“Ik vind het moeilijk om te spreken, want na zo’n lange tijd in stilte te hebben doorgebracht, bevind ik me nu in deze wereld van snel bewegende gebeurtenissen en woorden.” Dit waren de eerste woorden van pater Maccalli na de bevrijding, die hij met grote vreugde en ontroering, maar ook als een moment van verwarring ervoer.
Het begon allemaal op 17 september 2018. “Het was een rustige maandag geweest. Ik had de Eucharistie gevierd en mijn avondeten opgegeten. Ik had me, zoals gewoonlijk, teruggetrokken om de ochtendmis voor te bereiden. Toen ik een geluid hoorde, dacht ik dat het misschien iemand was die op zoek was naar medicijnen in de medische winkel die ik had opgericht. Toen ik naar buiten ging, stond ik oog in oog met mannen die gewapend waren met geweren en die mijn handen achter mijn rug vastbonden. Ik dacht eerst dat het rovers waren. Ik gaf ze het geld dat ik bij me had en dacht dat het daar zou eindigen. Alles gebeurde heel snel; ik was verbaasd en onvoorbereid op wat er met me ging gebeuren.”
Tijdens zijn gevangenschap hebben zijn ontvoerders hem grotendeels goed behandeld. “Laten we zeggen dat ze me nooit pijn hebben gedaan of geslagen. Tuurlijk, er waren nogal kwetsende woorden. Ik bereidde me zelfs voor om te sterven, maar ik merkte dat ze me met respect behandelden. Ze noemden me “de oude man.” In plaats daarvan leek het hun idee te zijn om me te bekeren tot de Islam. Ik voelde psychologische druk, maar geen fysieke mishandeling.”
De Italiaanse missionaris, lid van de Society of African Missions, spreekt over moeilijke momenten, vooral de lange marsen, dagen en nachtenlang door de uitgestrekte woestijn, langs de rivier de Niger. In die tijd ervoer pater Maccalli een gevoel van reddeloosheid en van grote eenzaamheid tegenover deze onmetelijkheid. “Waar gaan we heen? Waar gaan we naartoe? Ik weende op die momenten. Ik was volledig verloren. Ik zei ‘Heer, waar bent u?’ Maar ik was nooit bang. God zij dank, heb ik me nooit in de steek gelaten gevoeld. Zeker, ik schreeuwde tot God, werd boos op Hem, maar ik heb altijd het gevoel gehad dat Hij er was. Het was de enige aanwezigheid die me in leven hield.”
De dagen waren eentonig, en de tijd sleepte zich voort. “Zodra ze ‘s morgens mijn kettingen hadden verwijderd, bad ik het rozenhoedje met wat kralen, die ik voor mezelf had gemaakt en een stukje touw, terwijl we verderliepen. Ik kookte wat. Later was ik met een andere gijzelaar. Ze hadden ook een klein radiootje.” Op de avond van 6 oktober van dit jaar kwam er een man aan in een auto, die schreeuwde: “Vrijheid!” We vertrokken op 8 oktober na het moslimgebed en ontmoetten de Franse gijzelaar Sophie Petronin en de heer Soumaila Cissé, een Malinese politicus.”
De gijzelaars werden vervolgens met de auto en vervolgens met het vliegtuig naar de luchthaven van Bamako gebracht. Daar ontmoetten ze de nieuwe overgangspresident, Bah N’Daw. Pater Maccalli dankte God en de aanwezige ambtenaren, waarna de voormalige gegijzelden op het vliegtuig naar Rome werden gezet en eindelijk hun families konden ontmoeten. Pater Maccalli kon na lange tijd de Heilige Mis opdragen: “Twee jaar wachten kwamen tot een einde. Eindelijk!”
“Ik hoorde zoveel mensen zeggen: ‘We hebben je nooit opgegeven.” Ik was nooit alleen, hoewel ik me soms wel alleen voelde. Maar de Heer was met mij, met ons allen. Ik dacht eerst dat ik binnen drie maanden vrij zou zijn, toen na misschien zes maanden. Maar een jaar ging voorbij, toen anderhalf jaar en toen twee jaar. Het was te veel, al die tijd. Ik wist dat er andere gijzelaars waren, waaronder een Roemeen die er al zes jaar was! Hoe kun je het zo lang volhouden? Godzijdank, is het allemaal voorbij, snel voorbij, voor mij. Nu ben ik weer bij jullie allemaal. Ik heb niet de woorden om iedereen te bedanken!”
De grote stilte was een ervaring die pater Pierluigi diep heeft getekend. “Ik heb mooie dingen meegemaakt, want ik was in een grote stilte. Na zoveel jaren van verkondiging van het Woord moest ik stil zijn en de stilte van God binnengaan. Ik besefte dat dit misschien mijn missie was. Het was echt de stilte van de woestijn. Er is geen muziek, behalve de muziek van de wind die waait. Dat was echt een positieve tijd. Want in de stilte hoor je andere dingen. Mijn metgezellen waren de sterren, zo mooi, zo stralend. In de ochtend moest ik vechten met de zon, die extreem heet was; met de hitte en de dorst, en ja, ik leed. Maar de grote stilte was ook een zegen. Je ervaart een innerlijke reis die je ver en diep voert.”
Pater Maccalli voelt met name mee met de vrouwen die nog steeds gegijzeld worden. Ze worden meer veracht door hun moslim ontvoerders. Hij denkt aan de Colombiaanse religieuze zuster Gloria Narvaez, die tekenen van nood begint te vertonen. En hij vraagt ons ook om te bidden voor de vrede in Afrika: “Ik heb 21 jaar in Afrika geleefd. Afrika is mooi, sterk, een plaats van uitwisseling en delen. Maar het is ook een lichaam dat door geweld, door al die rebellenbewegingen is veroverd”, zegt hij. “Laten we tot de Heer bidden voor vrede en vrijheid. De paus heeft deze nieuwe encycliek, Fratelli Tutti genaamd, uitgegeven. Moge dit universele gevoel van broederschap het hart van Afrika raken, want dat is de schoonheid van onze missie.”
De voormalige gijzelaar sluit af met een boodschap van vrede: “Ik voel geen bitterheid tegenover mijn ontvoerders. Deze jongemannen zijn geïndoctrineerd door de propagandavideo’s; ze weten niet wat ze doen. Er moet een geweldloze manier zijn om de vrede te bereiken, dat is de ware boodschap van het Koninkrijk van God. We moeten in geduld en nederigheid blijven werken en zonder geweld.”
Volledig interview in het FRANS met Engelse ondertiteling: https://www.youtube.com/watch?v=G24QoFtrxEw