Het zou een feest van dankbaarheid en vreugde worden. Op 20 december was de oudste missiepost van de Karmelieten in de Centraal-Afrikaanse Republiek, in Bozoum, van plan de viering van het gouden jubileumjaar van de aanwezigheid van hun congregatie in dit land in het hart van Afrika in te luiden. Paters Karmelieten van alle missies en vele gelovigen zouden samenkomen om God te danken voor deze vijftig jaar en Hem te vragen om zijn zegen voor de toekomst. Maar op de ochtend van 18 december verspreidde zich plotseling een verontrustende boodschap als een lopend vuurtje: een groep gewapende rebellen was die nacht met vrachtwagens en motorfietsen de stad binnengevallen. Ze hadden de kantoren van een hulporganisatie geplunderd en de deur van het politiebureau opengebroken. Er waren schoten gelost in de straten. Andere rebellen hadden een van de belangrijkste verkeersaders van het land geblokkeerd.
Wijding twee religieuzen
Angst en terreur verspreidden zich en de kinderen van het plaatselijke weeshuis vluchtten de kerk in. Degenen die al op weg waren naar de viering keerden terug. Het was een grote teleurstelling voor de twee jonge religieuzen die van plan waren hun eeuwige geloften af te leggen op deze grote dag. De viering werd uiteindelijk toch met een klein aantal mensen gehouden in het Karmelietenklooster in de hoofdstad Bangui. Pater Federico Trinchero, de provinciale afgevaardigde van de Karmelieten voor de Centraal-Afrikaanse Republiek, merkte op: "Het was niet gemakkelijk te aanvaarden dat we niet bij elkaar zouden kunnen komen om de twee jonge fraters te verwelkomen terwijl ze de laatste stappen zetten om lid te worden van onze familie van religieuzen. Maar we hebben dit offer voor de vrede in dit land gebracht om ervoor te zorgen dat de verkiezingen ongestoord konden verlopen. Uiteindelijk was het, ondanks alles, prachtig."
Toenemende onrust
De parlements- en presidentsverkiezingen van 27 december hebben de onrust in veel steden verder aangewakkerd. Op de dag na de verkiezingen werden de inwoners van Baoro, waar de Karmelieten een andere missiepost runnen, in de vroege ochtenduren gewekt door aanhoudend geweervuur, dat pas na een uur weer afnam. Op de avond van dezelfde dag klommen twee rebellen over de muren van het missiestation en dwongen de bewaker de missionarissen te roepen. Als de 58-jarige Italiaanse pater Aurelio Gazzera uit zijn kamer komt, staat hij plotseling oog in oog met twee gewapende mannen. Deze eisen dat de paters de motoren van de regering overhandigen, omdat ze geloven dat deze op het missiestation worden bewaard. Ze bedreigen pater Aurelio, maar hij weet hen ervan te overtuigen dat de motoren niet op de missie zijn. Hoewel ze blijven dreigen, slaagt de priester er uiteindelijk in ze het huis en het terrein te laten verlaten.
Tijdens zijn werk als priester in Bozoum tijdens de burgeroorlog heeft pater Aurelio bij eerdere gelegenheden het volk beschermd door – met gevaar voor eigen leven - te onderhandelen met de rebellengroepen en hen over te halen te vertrekken. Hij staat bij de mensen bekend als de ‘man die de geweren van de rebellen tot onderwerping dwong.’ In zijn nieuwe functie in Baoro, die hij pas een paar weken geleden begon, moest hij deze naam meteen waarmaken. Ondertussen hebben schutters in Bozoum, zijn oude missie, in de nacht van 3 op 4 januari 2021 de kantoren van Caritas geplunderd en vernield.
Driekoningen
Op de zondag voor Driekoningen konden de Karmelieten in Baoro en Bangui echter ongestoord het grote feest ter ere van het kind van Praag vieren, dat elk jaar door grote aantallen gelovigen wordt bijgewoond. Op wereldmissiezondag wijdde mgr. Miroslaw Gucwa van Bouar zijn hele bisdom toe aan het Allerheiligste Kindje Jezus. Een standbeeld hiervan werd naar de Centraal-Afrikaanse Republiek gebracht door de eerste Karmelieten. De bisschop gaf in oktober elke parochie in zijn diocees een beeldje en zegende deze persoonlijk. Talrijke gelovigen nemen deel aan de processies. Ze vroegen het Christuskind om vrede in hun land en bescherming voor hun kinderen.
Niemand weet wat er in dit jubileumjaar zal gebeuren. Maar net als de moedige pioniers van hun Orde weigeren de paters vandaag de dag zich te laten ontmoedigen. Toen de eerste vier Karmelieten uit Italië naar de Centraal-Afrikaanse Republiek kwamen, stroopte ze de mouwen op en gingen ze aan de slag in een van de armste en meest onderontwikkelde landen ter wereld, een land dat helaas ook regelmatig wordt geteisterd door onrust en gewapende conflicten. Een van hen, pater Nicolò Ellena, was tot de trotse leeftijd van 90 jaar nog actief in de missie. Hij stierf in 2019 op 96-jarige leeftijd. Hij liet zijn medebroeders vijftig tijdschriften na, waarin hij zijn dagelijkse avonturen en uitdagingen beschreef. Pater Carlo Cencio, de laatste overlevende van de eerste vier pioniers, is nu 83 jaar oud en woont in Italië.
Veel vruchten
Nog steeds dienen acht Italiaanse missionarissen op vijf missieposten. Tot op heden zijn in de afdeling in de Centraal-Afrikaanse Republiek twaalf lokale priesters gewijd en het aantal roepingen neemt elk jaar toe. Achtendertig jonge mannen uit de Centraal-Afrikaanse Republiek en het buurland Kameroen zijn momenteel in vorming. Zij worden ondersteund door Kerk in Nood (ACN). De twee jonge Karmelieten die zijn gewijd, frater Régis-Marie en frater Jeannot-Marie, hebben ter gelegenheid van het jubileumjaar een lied gecomponeerd waarin ze God en de eerste missionarissen danken voor de 50 jaar dat de karmelieten in hun land hebben gediend. In het lied beloven ze hun werk voort te zetten. De zaden die de eerste karmelietenvaders 50 jaar geleden hebben gezaaid, zijn ontkiemd en hebben veel vruchten gedragen.