Paus bezoekt Slowaakse Roma: interview met een missionaris

vrijdag, 10 september 2021
Nieuws
Paus Franciscus zal tijdens zijn bezoek aan Slowakije van 12 tot 15 september de Roma-minderheid ontmoeten in Košice - de tweede grootste Slowaakse stad. Veel Roma leven er nog steeds aan de rand van de samenleving. Pater Martin Mekel, projectpartner van hulporganisatie Kerk in Nood (ACN), vertelt over zijn missie met de Roma, de geest van de Roma-bevolking en geeft zijn visie op het pastorale werk in een interview met Ján Tkáč van ACN Slowakije.
ACN-20210824-116080 web

Elk jaar komen massa’s toeristen hun tijd doorbrengen in een gebied genaamd Sigord bij het Domaša stuwmeer, een kunstmatig meer in de buurt van de stad Prešov in Oost-Slowakije. De toeristen reizen meestal via de hoofdweg om kleine dorpjes te vermijden en zo snel mogelijk hun bestemming te bereiken. Maar dat is niet de enige reden. In het land met 5 miljoen inwoners wonen zo’n 350.000 mensen die tot de Roma-minderheid behoren. Honderd jaar geleden leefde deze grootste etnische minderheid in Midden-Europa als nomaden, die hun brood verdienden als smeden, kappers en waarzeggers. Tot het communistische regime besloot hen met geweld te vestigen om hen tewerk te stellen in plaatselijke fabrieken en in staatsbedrijven. Ze werden ondergebracht aan de randen van de dorpen, of in de buitenwijken van de steden. Niets van dat alles werkte.

Sloppenwijken
Tientallen jaren na dit onnatuurlijke en soms wrede sociale experiment, in het begin van de jaren ’90, bevonden de Roma zich midden in de democratie en keken ze toe hoe de rest van het land zich krachtig ontwikkelde. De eindeloze cirkel van financiële overheidssubsidies, gebrek aan onderwijs, armoede, voorbarig seksueel gedrag, leidde tot een situatie waarin duizenden Roma in sloppenwijken in Oost-Slowakije wonen. Dat zijn de dorpen die de toeristen die naar het meer gaan proberen te vermijden. Niet alleen omdat het een onaangenaam uitzicht is, maar ook omdat sommigen vrezen dat kinderen, verspreid over het dorp, voor hun auto zullen springen.

Tussen die sloppenwijken, dicht bij het Domaša stuwmeer, woont pater Martin Mekel, een Grieks-katholieke priester, getrouwd en vader van drie kinderen. Hij leidt de Grieks-katholieke Roma Missie. Waarom heeft hij zijn leven gewijd aan de Roma? Nadat de vraag was gesteld, volgde al snel het antwoord: “Het was de Heilige Geest die me daarheen bracht,” lachte hij. “Ik heb er nooit aan gedacht om met de Roma te werken. Zelfs niet nadat ik op het seminarie in Prešov kwam.” Als seminarist werd hij echter benaderd door een jonge Roma-jongen uit een pleeggezin in hetzelfde dorp als pater Martin, met de vraag of hij gebedsbijeenkomsten hield. De Heilige Geest had zijn weg gevonden. “Zo begonnen we tijdens de zomervakantie samen te komen met enkele Roma-jongens in het dorp waar ik vandaan kom. Een vriend, een Salesiaan, vroeg me om hen te helpen met Roma-kinderen. En naarmate de tijd verstreek, kwam ik terecht in een dorp met 75% Roma mensen.” Blijkbaar was het niet gemakkelijk, want zijn ijver voor de Roma was nogal ontluisterend voor de autochtone Slowaken. “Ze waren dit simpelweg niet gewend. Er komt een nieuwe priester naar het dorp en plotseling zijn er Roma in de kerk, in het parochiehuis, overal… het was niet gemakkelijk,” zegt hij met zijn aanstekelijke glimlach en een sprankje in zijn ogen.

