Kerk in Congo-Brazzaville bruist van hoop en kracht

maandag, 28 mei 2018
Persoonlijk verhaal
Omdat er lange tijd een communistisch regime aan de macht was, werd het geloof in Congo-Brazzaville jarenlang onderdrukt. Nu doet de Kerk in het Afrikaanse land nieuwe krachten op om haar vele uitdagingen te overwinnen. Kinga von Poschinger, vertegenwoordiger van Kerk in Nood voor Congo-Brazzaville bezocht het land om de situatie met eigen ogen te aanschouwen. Monica Zorita vraagt haar in een interview met welke uitdagingen de inwoners op dit moment worden geconfronteerd en welke projecten Kerk in Nood er steunt.

Wat waren de voornaamste redenen voor uw reis?
Het bezoek aan Congo-Brazzaville was voor Kerk in Nood om verscheidene redenen een prioriteit. Omdat het land gedurende vele jaren door een communistisch regime werd geregeerd, was het geloof van zijn volk volledig naar de achtergrond verschoven. Er moet zeker een terugkeer naar het geloof worden bewerkstelligd. Het komt erop aan het geloof uit zijn isolatie te halen en het aan te moedigen. Het laatste bezoek van Kerk in Nood aan dit land dateert van 2002. Van ons bezoek nu en van de nieuwe projecten die op stapel staan, verwachten wij een grote stimulans voor de Kerk en voor de samenleving.

Hoe is de toestand op dit moment in het land, dat ook als het “kleine Congo” bekendstaat?
Net als talrijke andere landen in Afrika kampt het land met een bijzonder moeilijke economische toestand. De mensen leven in armoede in landen waar ze rijk zouden kunnen zijn. De regio waar het bisdom Impfondo zich bevindt, ligt in het noorden van het land, midden in het oerwoud. Vele huizen zijn van leem gemaakt. In die streek zijn er talrijke rivieren en een zeer weelderige plantengroei, wat de mobiliteit bemoeilijkt. Meestal hebben de mensen een kano nodig om zich te verplaatsen. Soms kan ook een auto worden gebruikt als de toestand van de wegen dit toelaat. Dit is een van de armste streken van het land. Het zuiden van Congo-Brazzaville, vooral Point Noire, is rijk aan aardolie. De daling van de aardolieprijs en de corruptie hebben het Afrikaanse land echter in een diepe crisis gestort en de gevolgen daarvan zijn voor iedereen duidelijk voelbaar. Het is vanzelfsprekend dat dit tot onrust en bezorgdheid leidt. Dankzij de hoop die zo typisch is voor het Congolese volk, worden de problemen echter overwonnen. Dit geldt in het bijzonder voor de katholieke gemeenschappen waar de familie een zeer grote rol speelt en waar gemeenschapszin en onderlinge hulp geen ijdele woorden zijn.

Welke godsdiensten zijn in Congo-Brazzaville het meest verspreid?
Hoewel de Republiek Congo officieel een seculier land is, belijdt een groot deel van de bevolking de christelijke godsdienst. Een aanzienlijk deel van de inwoners zijn aanhangers van animistische godsdiensten en een minderheid is moslim. Onder de christelijke bevolking, behoren de meesten tot evangelische pinkstergemeenten. Slechts ongeveer 30 tot 35% van de mensen zijn katholiek. De Congolese katholieken worden gekenmerkt door een zeer levendig en blij geloof. De religieuze feesten zijn hier echter wel rustiger dan in andere Afrikaanse landen. Daaraan hecht bisschop Bienvenu Manamika Bafouakouahou van het jonge bisdom Dolisie veel waarde, omdat hij een groot belang hecht aan innerlijk gebed en stilte.

De Kerk in Congo-Brazzaville telt op dit ogenblik negen bisdommen, waarvan er twee in 2013 werden opgericht. Daarnaast is ook voorzien om in de komende jaren nog andere nieuwe bisdommen te stichten. De bestaande bisdommen bestrijken immers een bijzonder groot grondgebied en bijgevolg is het voor de zeer weinige bisschoppen moeilijk om de gelovigen te bereiken.

Met welke bijzondere uitdagingen wordt de Congolese Kerk geconfronteerd?
Dat zijn er heel wat: armoede, de sterke groei van de pinkstergemeenten, de vrijmetselarij, exorcisme, de minachting van de lokale animistische godsdiensten voor het katholieke geloof… Daar moet nog worden aan toegevoegd dat de parochies ten dele zeer ver uit elkaar liggen zodat vele priesters zich alleen gelaten voelen en daardoor soms de oorspronkelijke zin van hun roeping en van hun missie uit het oog kunnen verliezen. Daarom zou Kerk in Nood, onder andere door middel van spirituele retraites of voortgezette opleidingsprojecten zowel voor jongere als voor oudere priesters willen helpen. Het is de bedoeling dat ze daardoor spiritueel opnieuw sterker worden en de nodige krachten opdoen om hun opdracht te vervullen.

Welke andere projecten overweegt u na uw bezoek aan Congo nog?
In Congo is er maar één priesterseminarie. Wij zouden graag met de lokale docenten de focus richten op het herkennen van de ware, authentieke roeping. Dit zou onder andere kunnen gebeuren door een betere opleiding aan te bieden aan de priesters die daar les geven. Bovendien hebben wij vastgesteld dat het aan middelen ontbreekt voor de evangelisatie. Het gaat hierbij zowel om religieuze literatuur, zoals missalen, als om boten die nodig zijn om sommige dorpen te kunnen bereiken. Daarnaast moeten ook een aantal woningen van priesters en zusters worden gerenoveerd. Velen van hen leven in erbarmelijke omstandigheden en soms beschikken ze zelfs niet over drinkwater.

Welke boodschap van hoop brengt u van uw Congoreis mee?
We waren vooral onder de indruk van het werk, het licht, de goedheid en de hoop van mensen als bisschop Manamika Bafouakouahou. Hij bruist van kracht. Hij wil het land helpen om vooruit te komen, hij wil zich inzetten om alle problemen waarmee de mensen te kampen hebben één na één op te lossen. Hij heeft een diep geloof en zeer duidelijke ideeën van hoe dit moet gebeuren. De bisschop gaat de straat op om met de mensen te spreken. Hij organiseert ook “evangelisatieweken“ waaraan duizenden mensen deelnemen die hem willen horen spreken.

Welke ogenblikken tijdens de reis waren bijzonder emotioneel of ontroerend?
We hadden een heel mooie ervaring in het bisdom Impfondo. Daar werd de eerste mis van drie nieuwe priesters gevierd die al op 6 januari tot priester waren gewijd. Er werd een ceremonie gehouden met een traditionele dans, waarbij van planten gemaakte kettingen rond de nek en het middel van de geestelijken werden gebonden. De andere gelovigen droegen traditionele klederdracht. Ze dansten met bezems die van twijgen waren vervaardigd als symbool van eenheid, flexibiliteit en weerstand. Wij waren zeer onder de indruk van de vreugde en de fierheid die de mensen voelden voor de drie pas gewijde priesters ondanks al het leed dat ze hebben meegemaakt en de problemen waarmee ze kampen.