"Ik ben verdrietig en bezorgd, maar wat er gisteren gebeurde, verbaast me niet. Het is de oogst van de eerste zaden van extremisme die decennia geleden zijn geplant", schrijft Ahmad Faiz Zainuddin, een middelbare schoolvriend van Dita Oeprianto, het hoofd van het gezin dat verantwoordelijk was voor de zelfmoordaanslagen op drie christelijke kerken in Surabaya, de hoofdstad van de provincie Oost-Java, zondagochtend. Dita Oeprianto’s radicalisering begon bij Sman 5, de staatsschool in Surabaya, waar hij in 1991 afstudeerde. "Na 25 jaar is gebeurd wat ik al vreesde in onze schooltijd ", schrijft Zainuddin in een online bericht.
Net als elke goede jonge moslim ontmoette Zainuddin zijn leeftijdsgenoten regelmatig voor gebedsbijeenkomsten. In één seminar was hij echter verbaasd en geschrokken door de hersenspoelpraktijken van oudere studenten op jongere studenten. Zij werden aangemoedigd om een beweging op te zetten om de Islamitische Staat van Indonesië te vestigen. "We kregen te horen dat er veel geld nodig was om dit idee te promoten en dat stelen moreel juist was voor slechts één doel: de Islamitische Staat van Indonesië," schrijft Zainuddin. "We kregen te horen dat we het geld van onze ouders moesten stelen en het geld moesten afgeven. Mijn mentor zei zelfs dat hij een heilige krijger was, geen student.”
In die tijd was het maandblad Sabilli populair onder studenten. Om hen tot actie aan te zetten, schreef het over hoe de Moslims van Bosnië-Herzegovina werden ‘afgeslacht’ door de christelijke Serviërs. Zainuddin voegt eraan toe dat "sommigen naar de Balkan zijn vertrokken om guerrilla’s te worden." Temidden van de verschillende radicale islamitische leringen die hij las en studeerde, maakte een van de kinderen hem echter buitengewoon ongerust. "Hij was mijn klassenoudste, de nu overleden Dita. In de jaren volgend op school werd hij het hoofd van de Jamaah Ansharut Daulah (JAD), een terroristische groep die banden had met de Islamitische staat in Surabaya.”
“Het verbaast me niet wat Dita deed: zichzelf opblazen met zijn familie voor de jihad. Hij dacht dat dit de beste manier was om een grote jihad te ontketenen. Dit soort radicalisme gedijde dertig jaar geleden al goed in zijn geest en hart", legt Zainuddin uit. Hij herinnert zich ook aan hoe een andere student weigerde de schoolceremonie bij te wonen. "Hij dacht dat het begroeten van de Indonesische vlag tijdens de ceremonie onwettig was en dat zelfs het zingen van het volkslied verkeerd was: de regering was voor hem ‘thoghut’, een afgodenvereerder en een tiran.”
De school nam zulke gedachten niet serieus, omdat er destijds geen bomaanslagen waren. Zainuddin schrijft echter dat "deze extremistische gedachten langzaam gedijden in de hoofden en harten van sommige studenten, die niet werden geraakt door de woorden en het advies van hun opvoeders." Volgens Zainuddin vond de radicalisering niet alleen plaats op zijn middelbare school, maar in diverse scholen in Surabaya. Na de meervoudige aanvallen van zondag weet hij het zeker: “Extremisme en radicalisme vormen, samen met terroristische acties, een duidelijke dreiging. Deze gewelddaden gebeuren in onze buurt en ze zijn echt. Wat me bedroeft, is ook het feit dat de familie afscheid nam en met andere moslims in een plaatselijke moskee heeft gebeden. Die omhelsden hen voordat ze op weg gingen om zichzelf op te blazen bij de vooraf bepaalde plaats."
"Kogels kunnen terroristen doden, maar alleen een goede opleiding kan hun radicale gedachten uitwissen," besluit Zainuddin. "Wees voorzichtig, wees optimistisch, verspreid liefde en mededogen. En voor mijn geliefde christelijke broers en zussen. Mijn diepe condoleance voor jullie allemaal. Vanuit het diepst van mijn hart spijt het me echt.”