Georgette woont in een bescheiden appartement in Achrafieh, een arme, overwegend christelijke wijk van Beiroet in Libanon. De haven ligt op ongeveer 20 minuten lopen, maar dat was niet ver genoeg om haar te beschermen tegen de gevolgen van de ontploffing die in 2020 de hele hoofdstad deed schudden en waarbij honderden mensen omkwamen.
Al haar voortanden braken
“Normaal gesproken zou ik rond die tijd aan het dutten zijn, maar ik was aan het telefoneren toen ik de eerste explosie hoorde, die sterk genoeg was om enkele voorwerpen te verplaatsen”, vertelt Georgette. De tweede ontploffing brak de ruiten van haar huis en liet haar door de kamer vliegen, waarbij al haar ondertanden braken. “Ik begon te bidden, ik dacht dat het misschien een aardbeving was, en ik was er zeker van dat ik zou sterven”, legt zij uit aan Kerk in Nood.
Toen de eerste schok voorbij was, begon zij zich zorgen te maken over haar zoon. Hij werkte in een mobiele-telefoonwinkel vlak bij de haven. Gelukkig had hij na de eerste ontploffing de tegenwoordigheid van geest gehad om zijn enige klant op dat moment, een bejaarde vrouw, te zeggen dat zij naast hem op de grond moest gaan liggen. De explosie maakte het gebouw met de grond gelijk, maar zij hebben het allebei overleefd.
We danken God ondanks alles
De explosie in de haven was de laatste in een reeks tragedies die Libanon heeft getroffen. Eerder had een financiële crisis de Libanese Pond doen kelderen, waardoor het twintigmaal zijn waarde verloor ten opzichte van de dollar. Dit alles werd natuurlijk nog verergerd door de Covid-pandemie. “De situatie maakt dat je wilt huilen”, zegt Georgette. “Wij kunnen ons niets veroorloven, maar wij danken God ondanks alles”, voegt zij eraan toe.
De economische situatie, nog verergerd door de Covid-beperkingen en -sluitingen van de afgelopen jaren, heeft negatieve gevolgen gehad voor veel gezinnen. Georgette is 60 en gescheiden. Een van haar twee dochters is onlangs ook gescheiden en bij haar ingetrokken. Banen zijn schaars, maar Georgette heeft onlangs werk gevonden en serveert koffie op een kantoor. “Ze behandelen me goed, maar betalen me niets extra’s”, legt ze uit. “Ik betaal 1,5 miljoen pond ($50) om naar mijn werk te komen en verdien 2 miljoen per maand [$67). Wat kan ik doen?”
Er is altijd iemand die helpt
Haar salaris is niet eens genoeg om haar maandelijkse huur te betalen, laat staan om andere noden te lenigen. Toch bidt zij, en weet ze dat het uiteindelijk altijd goed komt. “Soms laat mijn huisbaas mij later betalen, soms helpen mensen mij. Ik weet niet altijd waar de hulp vandaan komt, maar er is altijd iemand die helpt”, zegt zij, terwijl zij een kruis slaat en moeite doet om de tranen in te houden.
Na de havenexplosie zijn vrijwilligers van de Universitaire Pastorale Dienst, die door weldoeners van Kerk in Nood gesteund wordt, van deur tot deur gegaan om uit te zoeken wat de mensen nodig hebben. Een van de geestelijk assistenten van de pastorale dienst, zuster Raymunda, hielp Georgette aan een tandarts die haar gebit gratis repareerde. Ook bezorgen ze haar om de twee maanden een voedselpakket ter ondersteuning. “Het is een grote hulp”, zegt zij. Maar toch, als het voedsel op is, is zij vaak gereduceerd tot het eten van brood met een beetje olijfolie. De dagen dat vlees en gevogelte regelmatig op haar bord lagen, zijn al lang voorbij.
Toch is zij hoopvol. “Ik ben sterk. Zelfs als ik ziek word, stop ik niet om te rusten, ik blijf op de been. Ik wil geen zwakte tonen, en ik blijf altijd positief”, zegt zij. “Zonder hoop is er geen leven. Uiteindelijk zal het beter worden.”
Helpt u Georgette en mensen die net als haar geraakt zijn door de crisis in Libanon?