Antonio Fernández was op weg terug van Lomé (Togo) naar zijn gemeenschap in Ouagadougou (Burkina Faso) toen hij op 40 km afstand van de grens door drie kogels van Jihadisten werd getroffen. Twee religieuzen die met hem meereisden overleefden de aanval. De Jihadisten hadden eerst de auto doorzocht. Daarna werd Antonio Fernández van de groep gescheiden en neergeschoten. De auto werd in brand gestoken. In Lomé had de Spaanse missionaris deelgenomen aan het Provinciaal Kapittel van de Salesiaanse Provincie van Franstalig West-Afrika (AFO).
Antonio Fernández werd op 7 juli 1946 geboren in het Spaanse Pozoblanco (iets ten noorden van Cordóba). Sinds 1982 was hij missionaris in diverse Afrikaanse landen. Togo was zijn eerste bestemming waar hij de stichter was van de Salesiaanse gemeenschap. In zijn lange staat van dienst werkte hij o.a. als novicenmeester (1988-1998) en vertegenwoordigde hij de AFO bij het algemeen kapittel van de Salesianen in 2002. Hij behoorde 55 jaar tot de Salesianen, waarvan 42 jaar als priester.
De aanval maakt deel uit van de golf van geweld die Burkina Faso teistert sinds 2015. De laatste weken zijn terroristische dreigingen opgelaaid mogelijk in de contekst van de topconferentie van de staatshoofden van de G5-Sahellanden (Burkina Faso, Tjsaad, Mali, Mauritanië en Niger). Burkina Faso heeft onlangs het roterende voorzitterschap overgenomen.
