Oekraïne: “Wij zijn voorbereid op een plotselinge dood”

maandag, 25 juli 2022
Nieuws
Met de escalatie van de oorlog in Oekraïne sprak Kerk in Nood met bisschop Pavlo Honcharuk van het Latijnse bisdom Kharkiv- Zaporizhzhia, waarvan de steden voortdurend onder vuur liggen. Een interview voor Kerk in Nood (ACN) door pr. Jurij Blazejewski.
Cathedral of Kharkiv used as warehouse due the war

Met een oppervlakte van meer dan 196.000 Km2 is het bisdom Kharkiv- Zaporizhzhia een van de grootste bisdommen van Europa, vergelijkbaar met het hele grondgebied van Syrië of Wit-Rusland. Het omvat dan ook bijna het hele grondgebied van Oekraïne ten oosten van de rivier de Dnipro. Momenteel valt het bijna 1.000 km lange oorlogsfront bijna geheel in het bisdom.

Kunt u de situatie in uw bisdom beschrijven, dat het voornaamste theater van deze vreselijke oorlog geworden is?

Onze Kerk is levend en actief. Priesters en gelovigen zijn op hun plaats, het gebed blijft stromen, evenals de dagelijkse liturgie in veel parochies. In sommige parochies meer dan in andere, afhankelijk van de plaats: waar oorlogshandelingen aan de gang zijn, of gebieden bezet zijn, is die mogelijkheid er niet. Toch dient onze Kerk het volk, de ouderen, en de kinderen, en helpt zij de soldaten die ons vaderland verdedigen.

Een paar maanden geleden beschreef u de situatie aan ACN als schok en pijn. Misschien was er aan het begin van de oorlog hoop dat hij eerder afgelopen zou zijn. Nu is het duidelijk dat deze nog lang kan duren. Hoe voelt u zich in deze vijfde maand van de oorlog?

De eerste schok is voorbij. De spanning is nu permanent. Wij zijn voortdurend in afwachting, vooral wanneer er beschietingen zijn en het onduidelijk is waar die zullen inslaan. Eergisteren was het zo’n 1000 tot 1200 meter, hemelsbreed, van ons vandaan. Gisteravond sloegen de bommen ergens heel dicht bij ons in. Ik weet dat ik de raket die op mij inslaat niet zal horen. Als ik dus een explosie hoor, betekent het dat ik nog leef. Wij zijn voorbereid op een plotselinge en onverwachte dood. Dat betekent dat wij vaak naar de sacramenten gaan, vooral naar de biecht. Het is een totaal nieuwe ervaring, een andere manier van leven. ‘s Morgens sta ik op en besef ik dat ik nog leef.

Het lijden voegt een gevoel van hulpeloosheid toe, omdat het je overweldigt. Het kwaad is zo groot en zo cynisch, dat het de groten van deze wereld van hun tronen doet vallen. Oorlogen zijn heel gemakkelijk uit te lokken, maar hoe kun je ze stoppen? Anderzijds zijn er ook grote tekenen van Gods tegenwoordigheid te midden van de wervelwind van deze oorlog; in de harten van de mensen die op verschillende plaatsen dienst doen als soldaten, medici, brandweerlieden, politieagenten, en ook in andere diensten. Door in de gezichten van deze mensen te kijken, kunnen wij getuige zijn van de grote, goddelijke liefdeskracht waarmee God hen bezielt.

Hoe is de situatie in Charkiv nu? Komen de mensen terug of vertrekken er opnieuw veel?

De situatie verandert voortdurend. Zo kan het gebeuren dat een man naar zijn appartement komt kijken, maar meteen weer vertrekt. Over het algemeen vertrekken de mensen vanwege de voortdurende beschietingen in Charkiv. Er zijn beschietingen voor de lunch, na de lunch, ‘s nachts. Wij zijn heel dicht bij de frontlinie, letterlijk twintig kilometer. Vóór de oorlog telde de stad Charkiv 1,7 miljoen inwoners. Op het ogenblik zijn het er ongeveer 700.000, minder dan de helft. Maar andere steden in het bisdom, zoals Sloviansk, Kramatorsk, of Bakhmut, zijn zeer gevaarlijke plaatsen en liggen in de eigenlijke oorlogszone. Vrijwel iedereen is al ontsnapt. Er zijn nog maar weinig mensen in die steden.

