Door Joanna Smith
“Na 10 jaar is er nagenoeg geen enkele rechtvaardigheid voor die gemeenschappen”, aldus pater Ajay Kumar Singh over 2008, het jaar dat fundamentalistische hindoes het christendom in de Indiase deelstaat Odisha met tak en wortel wilden uitroeien. In het district Khandamal zetten de toenmalige machthebbers aan tot moorden, brandstichting, publieke verkrachting van christelijke vrouwen en andere wreedheden om christelijke gemeenschappen te dwingen zich te bekeren.. of te vertrekken. “Bij het geweld vielen 101 doden, werden meer dan 350 kerken vernield, 7500 huizen in as gelegd, en heel wat kloosters, pastorieën en klinieken en 13 humanitaire organisaties aangevallen en geplunderd. Het oproer breidde zich uit over 450 dorpen.”
Andere regering, meer haat
Naarmate de tijd verstreken is, zijn gebouwen herbouwd en herinneringen vervaagd. Maar hoe staat het met de christelijke gemeenschap van Odisha en in India 10 jaar na die feiten? Pater Singh: “In 2014, 6 jaar na het geweld in Khandamal, heeft de Indische Congres Partij de macht verloren aan de Bharatiya Janata Party, de BJP, een hindoe-nationalistische partij. De BJP is vooral voortgekomen uit het religieus geweld tussen hindoes en moslims in 2002 in de deelstaat Gujarat. Sinds 2014 is het aantal aanvallen op christenen verdubbeld; van 147 in 2013 (het jaar voor de regeringswissel) naar 351 vorig jaar.” Volgens het onderzoek van pater Singh bereiken de aanvallen en discriminatie van christenen en andere minderheden een historische piek.
Pater Singh wijst ook op een ander fenomeen dat in India toeneemt: tientallen oude wetten zijn van stal gehaald die verbieden om koeien te slachten, om rundsvlees te kopen of te bewaren in huizen, zelfs wanneer mensen geen Hindoe zijn, omdat de dieren in het Hindoeïsme als heilig worden beschouwd. Zelfs privéwoningen werden ‘gecontroleerd’ door militante groepen. Sommige controles liepen uit op lynchpartijen of zwaar geweld. Dergelijke ‘beef lynchings’ werden niet alleen gemeld in de deelstaat Odisha en in diverse andere deelstaten in India. Volgens mensenrechtenorganisaties zou 86% van de wegens consumptie of transport van rundsvlees gelynchte mensen Moslim zijn geweest. Opvallend is dat 97% van alle incidenten zich hebben voorgedaan in de drie jaar dat de BJP nu aan de macht is.
Sektarisme is een publiek geheim
Hoewel de Indiase justitie officieel gebaseerd is op een grondwet die godsdienstvrijheid en de waardigheid van al haar burgers erkent, zorgt de invloed van het kastensysteem voor discriminatie tegenover Christenen en mensen uit lagere kasten. Volgens pater Singh spreken de rechtbanken zich vaak uit in het voordeel van partijen met “een geloof van Indiase origine.” Ook ziet hij dat de politie minder geneigd is op te treden bij geweld tegen Christenen. Omdat discriminatie lastig te bewijzen is en veel (arme) Christenen ongeletterd zijn, is het voor hen vaak moeilijk om een onrechtmatige rechtsgang te betwisten. “Het is voor de overheden gemakkelijk om klachten wegens systematisch onrecht af te doen als overdrijvingen of zuivere verzinsels.”
Religieuze discriminatie
Volgens het verslag over godsdienstvrijheid dat Kerk in Nood in 2016 publiceerde, behoort India tot de zes landen waar de overheid vervolging faciliteert. Voor de christenen van India is dat niet nieuws. Wanneer een Indiër zich tot het christendom bekeert, loopt hij het risico op een echtscheiding of op ontneming van zijn ouderlijk gezag, enkel omdat hij zich bekeerd heeft. Eigenaars verhuren liever niet aan Katholieken. De lijst discriminaties is lang. “We moeten de godsdienstvrijheid koesteren”, zegt pater Singh. “De antibekeringswetten zijn strijdig met de mensenrechten en met de menselijke waardigheid. India heeft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens ondertekend. Ze is ook verdragspartij bij het Internationaal Verdrag voor de burgerlijke en politieke rechten, dus ze aanvaardt de mensenrechten. Die mogen niet zomaar op de schop”.
De rol van de Kerk voor onze vervolgde broeders en zusters in Indië
“Ik erken dat Kerk in Nood een belangrijke rol heeft gespeeld in de nasleep van dat geweld. We zijn erkentelijk voor uw toenemende steun en uw solidariteit, die maakt dat de slachtoffers kunnen overleven. Voor de martelaren, voor wie getroffen is door die gebeurtenissen of voor wie aangevallen werd, wensen we dat er internationale publieke aandacht is, zodat die kwestie aan het licht komt en er een les uit getrokken wordt. Ik vrees dat anders de gevolgen verschrikkelijk zijn als het geweld weer opflakkert. De gebeurtenissen van Khandamal mogen zich niet opnieuw voordoen”, besluit pater Singh.