“De oorlog in Oekraïne is niet alleen een aanval op een onafhankelijke natie die worstelt om te overleven. Het is ook een oorlog tegen het gezin”, vertelde aartsbisschop Sviatoslav Shevchuk in februari bij een videoconferentie van Kerk in Nood (ACN).
In een situatie waarin veel mannen aan het front vechten, moeten vrouwen vaak veel moeilijkheden alleen doorstaan. Ze dragen niet alleen de last van het opvoeden van kinderen of het zorgen voor dierbare familieleden, maar ook het immense gewicht van het lijden dat gepaard gaat met het niet weten of hun zonen of echtgenoten veilig thuis zullen komen of weten dat ze nooit meer terug zullen komen.
Tijdens een bezoek aan Oekraïne maakte een delegatie van Kerk in Nood (ACN) kennis met vrouwen die tot aan hun knieën in de oorlog zaten, ontheemden hielpen, broodnodige hulp boden, met traumaslachtoffers werkten of gewoon probeerden om de dag door te komen.
Mensen huilen zonder tranen
Tragisch genoeg is er vandaag de dag geen tekort aan verhalen van weduwen in Oekraïne. Nadiya, uit Lviv, verloor haar man in het eerste jaar van de oorlog. Ze herinnert zich hoe belangrijk de steun van de militaire aalmoezeniers voor haar was. “Ze waren er altijd voor me. Tot nu toe komen we één keer per maand samen bij een dienst voor de gevallenen. Mensen huilen zonder tranen, schreeuwen zonder stem. Door de steun en het gebed dat ik heb gekregen, kan ik nu andere weduwen helpen. Iedereen is hier een held, sommigen aan het front, de anderen erachter, steunend met pakjes en camouflagenetten”, legt ze uit.
Aalmoezeniers “als vaders”
Olha is nog zo’n dappere vrouw. Haar man vertrok in 2014 om te vechten en bleef tot de volledige invasie van 2022, toen hij in Kharkiv werd ingedeeld. “Zijn laatste telefoontje kwam om 23.00 uur, en ik zei tegen hem: ‘Bel me morgen, want je bent nu zo moe.’ Hij stierf de volgende ochtend om 6:30 uur. Het gebouw waarin hij zich bevond kwam onder vuur te liggen, hij raakte gewond aan zijn hoofd en vocht 40 minuten lang voor zijn leven.” Olha bleef achter met twee kinderen. “Ze gingen door een zeer moeilijke periode en de aalmoezeniers hielpen hen om er doorheen te komen. Twee van hen zorgen zo goed voor ons dat mijn kinderen nu zeggen dat ze drie vaders hebben.”
Een vrouw van een soldaat zijn betekent veel lijden
Verhalen als deze houden Nataliya, een andere jonge moeder, ‘s nachts wakker. “De vrouw van een soldaat aan het front zijn, betekent veel lijden. Het enige wat je wilt is dat je man overleeft. Maar op dit moment lijkt het alsof iedereen een last draagt – al mijn vrienden, mijn familie; ik wil hen niet nog meer verdriet bezorgen.”
Ze vond de begeleiding die ze nodig had in het Huis van Barmhartigheid, opgericht door het aartsbisdom van Lviv. “Hier voel ik me niet eenzaam, ik kan over mijn angsten praten. Hier komen, geeft me stabiliteit, voor mijn eigen bestwil en voor mijn man. Het helpt me om me te wapenen tegen waanzin en ik voel me er sterker door. Het heeft me in staat gesteld om terug te keren naar een normaal leven; ik had rondgezworven als een verloren geest.”
Cappuccino met de Kapucijnen
In Kiev werkt psychologe Ljoedmila ook met militaire gezinnen, vooral met gezinnen waarvan de kinderen overleden zijn of, wat nog erger kan zijn, vermist worden. “Vrouwen die een kind hebben verloren, zonderen zich af en zetten hun gezin onder druk omdat ze niet over hun verdriet heen kunnen komen. Ik maak me altijd zorgen over wat ik tegen deze vrouwen kan zeggen, maar ik sta er dan versteld van hoeveel ze in zo’n korte tijd veranderen, weer de moed krijgen om het leven aan te gaan en netwerken beginnen op te bouwen.” Het vijfdaagse programma dat ze leidt, vindt plaats met de hulp van de broeders Kapucijnen en omvat een moment van bezinning dat Cappuccino met de Kapucijnen wordt genoemd, met momenten voor reflectie, delen en gebed.
Gebed is onze sterkste verdediging
Lviv ligt vrij ver van het front, maar ontving veel ontheemden toen Rusland aan zijn grootschalige invasie begon. Met financiering van Kerk in Nood ACN hadden de zusters Albertijnen al gewerkt aan de bouw van een opvanghuis voor daklozen, dat nu nuttiger is dan ooit tevoren. “We kozen echt de moeilijkst mogelijke tijd voor een bouwproject. Eerst de pandemie, toen de oorlog”, zegt zuster Hieronyma. “Maar juist nu is het huis harder nodig dan ooit, en het is als een wonder dat het nu gebouwd is.”
Veertig dakloze vrouwen, waaronder vrouwen met pasgeborenen, kunnen hier onderdak vinden, legt ze uit. Bisschop Mieczyslaw Mokrzycki wijst erop dat de kapel in het vrouwenhuis groter is dan die van het naburige mannenklooster, lachend: “omdat de vrouwen meer bidden.”
De kracht van het gebed moet niet onderschat worden. Zuster Klara, overste van de Benedictijnen, ook in Lviv, krijgt regelmatig verzoeken om gebed van Oekraïense soldaten. “Wat ons het meest helpt, zijn niet de raketafweersystemen, maar het gebed. Dat is ons sterkste wapen. En als ik soldaten vraag wat ze nodig hebben, zeggen ze hetzelfde: ‘Uw gebeden.’“
Kerk in Nood (ACN) werkt al vele jaren in Oekraïne, maar heeft haar hulp opgevoerd na de volledige invasie van 2022. Haar 400.000 donateurs wereldwijd laten de Oekraïense Kerk niet in de steek in haar missie om de bevolking te helpen.