"De lokale krijgsheren faciliteren de opkomst van de Fulani herders in ons gebied in de Centraal Afrikaanse Republiek, waardoor de bevolking onrustig wordt", aldus bisschop Juan José Aguirre Muños tegen persbureau Fides. "Door de hele Sahel destabiliseert de trek van de Fulani met miljoenen stuks vee hele regio’s in Nigeria, Niger, Burkina Faso, Kameroen, Tsjaad en nu de Centraal-Afrikaanse Republiek, vanwege de conflicten die deze veroorzaken."
"De oorzaak van deze verplaatsing is de woestijnvorming die de herders dwingt op zoek te gaan naar nieuwe weiden en waterbronnen. Helaas laten de Fulani, die goed bewapend zijn, een spoor van bloed achter tijdens hun reis die elke dag langer wordt", zegt de bisschop. "Ze hebben een corridor gecreëerd die van Tsjaad uitmondt in Centraal-Afrika in het gebied N’Délé, in het noorden, vanwaar ze afdalen naar Bangassou in het zuid-oosten, dwars door de missies van Zémio, Boqui en Obo. Duizenden mannen, vrouwen en kinderen zijn met hun kuddes op weg naar ons gebied."
Bisschop Aguirre verbergt zijn bezorgdheid niet. "Als de stroom dit tempo voortzet, zou het aantal Fulani in het zuidoosten van Centraal Afrika binnen enkele jaren twee miljoen kunnen bereiken. Lokale mensen zijn ongerust over hun toekomst. Er wordt alles aan gedaan om corridors te openen waardoor de Fulani kunnen passeren op zoek naar water en weiden. De krijgsheren hebben opgeroepen om een deel van het Obo-missiegebied om te vormen tot een natuurpark om zo de boeren weg te jagen en de vestiging van de Fulani met miljoenen stuks vee toe te staan. Dit is een deel van de oorlog die we in Centraal-Afrika ervaren, voegt hij eraan toe. "Een van de krijgsheren, verbonden aan de Fulani is Ali Darassa, zelf een Nigeriaanse Fulani. Hij is de belangrijkste trekker van deze corridors. We begrijpen het drama van de Fulani, die zelf slachtoffer zijn van verwoestijning. Maar niemand heeft toestemming gevraagd aan de Centraal-Afrikaanse bevolking, die al in zeer moeilijke omstandigheden leeft. Verder zijn de Fulani moslims en is de plaatselijke bevolking Christelijk. Het benadrukt de interreligieuze spanningen die al aanwezig zijn in Centraal-Afrika."
De verplaatsing van de Fulani brengt het risico met zich mee dat ook andere landen betrokken raken. "In februari staken de Fulani met hun kudden de Bomu-rivier over en vestigden zich in het bos van Garamba, in het noorden van de Democratische Republiek Congo, waar zich overvloedige graasgronden bevinden. Het Congolese leger heeft de herders echter verjaagd.”
Bron: Fides
