Ivoorkust is een land in volle overgang: na jaren burgeroorlog probeert de heterogene maatschappij opnieuw samen te leven en tot verzoening te komen, zowel politiek als godsdienstig. De eerste successen zijn trouwens al zichtbaar: Moslims en Christenen leven zonder spanningen samen, in tegenstelling tot de situatie in andere Afrikaanse landen. Het politieke klimaat is rustiger, en dankzij de groeiende investeringen gaat het stilaan beter met de economie. In dit interview vertelt de Ivoriaanse bisschop Mgr. Ignace Bessi Dogbo hoe de katholieke kerk de verzoening wil bevorderen en waarom economische hulp in het land van herkomst het beste beleid is om vluchtelingencrisissen te vermijden. Mgr. Dogbo leidt het bisdom Katiola in het noorden van Ivoorkust en is voorzitter van de Ivoriaanse bisschoppenconferentie.
Tobias Lehner sprak met de bisschop tijdens zijn bezoek aan Kerk in Nood
Kerk in Nood: Excellentie, uw land ging van 2002 tot 2007 gebukt onder een burgeroorlog. Ook tijdens de presidentsverkiezingen van 2010 waren er nog bloedige protesten en werden kerken en priesters aangevallen. Hoe is de situatie nu?
Mgr. Ignace Bessi Dogbo: Op dit moment is de situatie meestal rustig. De gevechten na de presidentsverkiezingen van 2010 zijn uitgebroken omdat élke partij de overwinning opeiste. De vroegere president Laurent Gbagbo zit momenteel in de gevangenis en zal verantwoording moeten afleggen voor zijn daden voor het Internationaal Strafhof van Den Haag. De laatste presidentsverkiezingen vonden plaats in 2015 (Nota van de journalist : die zijn opnieuw gewonnen door Alassane Ouattara, die sinds 2011 aan de macht is.). De verkiezingen zijn rustig en ordentelijk verlopen. Ivoorkust blijft echter verdeeld tussen voorstanders van de regering en leden van de oppositie. Die laatste hebben het vaak moeilijk om werk te vinden. Hier is veel discriminatie. Het steunen van de regering of van de oppositie hangt vaak af van de etnische groep van de betrokkene, en in ons land zijn er meer dan 60 verschillende etnische groepen. En dat vormt uiteraard een vruchtbare bodem voor nieuwe vijandelijkheden.
Hoe leven de godsdiensten naast elkaar samen?
Het Christendom en de Islam hebben ongeveer evenveel gelovigen in ons land. In het noorden, waar ik bisschop ben, zijn de katholieken echter een minderheid. Daarnaast zijn er veel aanhangers van tribale godsdiensten. Algemeen gezien leven de godsdiensten vreedzaam naast elkaar. We zijn een grote familie.
Er is een groot verschil met de andere Afrikaanse landen, waar Islamistische groepen sterk groeien. Wat maakt Ivoorkust anders dan de andere landen?
Ik denk dat dit ook succes te danken is aan het beleid, in het bijzonder van de vroegere president Félix Houphouët-Boigny (Nota van de journalist: van 1960 tot 1993, na de onafhankelijkheid). Die heeft zich sterk ingezet voor de dialoog tussen de godsdiensten. Overal waar een moskee werd gebouwd, heeft hij ook een kerk laten bouwen. Die aanpak heeft het vreedzaam samenleven versterkt. Maar los daarvan mogen we niet onder de mat vegen dat de laatste tijd Islamistische tendensen groeien. Die komen van migranten uit landen als Mali en Nigeria.
Hoe komen die tendensen tot uiting?
We zien bijvoorbeeld een toegenomen mobilisatie om vaker moslim mannen met christelijke vrouwen te laten trouwen. Die vrouwen moeten zich dan bekeren tot de islam, en kinderen uit die huwelijken worden volgens de islamitische regels opgevoed.
Onlangs hebben heel wat bemiddelde zakenmannen uit Marokko in ons land geïnvesteerd, en zij hebben voorrang gegeven aan hun geloofsgenoten.
Of ze proberen onze christelijke jongeren aan te trekken met geld: “We geven je werk, maar dan moet je je wel eerst bekeren tot de islam”.
Als bisschoppen proberen we tegen die pogingen in te gaan. Zo steunen we bijvoorbeeld maatregelen waarmee jongeren een netwerk kunnen opbouwen en hun beroepsopleiding zelf in de hand kunnen nemen.
