Indonesië: terrorisme sterkt juist gematigde Islam

maandag, 04 juni 2018
Persoonlijk verhaal
Op 13 mei van dit jaar sloegen radicale Moslims weer toe in Indonesië. Na aanslagen op drie kerken van verschillende christelijke denominaties in Soerabaja, de tweede grootste stad in het land, was er veel angst en leed. Maria Lozano Kerk in Nood interviewde pater Franz Magnis Suseno, een Jezuïet van Duitse origine, die nu de Indonesische nationaliteit heeft en al meer dan vijfenveertig jaar in het land woont.

In het interview vertelt pater Franz Magnis-Suseno, die een diepgaande kennis heeft van de Indonesische godsdiensten, over de landelijke reactie na de golf van aanslagen. Hij zegt positief te zijn over de geest van nationale eenheid die steunt op de democratische beginselen en zich baseert op de Pancasila doctrine.

Op zondag 13 mei werden drie kerken in Soerabaja, in het oostelijke deel van het eiland, aangevallen door terroristen. Waarom viel hun keus op Soerabaja? Is speciaal deze stad in gevaar, om welke reden dan ook.
Nee, er is geen speciale reden waarom deze terreurdaden in Soerabaja zouden moeten plaatsvinden. De enige reden lijkt te zijn dat de betrokken familie, die zeer waarschijnlijk banden had met de zogenaamde Islamitische Staat, in Soerabaja woonde of toch dichtbij. Christenen hadden nooit dit soort problemen in deze stad.

De eerste explosie vond plaats in de Katholieke Maria Immaculata-kerk om 7.15 uur in de ochtend. Waar dacht u aan toen u het nieuws hoorde?
Ik zocht wat ik maar kon vinden aan nieuws in de media en vervolgens in de kranten. De aanslagen kregen brede aandacht in Indonesië. Het eerste wat ik dacht was: niet nog een keer! Ik herinnerde me de aanslag in Jogjakarta waarbij pater Jimmy Prier, ook een Jezuïet, in het hoofd geraakt werd.

Wat was de reactie van de Christelijke gemeenschap in Indonesië? Is men bang?
Men denkt dat de terroristen in Indonesië twee doelen hebben bij hun aanslagen: de politie en de “heidenen” of “Kafirs” in het Arabisch. En bij die laatste horen volgens de extremisten de Christenen, Boeddhisten en mensen van andere geloven. In het algemeen voelt de christelijke gemeenschap zich helemaal niet angstig. De Christenen hebben de reactie opgemerkt van hun Moslim stadsgenoten.

En wat was de reactie van de Moslimgemeenschap?
Enerzijds reageerde de vertegenwoordigers van de gematigde Moslim meerderheid, en in het bijzonder de Nadlatul Ulama die met meer dan veertig miljoen leden de grootste islamitische organisatie ter wereld is, snel en daadkrachtig. Anderzijds suggereerden sommigen die de harde lijn van de islam aanhangen dat deze aanslagen geënsceneerd werden door de regering van president Joko Widodo en zijn geestverwanten, om de Islam in een slecht daglicht te plaatsen. Maar de meerderheid van de Moslims verwerpt deze theorie. De meeste Moslims, net als de taxichauffeur die ik sprak, wijzen deze en alle andere terroristische daden sterk af.

De politie heeft de groep Jemaah Ansharut Daulah (JAD) geïdentificeerd als de daders achter deze aanslagen. Wie zijn zij?
Het is één van de illegale jihadistische organisaties, ik mag wel zeggen de meest extreme. Zij werven hun leden onder de extremisten die teruggekeerd zijn van de gevechten in Syrië. Men schat dat er zo ongeveer 500 tot 1000 extremisten zijn teruggekomen…..

Waarom nu?
Het is een signaal aan andere terroristische groeperingen om een terroristisch offensief te starten of om de strijd op te voeren, vooral tegen de politie, zoals ook gebeurde in Palembang. In feite brengt dit politieke schade toe aan de voorstanders van de Islam van de harde lijn; de niet-terroristische groeperingen die anderhalf jaar geleden een populistisch islamitische golf startten met het doel de president af te zetten en hem te vervangen door een meer islamitisch iemand. Maar in het geval van de aanvallen op de kerken in Soerabaja en op de politiebureaus, een paar dagen later, is het waarschijnlijk dat de drie betrokken families handelden zonder politieke agenda, maar vanuit hun terroristische ‘toewijding’ om zo snel mogelijk in de hemel te mogen komen.

