“Overgeleverd aan genade van bandieten”

vrijdag, 29 januari 2021
Nieuws
Gérard Ouambou is een journalist en cameraman uit de stad Bangui, hoofdstad van de Centraal-Afrikaanse Republiek. Eind december 2020 reisde hij voor Kerk in Nood naar Bangassou om met priesters en religieuze zusters te spreken die zorg verlenen aan slachtoffers door het geweld en terreur in de regio. Ook hoopte hij verslag uit te brengen over het initiatief dat werd genomen door het bisdom Bangassou om de vrede die zich terugkeerde naar het bisdom voort te zetten. Dit liep echter anders. In dit interview met Kerk in Nood vertelt hij over de situatie in het land en de redenen tot de onderliggende problemen. Hij werd geïnterviewd door Maria Lozano.
Central African Republic 2014: Refugee Camp at Carmelite Monastery at Bangui

Tijdens de Kerstperiode bevond u zich in Bangassou. Kunt u de situatie omschrijven?

Bij aankomst op het vliegveld merkte ik op dat veel medewerkers van NGO’s de stad aan het verlaten waren om hun eindejaarsvakantie te vieren. Toen ik arriveerde, circuleerden er geruchten over een mogelijke aanval op de stad Bangassou. Doordat ik er in het verleden had gewerkt met kardinaal Nzapalainga om te helpen met de crisis in in 2013, maakte ik een poging om in contact te komen met voormalige strijdende partijen. Dit deed ik om meer gevoel te krijgen voor de situatie en om ze, gebaseerd op eerdere ervaringen, te adviseren om niet mee te doen aan de opstand.

Hoe zou u de sfeer tussen de mensen destijds beschrijven?

Op de Kerstdag zelf, na de Mis, begon er een groep richting de Democratisch Republiek Congo te vluchten naar een stad genaamd Ndou, niet ver van Bangassou af. Anderen zochten hun toevlicht bij de militaire basis van de Verenigde Naties, MINUSCA , dat op 2 of 3 kilometer buiten de stad gevestigd is. En een andere groep besloot de bossen in te vluchten om zich zo te kunnen verschuilen voor de opkomende aanval. Ondernemers op de centrale markt sloten hun winkels en sloegen hun goederen op een veilige plek op. Daarnaast werden alle vluchten geannuleerd

Wat is u het meest bijgebleven?

Toen ik bij de basis van MINUSCA aankwam, stond ik versteld dat politici en autoriteiten zich er veilig schuilhielden, samen met het leger, veiligheidstroepen en mannen van de Centraal-Afrikaanse krijgsmacht (FACA), die de bevolking behoorden te  beschermen. Ondanks waarschuwingen vanuit Bangui, negeerde de hoge autoriteiten de situatie. Een paar dagen na mijn vertrek uit Bangassou werd de stad ingenomen door rebellen. Tien dagen later bereikten Rwandese soldaten de stad en vonden er meerdere confrontaties plaats.

Wat is de situatie in het algemeen voor het land?

De situatie in het land is , nu we spreken, nog steeds gespannen. De rebellen zijn een onderdeel van zogeheten ‘guerrilla-groepen’ die in het hele land aanwezig zijn. Samen met mijn familie woon ik in de Bangui. Een paar dagen geleden hebben zij zelfs de hoofdstad omsingeld. Er waren geheime spionnen in verschillende delen van de stad en er zijn meerdere ontvoeringen en afrekeningen geweest met de aanhang van de voormalige president François Bozizé en zijn politieke partij, de Kwa Na kwa. Samengevat is de situatie in de Centraal-Afrikaanse Republiek zorgwekkend. Als er niets verandert, is de kans op een staatsgreep reëel. Daarnaast is het belangrijk om de dialoog aan te gaan, maar daar heeft de regering geen interesse in.

Klopt het dat tweederde van de media al in handen is van de rebellen?

Ik weet niet op welke grond deze calculaties zijn opgemaakt maar op dit moment schat ik dat 95% van De Centraal-Afrikaanse Republiek in hun handen is.

Het leek er eerder op dat na een conflict dat 7 jaar duurde (tussen 2013 en 2019) er eindelijk vrede kwam in het land. Is dat waar?

In Bangui is het normale leven weer teruggekeerd. Maar dat is niet het geval als we naar de Centraal-Afrikaanse Republiek in het geheel kijken. In de binnenlanden vinden er na jaren nog steeds kwellingen plaats. Gewapende groepen buiten de bevolking nog steeds uit en onderdrukken hen. Ook vind je in sommige steden illegale wegversperringen.  Maar in 2020 is er inderdaad enigszins eem gevoel van vrede teruggekeerd.

