“Het ambt van de bisschop in Mongolië lijkt naar mijn mening sterk op het bisschopsambt van de vroege Kerk: we weten hoe de apostelen in de begintijd van het christendom getuigden van de verrezen Christus in omstandigheden van absolute minderheid ten opzichte van de plaatsen en culturen waar zij verbleven. Voor mij is het een grote verantwoordelijkheid die mij dichter bij de ware betekenis van de missie brengt”, vertelt de Apostolisch Prefect van Ulaanbaatar, Giorgio Marengo, over zijn ervaringen in het Aziatische land en over het evangelisatiewerk van de Kerk.
Herders met geur schapen
Pater Giorgio Marengo, die pas in augustus tot bisschop werd gewijd, kwam in 2003 met zijn confraters, de missionarissen van Consolata, naar Mongolië om pastorale zorg te verlenen aan de kleine gemeenschap van Arvaiheer in de regio Uvurkhangai. Ze ondersteunden hen met initiatieven en activiteiten die uitgaan van de noden en problemen van de mensen: naschoolse opvang, openbare douches, een handwerkproject voor vrouwen, een dagtherapiecentrum en een groep voor mannen met alcoholproblemen. “Het is ingewikkeld en soms hard werken, maar het ontmoedigt deze echte 'herders met de geur van schapen' niet, de missionarissen die hier wonen en getuigen van het Evangelie”, aldus Mgr. Marengo.
Wedergeboorte Kerk
De Mongoolse Kerk is jong en klein en leeft als het ware in de periferie, maar zij draagt liefdevol zorg voor 1.300 gelovigen op een totale bevolking van drie en een half miljoen. Het kleine aantal is omgekeerd evenredig aan de inzet en toewijding, gebaseerd op broederschap en harmonie aan de christelijke wortels van Syrische oorsprong die hier sinds de 10e eeuw bestaan en als het ware “bevroren” werden tijdens het Mongoolse Rijk.
“Eeuwenlang”, legt pater Giorgio uit aan Fides, “werd het christendom niet actief beleefd, vandaar dat men tegenwoordig bij de bevolking denkt dat het iets nieuws is dat de laatste jaren uit het buitenland is komen overwaaien. Vandaag zijn er acht parochies en een zestigtal missionarissen van verschillende nationaliteiten en congregaties die regelmatig samenkomen om samen problemen te bespreken, activiteiten te coördineren en nieuwe initiatieven te plannen. In 2022 vieren we 30 jaar wedergeboorte van de katholieke Kerk in dit grote Aziatische land”.
Geloofsopbouw
“Wat betreft degenen die het doopsel hebben ontvangen - benadrukt de religieus - is het noodzakelijk het werk van begeleiding en geloofsopbouw voort te zetten om de gelovigen te helpen groeien in het geloof: missie begint bovenal met diep luisteren naar de Heer die ons zendt, de Geest die in ons woont en ons vormt, en de mensen tot wie wij worden gezonden”. De missionarissen zijn mannen en vrouwen met een diepe spiritualiteit, die vanuit de gemeenschap met Christus de nodige wijsheid ontvangen die gebruikt wordt om zich in te leven in de gemeenschap: “Het is bijvoorbeeld belangrijk om de taal te leren - merkt de bisschop op - of om de instrumenten te verfijnen die het mogelijk maken om een relatie met de mensen aan te gaan, door te proberen te begrijpen wat voor hen de referentiepunten, de geschiedenis, de culturele en religieuze wortels zijn.”
“Er is een uitdrukking”, vertelt Mgr. Marengo, “die volgens mij goed de aard van onze missionaire inzet weergeeft, die ik hoorde van Mgr. Thomas Menamparampil, aartsbisschop emeritus van Guwahati, India. ‘Wij moeten het Evangelie fluisteren tot in het hart van Azië.’ Ik pas dit beeld graag toe op Mongolië: de verkondiging van het Woord van het Evangelie, met gefluister, is dus een voortdurend evangelisatiewerk dat vereist dat we een authentieke relatie met mensen aangaan; en op grond van deze authentieke vriendschapsrelatie kunnen we delen wat ons het dierbaarst is: het geloof in onze Heer Jezus Christus.”
Bron: Fides