U woont en werkt al meer dan vijfenveertig jaar in Indonesië en u heeft uw leven gewijd aan de dialoog tussen de godsdiensten, om bruggen te bouwen tussen de religies. Vindt u dit verschrikkelijke nieuws niet erg demotiverend?
Helemaal niet, we beginnen te accepteren dat we met het terrorisme moeten leren leven. Volgens mij zou dit de gematigde Islam zelfs kunnen versterken en tegelijkertijd Indonesië weer in zijn ideologische principes van de Pancasila kunnen bevestigen. De Pancasila is de leer dat Indonesië toebehoort aan alle Indonesiërs, onafhankelijk van hun geloof. Het zou kunnen dat door het terrorisme de Islam van de harde lijn steeds meer zal worden afgewezen. De foto van de betrokken familie met de twee kleine kinderen schokte veel Indonesiërs en veroorzaakte afschuw.

U bent een hoogleraar psychologie op de “Driyarkara School of Philosophy” in Jakarta waar een flink aantal studenten van de doctorale en masters programma’s moslim zijn. Dus kent u de meest vrijmoedige tak van Islam. Toch, aan de andere kant lijkt het islamitisch radicalisme toe te nemen in de wereld, waaronder in Afrika en Azië. Hoe ziet u deze trend?
Ik heb geen totaalbeeld van dit onderwerp, maar in Indonesië ligt alles nog open. We hebben de traditionele “abangan”, de Javanen die maar heel licht beïnvloed werden door de Islam en die, hoewel ze bidden en vasten, de politieke Islam sterk afwijzen. En we hebben de nationalisten, die in 1945, toen Indonesië zijn onafhankelijkheid uitriep, er alles aan gedaan hebben om te voorkomen dat Indonesië een Islamitisch land zou worden. Maar we hebben ook twee belangrijke organisaties: de eerder genoemde Nadlatul Ulama, die vooral aanwezig is op het platteland en een traditioneel karakter heeft en de Muhammadiyah die in de steden gevestigd is en vooral in het onderwijs werkzaam is (zij hebben meer dan 100 universiteiten). Beiden zijn sterk islamitisch gemotiveerd en toch verwerpen zij resoluut het islamitisch terrorisme.

Ook belangrijk, zelfs beslissend, is het nationale Indonesische identiteitsbesef. Extremisten zoals Hizbuth Tahrir – die vorig jaar buiten de wet is geplaatst en die streeft naar een Islamitisch kalifaat- worden door de andere moslims afgewezen omdat zij de Indonesische identiteit niet respecteren. Zolang vijftig procent van de (vaak weinig verdienende) Indonesiërs blijven geloven dat hun kinderen onder het bestaande democratische Pancasila-systeem de beste kansen hebben op een goede toekomst, zal Indonesië niet islamistisch worden. De internationale golf van islamitisch extremisme wordt weliswaar duidelijk gevoeld in Indonesië, maar de Indonesiërs hebben een bijzonder sterke nationale en culturele identiteit. Toch is niet alles in orde. Het politiseren van de Islam omwille van persoonlijk politiek gewin vormt een reëel gevaar.

Kunnen wij er op een of andere manier iets aan bijdragen?
Indonesië zal ongetwijfeld islamitischer worden maar, laten we hopen dat dit binnen het bestaande grondwettelijk en democratische bestel gebeurt. Voor ons als Christenen is de taak helder: wij moeten in goed vertrouwen positieve relaties met de algemene Indonesische Islam opbouwen, wat zij overigens enorm waarderen. De Kerk neemt in dit opzicht al dertig jaar lang het initiatief en deze inzet werpt inmiddels zijn vruchten af. Zo worden veel van onze kerken rond Kerst en Pasen door de Banser beschermd, de troepen van de Nadlatul Ulama.