Bambari
Volgens Aurora Mele van de vluchtelingenorganisatie JRS is de situatie in Bambari, de tweede stad van de Centraal-Afrikaanse Republiek, dramatisch. Er is geen water, voedsel of medicijnen. Kinderen kunnen geen scholen bezoeken. “Er is hier een mix van strijders. De Anti Balaka’s bevinden zich op de linker oever van de rivier, de voormalige Séléka op de rechter. De twee groepen brengen criminele bendes voort die de chaos uitbuiten om rijk te worden door plunderingen.” De botsingen tussen de facties hebben al veel mensen het levens gekost en, doordat de bevolking vlucht, ook stress en de plundering van in de steek gelaten huizen. Ten minste een derde van de aanwezige NGO’s heeft de stad verlaten. Anderen hebben het personeel tot een minimum beperkt. De meeste internationale NGO’s zijn op één plek samengekomen om hun beveiliging beter te organiseren. Ook JRS is door milities aangevallen en geplunderd. Jean François Alain Ospital van JRS: “Onze basis is volledig geplunderd en we hebben niet langer de mogelijkheid om personeel naar de basis te sturen, deels vanwege de voortdurende situatie van onveiligheid.”
Ondanks de vele moeilijkheden werkt de Katholieke Kerk door. "Een groot deel van de religieuzen is daar gebleven, maar bleef bedreigingen ontvangen", vervolgt Ospital. "Een gemeenschap van zusters is gebleven en blijft een school runnen. Ook de leiders van het bisdom zijn gebleven om activiteiten voort te zetten. Zo verzorgt Caritas nog steeds de distributie van voedsel aan ontheemden, water, hygiëne en latrines, en wordt het onderwijs op de Michel Maitre school voortgezet. De bisschop is tijdens momenten van crisis steeds in Barbari gebleven.” De vredesmacht van de Verenigde Naties heeft inmiddels een aantal buurten onder controle gekregen, maar de VN-patrouilles worden nog steeds vaak aangevallen door gewapende groeperingen.
Bangassou
Na eerdere bedreigingen en agressie, waaronder brandstichting van huizen in veel wijken van de stad Bangassou, heeft het gelijknamige bisdom haar scholen ook weer geopend. Ondanks de dreiging van nieuw geweld bezoeken priesters de verwoeste dorpen om les te geven aan ruim 2.000 ingeschreven leerlingen. De leerlingen van verschillende religieuze achtergrond, Christenen en Moslims, worden bewust in dezelfde klas geplaatst om de situatie te normaliseren. “We hopen dat dit ouders kan aanmoedigen om prioriteit te geven aan de toekomst van hun kinderen in plaats van de conflicten te bestendigen”, aldus bisschop Aguirre tegenover Kerk in Nood. “We denken dat dit project zo kan bijdragen aan verzoening en sociale cohesie in het bisdom tussen leden van alle religies.”
Kerk in Nood helpt het bisdom om de salarissen van leerkrachten te betalen en om het stro aan te schaffen waarmee zo’n 500 gevluchte gezinnen uit de omliggende dorpen en het platteland hun huizen kunnen herbouwen. Wilt u bijdragen? Doneer dan eenvoudig en veilig via onze website of maak uw gift over onder vermelding van “Wederopbouw Centraal Afrikaanse Republiek.” Uw donatie wordt gebruikt voor dit project of soortgelijke in de regio.
Bron: Kerk in Nood, Fides, foto: stichting Bangassou
