Volgens de priester van de enige katholieke kerk in het gebied, pr. Mario da Silva, leven de inwoners van Gaza " alsof het een openluchtgevangenis is, omdat we niet weg kunnen. We kunnen geen familieleden bezoeken of buiten Gaza zoeken naar werk, medicijnen of goede ziekenhuizen."
De Gazastrook is een gebied van 141 vierkante mijl, onderdeel van Palestina, gelegen ten westen van Israël en de thuisbasis van 1,8 miljoen personen. Sinds 2007 is het bestuur geregeerd door de Islamitische beweging Hamas. Sinds Hamas aan de macht is, hebben Israël en Egypte een economische blokkade van de Gazastrook ingesteld, waardoor de stroom van personen en goederen wordt beperkt in een poging om raketaanvallen op Israël vanuit het territorium te beperken.
Situatie alleen verergerd
Pr. da Silva, priester van het Instituut voor het vleesgeworden Woord, herinnert zich dat toen hij in 2012 in Gaza aankwam de situatie al erg moeilijk was. "Na verloop van tijd zou je hopen dat de situatie beter zou worden, maar het wordt alleen maar erger. Inwoners hebben slechts drie uur per dag elektriciteit en er is een tekort aan drinkwater. De meeste inwoners van Gaza zijn werkloos. Degenen die werken, leven van ongeveer € 150-200 per maand. Het is echt een gevangenis. Mensen hebben geen geld en de situatie is vreselijk. Er heerst veel armoede.” De zware omstandigheden die aan Gaza zijn opgelegd, hebben geleid tot de uittocht van Palestijnse Christenen. "Elk jaar hebben Christenen één vergunning om de heilige plaatsen met Pasen en Kerstmis te bezoeken en velen van hen keren nooit terug.”
Prediken en werk bieden
Om het tij te keren, werkt de Heilige Familie parochie van de priester samen met 12 religieuze zusters, van de dienaren van de Heer en de Maagd van Matará, de Missionarissen van Liefdadigheid en de congregatie van de Zusters van de Rozenkrans. "We doen twee dingen: ten eerste prediken we Christus en het belang van christenen in het Heilige Land; we prediken het belang van vergeving en het dragen van het kruis, dat is wat we het meest proberen te doen.” De tweede vorm van hulp betreft projecten voor materiële bijstand: "Met de hulp van bijvoorbeeld de pauselijke missie of het Latijnse patriarchaat van Jeruzalem probeert de kerk meer dan 30 jongeren aan het werk te helpen, zodat zij niet vertrekken." Hij merkte op dat de parochie ook zorgt voor aanhangers van andere religies: "De christelijke gemeenschap is erg klein en er zijn 2 miljoen Moslims. Ze verkeren ook in grote nood. We hebben altijd de deuren van onze scholen en kerk geopend in tijden van oorlog, om wie op zoek zijn naar een vluchthaven op te nemen.”
Bedreiging van buitenaf
"Er is geen grote vervolging van Christenen," vertelt de priester. "Hoewel er nu veel angst is door het nieuws dat Islamitische Staat is binnenkomen, afkomstig van het Sinaï-schiereiland, in Egypte ... Er zijn al bedreigingen geweest. Er is ook angst voor Salafistische groepen die uit het zuiden komen", zei hij. “Maar wanneer we problemen hebben met Moslims die iets tegen de kerk willen doen, vragen we de regering om ons te beschermen en dat hebben ze gedaan."
De vreugde van Pasen werd dit jaar getemperd doordat Israël een lager aantal vergunningen verleende aan Palestijnse christenen om heilige plaatsen op hun grondgebied te bezoeken. “Dit jaar gaven ze slechts 300 vergunningen in plaats van de 700 die ze gewoonlijk toekennen. En dan alleen vergunningen voor kinderen en ouderen, de mensen die echt niet alleen kunnen reizen. Er gingen maar heel weinig mensen naar buiten”, klaagt hij. “Niettemin was er vreugde omdat Christus is opgestaan en omdat onze redding hiervan komt, wat veel belangrijker is dan ons materiële leven; maar op het menselijke vlak was het een zeer droevig Pasen.” De priester vraagt dan ook om gebed voor de Palestijnen en het Midden-Oosten.