Dichterbij God
Mekel en zijn gezin staan in het hart van de Roma Missie gemeenschap. Zijn enige taak is nu om de Roma dichter bij God te brengen. In de wijk Sigord beheren ze een groot retraitehuis dat ze jaren geleden van de staat hebben gekregen. Het gebouw is oud, maar voorziet in de behoeften van veel mensen. Met de hulp van de weldoeners van Kerk in Nood hebben ze er een nieuw verwarmingssysteem voor water kunnen bouwen. Of het nu gaat om een spirituele retraite, een zomerkamp voor kinderen, of om gezinnen die op zoek zijn naar een betaalbare plek om uit te rusten in de zomer, het Sigordhuis is altijd een goede keuze. Degenen die de Grieks-katholieke Kerk, haar praktijk en de goddelijke liturgie kennen, zouden zich misschien afvragen of het de liturgie, de mystiek, de kleuren, of de oude hymnen zijn die een even oud Roma-volk – dat waarschijnlijk honderden jaren geleden vanuit India naar Europa kwam – dichter bij God brengen. Het lijkt van niet. Zoals pater Martin zegt: “De Roma voelen zich veel meer aangetrokken tot protestantse kerken dan tot katholieke riten. Ik heb zelfs enkele noodzakelijke en wettige wijzigingen in onze liturgie moeten aanbrengen omdat die voor hen te ingewikkeld was”, zegt hij en glimlacht opnieuw. En hij legt het meteen uit: “Het is… weet je… als je missionaris bent, kun je gewoon niet verwachten dat die mensen alles wat je wilt of zegt in één keer accepteren. Het is een proces.”

Geen cliënten
Over één ding is pater Martin zeker: “Het gaat om de relatie.” Hij legt uit dat de meeste NGO’s met de Roma’s werken als met ‘cliënten’. “Maar het zijn niet onze klanten, het zijn onze broeders en zusters. Er is door een of andere organisatie een enquête gehouden over wat Roma willen. Het was niet hoger onderwijs, meer geld of banen bij banken. Ze wilden goede relaties in hun families en gemeenschappen. En ze wilden ook geaccepteerd worden, ergens bijhoren, want heel veel mensen willen hen gewoon nergens zien.”

Pater Martin is nogal kritisch over wat er is gedaan om de Roma te ‘helpen’: “Jarenlang hebben we geprobeerd hen te veranderen, hen op te voeden, hen naar ons beeld te vormen. Ze zeggen zelf dat ze iets anders willen. Dus misschien is het tijd dat wij – Slowaken – verstandig worden en iets anders van hen verwachten”, zegt hij stellig. “Na al die jaren moeten we minder helpen en meer begrijpen. We moeten ophouden ‘assistenten’, ‘coördinatoren’, ‘hulpverleners’ te zijn en beginnen hun vrienden te zijn.” Hij aanvaardt inderdaad dat het onmogelijk is om iemand “geestelijk te voeden” als ze een stuk brood nodig hebben. “Dat is waar, maar in mijn geval wist ik vanaf het allereerste moment dat God mij niet roept om maatschappelijk werker te zijn. Ik heb veel mensen gezien die ‘sociaal werk’ deden, een burn-out kregen en dan vertrokken ze. Maar ik ben een priester, geen maatschappelijk werker.”

Kleine christelijke gemeenschappen
Het is geen verrassing dat het belangrijkste middel tot verandering datgene is wat velen “kleine gemeenschappen” zouden noemen. Een model dat decennia geleden in Slowakije is geplant en ontwikkeld door de Ondergrondse Kerk tijdens het communistische regime. Kleine gemeenschappen of groepen komen op regelmatige basis samen om te bidden, te delen, zichzelf op te voeden met de hulp van een priester of een catechist. “Niets bijzonders, eigenlijk,” zegt hij, “we bidden en onderwijzen, maar we doen allerlei activiteiten om hen een kans te geven hun talenten en mogelijkheden te gebruiken: muziek, theater, sport… Het is belangrijk dat ze alles zelf doen. Als ik een nieuw station wil bouwen, of een ontmoetingsplaats, vraag ik hen om het met mijn hulp te bouwen.”

Met het oog op het komende pausbezoek proberen pater Martin en zijn team de gelovigen aan te moedigen om de paus te ontmoeten. “Ze vinden het leuk dat de paus ons gaat bezoeken, maar velen van hen zijn bang voor inentingen.” Voorwaarde voor het bijwonen van de pauselijke evenementen in Slowakije is dat men een volledige vaccinatie tegen Covid-19 heeft ondergaan. Aan de andere kant zijn er veel Roma’s uit Oost-Slowakije die zich als vrijwilliger willen aanmelden voor of tijdens het pauselijke bezoek. “Ik denk en hoop dat het pauselijk bezoek aan de grote Roma-nederzetting in Košice [die Lunik IX. wordt genoemd] een langdurige invloed zal hebben op de verhoudingen tussen de Roma en de rest van de samenleving. Ik bid dat de Heilige Vader de harten van de mensen zal openen en de samenleving zal helpen inzien dat het noodzakelijk is onze Roma broeders en zusters te accepteren.”