Stradch is een klein dorp met 3.000 inwoners, ongeveer 25 kilometer van Lviv, in Oekraïne. Het dorp herbergt een Mariaheiligdom en is ook de plaats waar pater Mykola Konrad en lekencatecheet Volodymyr Pryjma martelaar werden. Afgelopen oktober wijdde de aartsbisschop van Lviv het nieuw gebouwde Pelgrimshuis in. Vanaf het begin van de Russische invasie opende dit huis zijn deuren voor vluchtelingen uit de oorlogsgebieden. De afgelopen zes maanden bood het onderdak aan meer dan 350 mensen. Vandaag is het nog steeds vol, met 50 personen, waaronder 19 kinderen in de leeftijd van zes maanden tot 16 jaar.
“Zonder busje is het eenvoudigweg onmogelijk om in de behoeften van de vluchtelingen te voorzien”, vertelt pater Ivan Koltun. De beheerder van het heiligdom had tot nu toe geen auto. “Maar wanneer de vluchtelingen aankomen op het treinstation moeten ze worden opgehaald, en wanneer ze besluiten terug te keren naar hun eigen huis, moeten ze met hun spullen naar het station worden gebracht. Zodra ze zich hebben gevestigd, hebben de nieuwkomers hulp nodig om alle noodzakelijke documenten te verkrijgen, wat betekent dat we naar de stad Yavoriv moeten reizen, die nog eens 35 km verderop ligt. Om de 50 bewoners te voeden, moeten bovendien grote aankopen van voedsel worden gedaan, wat bijna dagelijkse reizen naar Lviv betekent.”
In de toekomst zal het Pelgrimshuis niet alleen groepsretraites en pelgrims ontvangen, maar ook psychologische rehabilitatie bieden aan degenen die door de oorlog zijn getroffen. Dankzij de hulp van de weldoeners van Kerk in Nood heeft pater Ivan het nodige geld gekregen om een auto aan te schaffen, zodat hij degenen die dat nodig hebben beter van dienst kan zijn.
Vervoer van kinderen en humanitaire hulp
Een ander voorbeeld van de activiteiten van ACN op dit gebied is de hulp bij de aanschaf van een auto voor de kleine gemeenschap van Pallottijnse priesters in Bilohirya, in Centraal-Oekraïne. Het stadje had vóór de oorlog ongeveer 5.000 inwoners, maar de priesters bedienen ook een kleine naburige parochie in Yampil, 20 km van Bilohirya. Momenteel leven er echter 2.000 vluchtelingen in de regio. Daarom hebben de priesters hun klooster opengesteld voor de intern ontheemden. Meer dan 500 zijn al over de drempel gestapt. Momenteel herbergt het klooster 17 moeders en hun kinderen, die nergens anders heen kunnen.
Sinds 2012 beheren de priesters samen met de Benedictijnse missiezusters een tehuis voor 10 kinderen waarvan de ouders uit de ouderlijke macht zijn ontzet. Sinds de oorlog hebben ook slachtoffers van de oorlog er een huis gevonden. Zoals een 12-jarige jongen uit Konstantynivka, die zijn ouders verloor bij de beschietingen. Veel activiteiten vereisen vervoer, zoals het bezoek aan een kinderarts in de stad Khmelnytskyi, bijna 100 kilometer verderop.
De overste van de gemeenschap, pater Pavlo Goraj, reist als kapelaan vaak naar dorpen en steden dichter bij de frontlinie om pastorale en humanitaire hulp te verlenen aan de inwoners, vooral aan kinderen en jongeren. In april, toen hij terugkeerde van een reis naar Slobidka, waar tot voor kort zwaar gevochten werd, raakte hij betrokken bij een ongeval. De auto raakte onherstelbaar beschadigd en de dader vluchtte weg. In oorlogstijd lopen juridische procedures en verzekeringsuitkeringen grote vertraging op, en omdat het de enige auto van de priesters was, hadden zij dringend hulp nodig.
Het is in deze lastige omstandigheden dat de steun van weldoeners van Kerk in Nood een geschenk uit de hemel is voor velen.