Hebben de conflicten die zich plaatsvinden iets te maken met religie of is het slechts een kwestie van rijkdom en macht?

De conflicten in Centraal Afrika zijn op geen enkele manier religieus gemotiveerd. Aan de ene kant is het onstaan door de minerale rijkdom. Rebellen bezetten gebieden die bekend zijn vanwege de aanwezigheid van goud en diamanten. Aan de andere kant is er een groot verlangen naar macht. François Bozizé, die het land bestuurde van 2003 tot aan 2013, wilde zich opnieuw verkiesbaar stellen als president voor de verkiezingen op 27 december 2020. Maar omdat het constitutioneel hof dit verzoek had afgewezen, sloot hij een alliantie met de groep die hem in 2013 nog met een staatsgreep hadden afgezet. Samen met deze groep vormde hij een nieuwe rebellengroep die zichzelf de “Coalitie van het vaderland voor veranderingen”(CPC) noemde. Zij probeerden met steun van buitenlandse soldaten aan de macht te komen in Bangui.

Een andere reden voor het conflict, is de aanwezigheid van Russisch ‘militair’ personeel, waartegen Frankrijk bewaar heeft. Frankrijk ziet de Centraal-Afrikaanse Republiek als haar eigen reservoir van mineralen en om dit te beschermen, heeft Frankrijk met grof geweld de macht van president Touadera afgenomen. In de strijd op het geopolitiek niveau  zijn de gewone mensen niets meer dan pionnen in een schaakspel.

Er is een groot aantal mensen dat gelooft dat er achter de rebellengroepen en de soldaten uit het buitenland een geradicaliseerde islamitische groep schuilt die de natuurlijke bronnen en macht nodig hebben om uit te breiden. Wat is uw mening hierover?

De Centraal-Afrikaanse Republiek is een land dat zich midden in het hart van Afrika bevindt, met een oppervlakte van rond de 628.000 km² en een bevolking van rond de 5 miljoen mensen. De mensen zijn er jong en veel minerale bronnen zijn nooit op een fatsoenlijke manier geëxploiteerd, alleen met handarbeid. Deze potentiële welvarendheid lijkt voor buitenstaanders een uitnodiging om het land binnen te vallen. Dit blijkt in de zaak van de Fulani, de rijkste maar ook meest gewelddadige stam in Niger met een populatie van 15 miljoen. Leden van de stam zijn via Tsjaad de Centraal-Afrikaanse Republiek binnengedrongen, op zoek naar een nieuw paradijs voor hun vee en zich te vestigen. Om dit te mogelijk te maken, moeten zij dit op een gewelddadige manier doen.

Zijn de rebellen en guerrillabewegingen open naar alle religies toe? Kunnen Christenen en animisten hun geloof en overtuigingen uitoefenen?

Op dit moment wel. De rebellengroepen en guerrillabewegingen staan open voor alle religies, want hun focus ligt nu meer op het behouden van de macht in Bangui. Maar zodra dit doel is bereikt, vallen ze uiteen, net als bij de Séléka, die eerst Christenen en Moslims toelieten. Nadat zij de macht kregen, besloten moslimleden van de Séléka de Christenen te verdrijven door ze in het geheim te vermoorden en door moslimleiders te promoveren naar hoge functies om zo de bovenhand te hebben over de Christenen. Het gaat nou eenmaal over macht. De samenwerking is slechts een tijdelijk middel om het doel te bereiken. Het heeft geen toekomst.

 

Welke rol speelt de Kerk in de conflicten die het land nu ervaart?

De Kerk heeft hard haar best gedaan als bemiddelaar. Door haar positie op het platform voor Religieuze Confessies van de Centraal-Afrikaanse Republiek (PCRC) heeft de Kerk een grote bijdrage geleverd in de terugkeer van de vrede in ons land. De katholieke bisschoppen van de Centraal-Afrikaanse Republiek hielden van 11-17 december 2020 nog hun jaarlijkse bijeenkomst. Aan het einde van deze conferentie, spraken zij zich uit tegen de toenemende polarisatie van de politieke klassen, die het land hebben overgeleverd aan buitenlandse soldaten, plunderaars en rebellen met hun geavanceerde wapens. Ook benadrukten zij dat de oorlog, die ons land is opgedrongen, ons belemmert het beste uit ons land te halen. We zijn moe en ontgoocheld door de politieke berekening, de conflicten en de verdeeldheid.