Eén van ‘drie heiligen van CAR’ overleden

dinsdag, 01 december 2020
Nieuws
Vandaag bereikte ons het trieste nieuws dat imam Oumar Kobine Layama in de Centraal Afrikaanse Republiek is overleden. In 2017 publiceerden we onderstaande interview met de kardinaal van Bangui, Dieudonné Nzapalainga, over de bindende kracht van de godsdiensten tegen de burgeroorlog in Centraal Afrika, waarin hij sprak over zijn samenwerking met de imam.

Door Benedikt Winkler

Al jaren strijden rebellengroepen om macht en natuurlijke rijkdommen in de Centraal Afrikaans Republiek (CAR). In maart 2013 hebben de rebellen van de Séléka, merendeels Moslims, de corrupte regering van president François Bozizé, omvergeworpen. In reactie op de plunderingen en moorden is toen de niet minder gewelddadige beweging van de anti-balaka, voornamelijk bestaand uit Christenen, aan de macht gekomen. Sindsdien zijn meer dan een miljoen Centraal Afrikanen naar het buitenland of naar andere streken binnen het land gevlucht. Kerken en moskeeën bieden de burgerbevolking bescherming tegen afpersing. De toestanden, die veel weg hadden van een totale burgeroorlog, zijn door militaire interventies van Frankrijk en vredesmissies van de Verenigde Naties enigszins gestabiliseerd, zodat in februari 2016 de nieuwe president Faustin-Archange Touadéra gekozen kon worden. Toch zijn er de laatste maanden bij diverse gelegenheden oplevingen van geweld geweest. Het Duitse Katholieke tijdschrift “die Tagespost” had een ontmoeting met Z.E. Kardinaal Dieudonné Nzapalainga, de jongste kardinaal ter wereld, bij het internationale kantoor van Kerk in Nood in Kronberg.

Eminentie, welk resultaat heeft het bezoek van de Paus aan de CAR in 2015 gehad voor de Christenen en Moslims?
De Paus heeft met zijn bezoek aan Christenen en Moslims vrede en hoop gebracht door hen allen bijeen te brengen in een stadion. Ik kan u verzekeren dat zijn bezoek een onvergetelijk moment is geweest. De avond tevoren was het onmogelijk op minder dan vijf kilometer te komen van het gebied dat in Bangui wordt aangeduid als het “ghetto van de Moslims”, maar de Paus is er binnengegaan. Zijn vertrek eruit leek op de doortocht door de Rode Zee: net als de Israëlieten die door de Rode Zee zijn getrokken, volgden talloze Moslims de Paus te voet of op een moterfiets – en zonder een zweem van angst. Het was een bevrijding, een wonder.

Hoe is de situatie momenteel in Bangui?
Op het ogenblik kunt u deze wijk naar believen binnengaan of verlaten: voor de Moslims is het bezoek van de Paus een bevrijding geweest uit de gevangenis die deze wijk voor hen was geworden. Ze kunnen zich nu vrijelijk verplaatsten en naar het oosten, westen, noorden of zuiden gaan. Het is een teken dat allesbehalve te verwaarlozen is. En we denken dat het pauselijk bezoek er toe heeft geleid dat de CAR zich nu in de aandacht van de gehele wereld mag verheugen. We hadden hier televisieploegen uit de hele wereld, die vanaf de inwijding van de moskee aandacht aan het bezoek van de paus hebben gegeven, wat wel aangaf dat religie niet het probleem is. In tegendeel, de Paus riep de religies op om samen naar oplossingen te zoeken. We hebben allemaal een gemeenschappelijke voorvader, Abraham – onze voorvader in het geloof. En zo is het ook met de Koran en de Bijbel: we hebben alles in de hand om ons te verenigen en ons te begeven op de weg naar vrede.

U wordt gezien als een van de drie “heiligen” van Bangui…
Wel, het Franse dagblad “Le Monde” heeft de conclusie getrokken dat we heiligen moeten zijn, alleen omdat we ons gedragen als broeders en boven de verdeeldheid willen uitstijgen. Vandaar deze uitdrukking. De twee anderen zijn Nicolas Guerekoyame-Gbangou, dominee van de evangelische Kerk Elim Bangui-M’Poko en hoofd van de protestantse Kerk in Centraal Afrika, en imam Omar Kobine Layama, voorzitter van de islamitische conferentie. Wij hebben met ons drieën de handen ineengeslagen om een forum te vormen en te kunnen zeggen dat religie juist “verbinding” betekent. Karakteristiek voor de religie is mensen aan elkaar te binden. De Koran en de Bijbel bevatten teksten die ondubbelzinnig aangeven dat mensen dienen samen te smelten – als “goede honing.”

