Noorwegen: arme kerk in een rijk land

woensdag, 02 december 2020
Nieuws
Niet alleen het weer is hard en koud ten noorden van de poolcirkel, ook het religieuze klimaat is soms allesbehalve aangenaam voor de handvol katholieken die in de Noorse stad Harstad op het eiland Hinnøya wonen. Kerk in Nood (ACN) hielp de parochie bij de wederopbouw van de woonruimte van de priester en het parochiehuis, dat in 2015 door brand werd verwoest. Het is het meest noordelijke project van de internationale katholieke pastorale liefdadigheidsinstelling.
ACN-20201125-107448 Noorwegen noordelijke parochie

Pater Gunther Jäger groeide op in Neder-Beieren, wat nog steeds duidelijk blijkt uit zijn accent. Dat ondanks het gegeven dat hij meer dan de helft van zijn leven in Noorwegen heeft doorgebracht. Als jongeman sloot hij zich aan bij een klooster van de Kanunniken van Sint Augustinus in de Noorse stad Molde. Hij voltooide vervolgens zijn priesteropleiding in Schotland. Na zijn priesterwijding keerde hij echter niet terug naar het klooster, maar gaf hij er de voorkeur aan te als priester in een parochie te werken. Vijf jaar geleden werd hij naar St. Sunniva in Harstad gestuurd, dat ongeveer 250 km ten noorden van de poolcirkel ligt, wat het een van de meest noordelijke parochies op aarde maakt.

“We leven in een extreme diaspora,” zegt pr. Jäger, zonder een spoor van melancholie in zijn stem. Hij geeft wel toe dat de situatie niet gemakkelijk is. Harstad heeft zo’n 25.000 inwoners. Daarvan behoren er ongeveer 250, ofwel ongeveer 1%, tot het katholieke geloof. Er zijn minder Katholieken dan Moslims. Terwijl het gebouw voor het parochiehuis en de woonruimte voor de pastoor wordt verbouwd, neemt pater Jäger zijn intrek in een flat in het gebouw naast de kerk. Op de begane grond van dit gebouw bevindt zich een moskee. Ongeveer 75% van de inwoners van het land behoort tot de Evangelisch-Lutherse Kerk van Noorwegen, hoewel de meeste van hen alleen op papier lid zijn. De opkomst bij protestantse kerkdiensten is minder dan 1%.

De parochie is zeer divers. Slechts 10% van de gelovigen zijn inheemse Noren. De overige leden komen uit 51 andere landen van alle continenten behalve Australië. Onder hen bevinden zich veel immigranten die naar Noorwegen zijn verhuisd voor werk, bijvoorbeeld uit Oost-Europa, maar ook vluchtelingen uit Afrika en uit het Midden-Oosten. “Je kunt je voorstellen wat een enorme aanpassing het is voor deze mensen om ten noorden van de poolcirkel te leven”, vertelt pater Jäger. Hij geeft als voorbeeld de poolnacht, die half november begint en twee hele maanden duurt – een periode waarin de zon nooit opkomt. De diversiteit aan talen vormt ook een probleem. De parochie biedt zelf taalcursussen aan in het Noors en elke maand wordt een Avondmis in het Pools gehouden, weer een andere Mis in het Engels. De zondagse Bijbellezingen die tijdens de Mis worden gebruikt, zijn voor de parochianen in verschillende talen opgesteld.

Noorwegen mag dan een van de rijkste landen ter wereld zijn, deze rijkdom is voor de kleine gemeenschap van katholieken nauwelijks merkbaar. “We hebben niet eens de essentiële benodigdheden zoals liturgische middelen of boeken. We zijn een arme Kerk in een rijk land.” Die situatie is bovendien alleen maar verergerd door de huidige COVID-19-crisis. “We stellen het zeer op prijs dat Kerk in Nood catechetisch materiaal beschikbaar heeft gesteld in diverse talen, zelfs in het Farsi. En we zijn erg dankbaar voor de financiële steun bij de wederopbouw van onze parochie.”

Hoewel belangrijk, brengt de priester niet eens zoveel tijd door in deze kerk. Het grondgebied van de parochie strekt zich namelijk uit tot ver buiten de stadsgrenzen van Harstad. De parochie van St. Sunniva heeft in totaal bijna 1.000 leden, maar de afstanden tussen de leden van de parochie zijn vaak enorm. “Soms zit ik meer dan drie uur op de veerboot als ik op bezoek ga bij mijn parochianen. Op de meeste plaatsen hebben we geen eigen kerkgebouw. Meestal moeten we ruimte huren in de zalen van de protestantse kerken of andere faciliteiten om onze diensten te houden”, legt hij uit. Toch erkent pater Jäger dat de ongewone omstandigheden in zijn parochie ook voordelen hebben. “De geografische afstand tot de leden van mijn parochie mag dan groot zijn, maar daardoor voel ik me op persoonlijk vlak des te dichter bij hen. Ik heb bijna niets te maken met administratie of commissiewerk, maar ben direct betrokken bij het leven van de mensen. De kleine omvang van onze parochie geeft me veel tijd om te zorgen voor individuele behoeften en voor pastorale zorg.”