Natuurlijk hadden onze gelovigen graag gezien dat de paus meer plaatsen had bezocht. Maar iedereen begrijpt dat dit vanwege de situatie niet mogelijk is.” De laatste tijd is het aantal nieuwe besmettingen weer gestegen, zowel in Bagdad als in Erbil. Een tweede coronagolf bereikt naar verwachting eind maart het land, aldus Warda. Daarom zullen er strikte grenzen worden gesteld aan het aantal deelnemers aan openbare diensten. “Voor de grote Mis in het stadion van Erbil hebben we slechts 10.000 kaartjes uitgegeven, hoewel het plaats zou kunnen bieden aan 30.000 mensen.” Hij voegde eraan toe dat er ook plannen zijn om mensen te screenen op symptomen van corona voordat ze in de bussen stappen. “Niettemin is iedereen opgewonden dat de paus komt”, zei Warda.
De aartsbisschop noemde de samenwerking met de staatsautoriteiten in de Koerdische autonome regio uitstekend. “De autoriteiten nemen de veiligheid van de paus zeer serieus, met 10.000 veiligheidsmensen die voor het doel zijn ingezet. De media zullen de gebeurtenissen in hoge kwaliteit uitzenden. Dit toont aan dat er hier echt sprake is van coëxistentie. Ik hoor dezelfde boodschap uit Bagdad.”
Paus Franciscus zal de eerste paus ooit zijn die Irak bezoekt. Naast ontmoetingen met vertegenwoordigers van de staat en vertegenwoordigers van andere religies, zal het bezoek zich richten op de christelijke minderheid van het land. Na de bevrijding van Islamitische Staat (IS) en met hulp van Kerk in Nood zijn tienduizenden christenen teruggekeerd naar hun huizen, die ze in 2014 moesten verlaten na de opmars van de jihadisten. Kerk in Nood heeft de christenen van het land tijdens de jaren van hun vlucht en de daaropvolgende wederopbouw van door IS verwoeste huizen gesteund met in totaal meer dan 48 miljoen euro.