Hoe ziet het dagelijkse leven eruit in een stad die voortdurend onder vuur ligt?

De situatie van elk gezin of elke persoon is verschillend. Als iemands huis onbeschadigd is, heeft hij een plaats om te wonen, en als hij een baan heeft, heeft hij geld. Als het huis verwoest is, heeft de persoon nergens om te wonen. En als hij geen werk heeft, als zijn werkplek verwoest is, heeft hij geen geld meer. En wie dan ook nog gewond raakt…

Soms bezitten mensen alleen wat zij aanhadden toen alles met het huis is afgebrand. Daarom hebben sommige mensen kleren nodig, anderen schoenen, medicijnen of voedsel. Sommigen hebben gewoon steun nodig, en weer anderen een plaats om te verblijven of iemand die hun gezin in veiligheid brengt. Er liggen veel problemen en taken in het verschiet.

Hebben de mensen toegang tot de dingen die zij nodig hebben? Is er werk?

De verwoesting van de stad is berekend op ongeveer 15%. Dat is onherstelbare schade. Maar de infrastructuur van de stad werkt, zij kan de belasting weerstaan. De fabrieken en bedrijven die dat kunnen, blijven werken. De mensen erin hebben nog steeds werk, sommige diensten zijn helemaal naar andere Oekraïense steden overgebracht. Ook de ziekenhuizen en de gemeentelijke diensten, die verantwoordelijk zijn voor elektriciteit, gas, water, riolering, vuilnisophaaldienst, straatreiniging en openbaar vervoer, werken nog steeds. Het werkt allemaal. Als ze iets vernielen, zou je binnen vierentwintig uur niet eens weten dat er iets gebeurd is. De gemeentediensten ruimen alles op en brengen het weg. De brandweer, politie en andere diensten werken ook volledig. De mensen proberen normaal te leven, ook al is de oorlog zo aanwezig in onze stad. De scholen en universiteiten werken online.

En hoe zit het met de financiële situatie? Zijn er problemen met de banken? Zijn de winkels open?

Slechts enkele banken hebben hun filialen open. Ook werken alleen bepaalde geldautomaten. Voor het grootste deel blijven deze fysieke locaties gesloten om veiligheidsredenen. Maar de hele financiële sector werkt, bankpassen werken overal. Winkels zijn gedeeltelijk open. Ik was gisteren op de markt. Slechts de helft van de kramen is afgebrand. Waar kraampjes en kiosken het overleefd hebben, wordt nog steeds verkocht. Maar de mensen kunnen amper iets kopen omdat ze geen geld hebben. De mensen hier zijn niet rijk. De rijken zijn lang geleden vertrokken. Zij die van loonbriefje tot loonbriefje leefden zijn gebleven. Zij moeten elke cent tellen en zitten nu in een heel moeilijke situatie. Zelfs aan de kleren kan men zien dat zo iemand altijd een waardig leven heeft geleid, maar door de oorlog arm is geworden, of zelfs dakloos. Veel mensen zijn ook psychisch aangetast, anderen zijn verslaafd geraakt aan alcohol.

In sommige steden, ver van het front, negeren de mensen nu al het luchtalarm. Hoe zit het in Charkiv, zoeken de mensen dekking, of negeren ze de waarschuwingen en gaan ze gewoon door met hun leven?

In het begin van de oorlog reageerden de mensen meer wanneer er beschietingen waren, zij kwamen over het algemeen niet uit hun kelders en schuilplaatsen. Velen kwamen er helemaal niet uit, zij leefden daar voortdurend, en sommigen zijn tot op de dag van vandaag erg in paniek. Er zijn straten waar de mensen nauwelijks voelden dat de oorlog aan de gang is, want het was er volkomen stil. En er zijn ook buurten waar alles verwoest is. Ik zie dat de meeste mensen moediger zijn geworden, de vermoeide psyche begint het gevoel van gevaar te onderdrukken.

Hoe is de veiligheidssituatie?

