Door John Pontifex
Twee christelijke mannen, Rashid Khalid en Azhar Iqbal, raakten samen met nog drie andere personen gewond nadat vier aanvallers op bromfietsen het vuur openden op mensen nabij een kerk in de christelijke wijk Essa Nagri in de stad Quetta.
Pamflet: genocide tegen Christenen
De aanslag van vorige week zondag volgde amper twee weken nadat vier leden van hetzelfde gezin in de buurt van het huis van een van hun familieleden in de stad, aan wie ze met Pasen een bezoek hadden gebracht, werden neergeschoten. De dodelijke slachtoffers, die luisterden naar de namen Parvaiz, Kamran, Tariq en Fordous, hadden volgens nieuwsberichten pas kort daarvoor het huis verlaten om ijs te gaan kopen, toen ze het doelwit werden van de aanslag. Volgens een missiegroep in Pakistan lieten de aanvallers een pamflet achter op de plaats van de misdaad waarin ze de moord als “de eerste episode van een genocide tegen de Christenen” beschreven. IS eiste de verantwoordelijkheid voor beide aanslagen op.
U staat ons terzijde
In een interview met de pauselijke stichting en internationale hulporganisatie Kerk in Nood, die zich inzet voor vervolgde en lijdende Christenen, verklaarde aartsbisschop Sebastian Shaw van Lahore: “De gelovigen in Quetta zijn diep bezorgd en verontrust.” Al dit leed en al die pijn kunnen echter door het geloof worden overwonnen, zodat hij alle mensen bij monde van Kerk in Nood opriep om voor “vrede en harmonie te bidden, zodat de mensen van alle religieuze gemeenschappen in Pakistan vreedzaam en harmonieus kunnen samenleven. Als we zien dat de ene gruwelijke daad na de andere wordt gepleegd, zijn wij ten zeerste aangewezen op de spirituele gemeenschap met de vrienden en weldoeners van Kerk in Nood”. Hij voegde eraan toe: “Wanneer wij in de verleiding komen om de hoop te verliezen, worden wij er door uw medeleven en uw gebeden aan herinnerd dat u bij ons bent en ons terzijde staat.“
De aartsbisschop riep ook op om de politiebescherming te verhogen: “De regering moet een grotere veiligheid waarborgen, zodat de mensen in veiligheid en beschermd naast elkaar kunnen wonen.“ De christenen in Quetta vormden ook in december het doelwit van aanslagen, toen twee zelfmoordterroristen tijdens een druk bezochte mis op Kerstdag de methodistische Bethel-kerk bestormden. Daarbij vielen er elf dodelijke slachtoffers en raakten er meer dan 50 mensen gewond.
In oktober van verleden jaar gooiden extremisten een granaat naar een protestantse kerk in de stadswijk Arbab Karam Khan Road in Quetta. Aangezien de gelovigen het kerkgebouw al hadden verlaten, vielen er daarbij gelukkig geen gewonden. In dezelfde maand werd Pakistan in het tweejaarlijkse rapport van Kerk in Nood “Persecuted and forgotten?” (Vervolgd en vergeten?), over de christenen die in verscheidene delen van de wereld wegens hun geloof worden onderdrukt, als een land met een toenemende religieuze vervolging bestempeld. Pakistan is een prioriteitsland voor Kerk in Nood.