U bent alle drie kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders. Hoe kunt u in deze hoedanigheid invloed uitoefenen op rebellengroeperingen als de Séléka en de Anti-balaka?
Wij richten ons tot hun geweten. Wij hebben geen wapens. Ons wapen is het Woord van God. Wij kloppen aan de poorten van de harten van mannen en vrouwen. Het is aan hen dit te accepteren of niet. Verder is onze missie en onze plicht hun te zeggen: Gij zult niet doden. Dit zeggen we trouwens ook wanneer we mensen zien die doden. Dan zeggen we tegen hen: ‘Nee, gij moogt niet doden. God wil niet dat we doden.’ We moeten hen zeggen dat ze hun wapens neerleggen, maar proberen ook hun hoofd en hun hart te ontwapenen. We kunnen natuurlijk iemand met geweld ontwapenen door hem zijn geweer af te pakken – maar als hij het in zijn hoofd en hart daar niet mee eens is, komt hij wel aan een ander geweer. Daarom moet hij eerst in zijn hoofd overtuigd zijn, zodat we vervolgens naar oplossingen kunnen zoeken voor wederzijds respect.

Hoe is de politieke situatie in de CAR onder president Faustin-Archange Touadéra?
Ons land maakt geen religieuze crisis door, maar een militair-politieke crisis. Sommigen gebruiken godsdienst om zich van macht en de natuurlijke hulpbronnen, zoals goud en diamanten, meester te maken. In de CAR is het gezag van de staat zwak: veertien van de zestien prefecturen zijn in handen van de rebellen. De rebellenleider bezit de werkelijke macht. Hij kan beslissen over leven of dood van een persoon.

Wat zou er naar uw mening moeten gebeuren om meer recht en minder corruptie in het land te bewerkstelligen?
Wij denken dat, na alles wat er in ons land gebeurd is, de slachtoffers gerechtigheid verdienen. Er zijn burgers die alles zijn kwijtgeraakt. En er zijn mensen die hebben gedood en die dat moeten erkennen tegenover zichzelf. De mensen moeten ophouden te denken dat ze veel geld kunnen verdienen met corruptie – dat idee moeten we verwerpen. Recht en orde dienen hersteld te worden. Wij zouden willen dat allen voor de wet verantwoordelijk zijn en dat de moord op een persoon gestraft wordt met gevangenisstraf. Maar op het ogenblik geniet moord een totale straffeloosheid. Dat gaat maar door. Het recht dient dus te worden hersteld. Er wordt gedood voor geld, voor diamanten, voor alles en niets. Wie de wapens heeft, deelt de lakens uit. Om tot een gezonde samenleving te komen, dienen we anders te werk te gaan.

Hoe dan?
Je moet duidelijke doelstellingen aan de mensen voorhouden. Onze natuurlijke rijkdommen zijn een van de oorzaken van de problemen in dit land. De CAR is buitengewoon rijk aan natuurlijke hulpbronnen. De mensen komen van overal om er hun voordeel mee te doen en de natuurlijke hulpbronnen door te verkopen – aan Soedan, Kameroen of Tsjaad. Omdat de staat absoluut niets onder controle heeft, kunnen de rebellen de diamanten in het buitenland verkopen en zich op die manier verrijken. De staat blijft arm. Daarom moet hier een einde aan komen. We moeten wegen aanleggen, scholen bouwen, medische centra openen. Op die manier dient er ontwikkeling te komen.

Sinds het uitbreken van de vijandelijkheden in mei 2017, hebben ongeveer 2000 mensen hun toevlucht gezocht in het katholieke seminarie van de stad Bangassou. Hoe is de situatie in de tijdelijke opvangplaatsen van de Kerk?
De situatie is moeilijk, om niet te zeggen catastrofaal. De mensen kwamen gewoon en wij hebben zelfs moslims van de Séléka opgenomen. De bisschop heeft de moed gehad al die moslims in zijn gebied op te nemen. Maar de jongelui met wapens willen hen doden. Daarom is hij aanwezig om hen te beschermen, ondanks het risico zelf gedood te worden. We moeten begrijpen: als iemand niets heeft om te eten, wordt hij een wolf. Dat is wat deze moeilijke situatie veroorzaakt. De Kerk is aanwezig, is ter plaatse en biedt bescherming, maar de Kerk heeft ook de steun en hulp nodig van de internationale gemeenschap.

Wat betekent het katholiek te zijn in de CAR?
Ik zeg vaak tegen de mensen dat de Katholieke Kerk universeel is. Dat betekent dat er verscheidenheid is. En als ik werkelijk Katholiek ben, dan dien ik ook Moslims bij mij te ontvangen en goed te zijn jegens hen. Ik moet ook goed zijn jegens Protestanten – we zijn allen kinderen van God. Dat is precies wat we hebben gedaan tijdens de crisis. Zes maanden lang heb ik de imam bij mij onderdak verleend. Als de Kerk ons hier steunt, zal het onze missie zijn bruggen te bouwen tussen de religies, naar de protestanten en de moslims. Wij komen bijeen om gezamenlijk te bidden, wij komen bijeen om te praten over onze angsten en om samen op te trekken.

Spreekt u ook over angst?
Absoluut. In het binnenland zijn heel wat vluchtelingenkampen. De mensen kunnen niet meer naar de velden gaan om er te werken. Ze kunnen niet meer vissen. Zij zijn overal bang, want ze zijn nergens veilig. En ze zijn opgesloten in hun kamp. De toestand is dus catastrofaal. Zoals ik u zei. De Kerk is er, ter plaatse, naast de mensen, om hen te blijven helpen en steunen. Dank zij de hulp van de Kerk uit de hele wereld en organisaties als kerk in Nood kunnen wij samen projecten uitvoeren.