Hoe was het toen de eerste zusters van uw gemeenschap in het land aankwamen?
In het begin, in 1973, kwamen vier zusters aan, allen Pools. Er heerste overal diepe armoede en de enige apotheek in de streek was die van de zusters. In het begin was het erg moeilijk voor hen, omdat ze de plaatselijke taal, het Kirundi, niet spraken. Gelukkig werden onze zusters hartelijk ontvangen, omdat zij door de plaatselijke autoriteiten waren aanvaard. De mensen hebben veel respect voor het gezag, dus als de regionale autoriteiten de zusters accepteren, dan weet het gewone volk dat de aanwezigheid van deze missionarissen goed voor hen zal zijn. Onze kapel was het eerste contactpunt met de plaatselijke bevolking. Hoewel we nog steeds niet goed Kirundi konden spreken, kwamen de mensen toch naar de kapel om bij ons te zijn, en zo begonnen we een vriendschappelijke relatie met hen op te bouwen. Vandaag telt onze gemeenschap, God zij dank, niet minder dan vijf huizen in Burundi. Wij zijn ons er terdege van bewust dat wij nodig zijn in dit land en dat wij hier moeten blijven om de vele mensen die hier lijden en behoeftig zijn te ondersteunen.
Herinnert u zich een bijzonder voorval dat een van de zusters is overkomen tijdens die eerste jaren in Burundi?
Een van de Poolse zusters die hier voor het eerst kwam, heeft geholpen bij de geboorte van een kind van een moeder die in zeer slechte gezondheid verkeerde. De baby werd gezond geboren, maar helaas overleed de moeder. Dus nam de zuster de zorg voor het pasgeboren kind op zich. De baby was te vroeg geboren en moest in een couveuse worden gelegd. Aangezien het dichtstbijzijnde ziekenhuis op twee dagen lopen lag en de economische situatie in het gebied zeer slecht was, was dit onmogelijk. De zuster had geen ander alternatief en stopte het kind in een kartonnen doos, zorgvuldig ingepakt. En zo nam ze hem overal mee naartoe. Na enkele weken, God zij dank, kon het jongetje overleven en zich normaal ontwikkelen.
Hoe ziet de bevolking van Burundi uw gemeenschap vandaag?
De aanwezigheid van onze gemeenschap hier was een ware revolutie. En dat is nog steeds zo. De zusters hebben veel veranderingen teweeggebracht en dankzij hun aanwezigheid zijn de mensen steun gaan vinden die ze nooit eerder hadden. De mensen noemen ons ‘moeders.’ Zij zien zichzelf als onze kinderen, die goede raad en hulp krijgen in hun noden, en zij voelen dat wij hen begrijpen. Beetje bij beetje is de geest van verzoening tussen de mensen gegroeid. Met de komst van onze gemeenschap hebben wij het onderwijs aan de kinderen en jongeren kunnen versterken.
De gezinnen stellen de aanwezigheid van onze communiteit zeer op prijs, niet in de laatste plaats omdat zij hier een bijzondere ontmoetingsplaats vinden, vooral in het weekend. Vanaf de zaterdag komen kinderen, jongeren en volwassenen hier samen voor godsdienstonderricht, gesprekken over het geloof of om zich voor te bereiden op de zondagse Eucharistieviering. Sommigen verzamelen zich ruim voor de viering van de H. Mis op zondag, en vele anderen blijven na de Mis om tijd te delen met de zusters en de andere gezinnen. Gezien het gebrek aan sport- en culturele activiteiten in de streek, zijn de mensen erg blij met deze gelegenheid om elkaar te ontmoeten.
Uw gemeenschap doet veel voor de gewone mensen op het gebied van gezondheidszorg en economische en educatieve ondersteuning. Maar uw gemeenschap is tegelijkertijd actief en contemplatief. Hoe slaagt u erin dit contemplatieve leven in stand te houden?
Wij waren ervan overtuigd dat het contemplatieve leven een manier is om te beantwoorden aan de opdracht van verzoening in dit land. Maar gezien de vele, vele noden die we tegenkwamen, was de grote uitdaging die we moesten aangaan ongetwijfeld dat we ons gebedsleven niet mochten verwaarlozen. Overdag hebben wij vele krachtige momenten van gebed, vooral ‘s morgens en ‘s avonds, hoewel wij ook ‘s middags pauzeren om samen te bidden. Het contemplatieve leven blijft een antwoord ten behoeve van de Kerk en de wereld. Voor ons is het gebed het voedsel dat ons in staat stelt de geestelijke en materiële hulp te blijven bieden die mensen nodig hebben. Tegelijkertijd is het voor ons een moment van lichamelijke en geestelijke vernieuwing.
Bovendien zien wij er nauwlettend op toe dat alle zusters elke dag, elke maand en elk jaar momenten hebben voor deze vernieuwing. Daardoor kunnen we voortdurend zeer actief blijven en we hopen dat ook in de toekomst te kunnen blijven doen. Gelukkig blijft deze manier van leven ook vandaag aantrekkelijk voor een aantal jonge vrouwen. In 2021 hebben we vijf nieuwe aspiranten aangenomen, die op de weg van hun roeping zijn begonnen. En zo vertrouwen we erop dat de Heer onze gemeenschap zal blijven zegenen, zodat we onze zending in dit land kunnen blijven vervullen.
Wat zijn de belangrijkste intenties waarvoor u bidt?
We bidden vooral voor Burundi. Sinds we hier zijn, zijn de oorlog, de gevangenen en de onrechtvaardigheden redenen genoeg om voor dit land te bidden. We bidden ook dat de Heer ons werk in dit land zal blijven zegenen. In onze intenties houden wij de Heilige Vader, de leiders van dit land en, vanzelfsprekend, ook onze weldoeners. Zelfs in de moeilijkste periodes die dit land heeft doorgemaakt, hebben wij niet opgegeven, maar juist nog meer kracht gevonden. Wij zijn blijven werken aan verzoening. Wij gaan erop uit om de materiële noden van de mensen te lenigen, de zieken te helpen, vluchtelingen op te vangen, al deze mensen te steunen in hun lijden. Al deze activiteiten hebben ons ertoe aangezet onze gebeden te intensiveren en vooral te bidden voor verzoening in dit land.
We bidden ook dat we in de toekomst mogen blijven rekenen op de steun van Kerk in Nood, want dankzij uw financiële steun hebben we verschillende projecten kunnen starten om de mensen te ondersteunen. We bidden dat de zusters die in opleiding zijn hun studie mogen afmaken. Een van hen volgt een opleiding tot arts, twee anderen tot verpleegster, een tot onderwijzeres, en we hopen dat een andere zuster een opleiding zal kunnen volgen in de spiritualiteit van de Karmelietessen, die de basis is van al ons gebed.
De zusters Karmelietessen van het Kind Jezus worden regelmatig gesteund door Kerk in Nood, zodat zij hun apostolaat kunnen voortzetten. Recent is nog bijgedragen aan de bouw van een kapel en een huis voor hun zusters in Bujumbura, de economische en commerciële hoofdstad van het land.