De oorlogsjaren hebben er bij alle godsdiensten en bevolkingsgroepen even zwaar ingehakt. Hoe zou de verzoening van het Ivoriaanse volk volgens u kunnen slagen?
Alleen godsdienst kan verzoening bevorderen, niet de regering! Na de burgeroorlog hebben politici twee verzoeningscommissies samengeroepen en ze hebben ook bisschoppen op belangrijke functies in die commissies geplaatst. In die commissies zetelden verscheidene oorlogsvoerende partijen, bevolkinsgroepen en godsdiensten. Die commissies hebben hard gewerkt en hebben een waaier van voorstellen geformuleerd. Maar met die voorstellen is niets gedaan. Daarom moet de Kerk iets doen. Wij alleen zullen niet tot die verzoening komen, maar misschien kunnen we binnen de maatschappij een proces op gang brengen. Met dat doel hebben we binnen de bisschoppenconferentie een nieuw pastoraal plan voor de jaren 2019 -2023 opgesteld, waarin we enkele concrete stappen uitwerken.
Kan u ons enkele voorbeelden geven van die stappen?
De eerste stap naar verzoening is eenheid. Eenheid naar binnen en eenheid naar buiten, dat is de weg die de Ivorianen nu moeten bewandelen. We willen 30 priesters uit dit land opleiden zodat zij zich kunnen inzetten als bemiddelaars en ze bij conflicten in de regio’s of tussen de gemeenschappen hulp kunnen bieden. Een andere stap bestaat eruit om de ontmoetingen met de andere christelijke gemeenschappen en met de Moslims verder te versterken.
In het Westen loopt de discussie over vluchtelingen al enkele jaren. In Afrika denken vele jongeren dat ze geen toekomst hebben en ondernemen ze die gevaarlijke tocht naar Europa. Wat zou de wereldgemeenschap volgens u moeten doen?
Het Westen zou zijn inspanningen moeten concentreren op de vertrekplaats, en niet op de aankomstplaats. Dat betekent dat ze de mensen in Afrika zelf moeten helpen, en niet pas zodra die als migranten in Europa aankomen. Ook in Ivoorkust zijn er jongeren die deze gevaarlijke reis ondernemen, eerst tot in Libië en dan de oversteek van de Middellande Zee. Maar waarom vertrekken ze? Omdat ze bij voorbeeld geen billijke prijs krijgen voor hun grondstoffen, zoals cacao, als het maar kleine landbouwers zijn. Ze worden soms behandeld als slaven. Door billijke prijzen te betalen, kan het Westen ertoe bijdragen dat die mensen kunnen leven van hun werk, zodat ze niet meer hoeven te emigreren. Een rechtvaardig handelsbeleid is de beste ontwikkelingshulp!
Wat zijn de grootste noden van de Kerk in Ivoorkust?
Voor mij zijn twee dingen vooral nodig: goede kerken en goede priesters. Wanneer ik door het land rondreis, zie ik naast de wegen heel wat nieuw gebouwde moskeeën. Onze kerken en kapellen daarentegen verkeren vaak in een belabberde staat. Als de kerk het niet uitstraalt, zal ze ook de harten van mensen niet meer kunnen bereiken. Voor priesters is dat net hetzelfde. In mijn bisdom Katiola heb ik 54 priesters, en in het bisdom Korhogo, dat ik ook beheer, zijn er slechts 16! We hebben priesters nodig ! Veel kandidaat-priesters komen uit arme families en vaak kunnen ze zich zelfs het strikte minimum niet veroorloven om studies te volgen. Materiële hulp en een goede spirituele vorming zijn ontzettend belangrijk. En ik weet dat ik daarvoor mag vertrouwen op Kerk in Nood! Ik heb al herhaaldelijk steun gekregen om kerken en parochiecentra te bouwen, en om het theologie-seminarie te bouwen. Ook Misintenties zijn zeer belangrijk omdat die het levensonderhoud van onze priesters vormen.
Naast de bouw en de renovatie van kerken en parochiale centra, hulp aan de opleiding van seminaristen en het levensonderhoud van priesters, financiert Kerk in Nood ook het drukken en verspreiden van bijbels en catechismussen voor de kinderen, het werk van de kloostergemeenschappen en het werk van de plaatselijke Kerk ten gunste van de vrede.
Interview door Tobias Lehner