De mensen blijven staan en praten als de beschietingen ver weg zijn, en als de granaten dichterbij gehoord worden, gaan ze uiteen. Maar als er twee of drie minuten niets gebeurt, komen de mensen weer naar buiten. Eergisteren reed een vader met zijn zoon in een auto. Zij waren naar de stad gekomen om papieren voor de universiteit in te dienen en waren op de terugweg naar huis. Plotseling trof een granaat rechtstreeks de auto. Er bleven wat brokstukken van de auto over, maar hun lichamen waren aan stukken gescheurd.

De mensen rijden door tijdens beschietingen. Sommigen zullen het halen, anderen niet. Maar laten we niet denken dat de mensen onverantwoordelijk zijn. Het gevaar duurt zo lang dat men op de een of andere manier moet leren om het te negeren, maar men moet ook nadenken en beslissingen nemen. Vroeger hadden de mensen het gewoon niet in de hand: dan renden ze weg, en dan gingen ze nadenken. Maar het is erg vermoeiend als je tien keer op een dag moet weglopen.

Uw bisdom is waarschijnlijk uniek, in die zin dat er mensen voor op de vlucht zijn, maar ook hun toevlucht in zoeken.

Sommige mensen uit Kharkiv of andere steden in de frontlinie trokken naar de dichtstbijzijnde dorpen – naar hun familie, of naar lege huizen daar. Maar toen zij zagen dat er geen einde aan kwam, trok een deel verder. Ook in het binnenland komen er veel moeilijkheden bij kijken om een plaats te vinden om te wonen en te werken. Naar het buitenland gaan, betekent echter dat alleen de vrouw en de kinderen kunnen vertrekken. De echtgenoten moeten op Oekraïens grondgebied blijven, vanwege de staat van beleg. Dit is een enorme klap voor het gezin, voor de echtgenoten, en veroorzaakt veel leed.

De mensen zijn voortdurend op reis. Sommigen vestigen zich ergens en krijgen een baan, voor anderen mislukt dit. Soms lijkt het alsof de mensen eindelijk gesetteld zijn op een nieuwe plaats en dan plotseling krijgen ze te horen: “Sorry, wij moeten u vragen ons huis te verlaten.” Het lot van elke verhuizing is verschillend, maar het is altijd moeilijk. Sommigen komen terug omdat zij zeggen dat het voor hen gemakkelijker is om onder vuur te leven, in gevaar, dan om als vluchteling te leven.

Wie ben je in deze situatie? Je hebt geen rechten, kunt niets plannen, hebt niets van jezelf. Je hebt altijd het gevoel dat je boven iemands hoofd zweeft en dat anderen je ook in de gaten houden. Het is psychologisch heel moeilijk. Als iemand het wil proberen, laat hem dan een maand lang zijn huis verlaten, en zichzelf uitnodigen in het huis van een ander, dan dat van weer een ander, dan van een derde, een vierde, altijd als gast, en steeds in beweging.

Hoe werkt de Kerk in uw bisdom met vluchtelingen en in eigen land ontheemde mensen?

Hier in Charkiv hebben we de paters Marianen en Caritas. Zij helpen ontheemden, want veel mensen die hun huis kwijt zijn, zijn naar de stad gekomen. Hier, niet ver van de grens, zijn gisteren in één dorp twintig huizen vernield. Russische troepen verwoesten onze Oekraïense dorpen gewoon, en dan vluchten de overlevenden naar de stad, omdat het daar niet meer mogelijk is om te leven. Ook komen er ontheemden uit naburige dorpen naar Kharkiv, hoewel Kharkiv nog elke dag onder beschietingen ligt.

Wij werken ook op andere plaatsen. We helpen door humanitaire hulp uit te delen, spullen voor kinderen, voedsel, luiers, of gewoon beschikbaar te zijn om te praten. Er zijn dergelijke gevallen in Poltava, Sumy, Konotop, Dnipro, en ook in Zaporizhzhia en Pokrovsk.

Wat zou u willen zeggen tegen de weldoeners die het mogelijk maken dat Kerk in Nood hulp stuurt naar Oekraïne en naar uw bisdom?

Ik dank u voor deze gelegenheid, en ik wil u allen, namens allen die hulp ontvangen, en ook namens mijzelf, hartelijk danken voor uw open hart en uw hulp. Het doet er niet toe of het veel of weinig was, wat belangrijk is, is dat u niet onverschillig bent gebleven voor onze situatie. Ik dank u oprecht! Moge God u zegenen!