De Kerk in Libië, springplank naar Europa

donderdag, 13 februari 2020
Nieuws
"Om de vluchtelingenstroom het hoofd te bieden, zouden de problemen ter plaatse moeten worden opgelost".
ACN-20200122-96355 Libië caritas

Libië is bijna negen jaar in oorlog: de regering vecht tegen milities, beiden worden ondersteund door buitenlandse mogendheden. De “Berlijnse conferentie” die medio januari plaatsvond wilde een doorbraak bereiken. Maar de belangrijkste overeenkomsten hielden niet eens een week stand. Bisschop George Bugeja, de apostolische vicaris van het hoofdbisdom Tripoli, sprak in een interview met Tobias Lehner van Kerk in Nood over de huidige situatie in het land, de verwachtingen van de Kerk over het vredesproces en over de komende ontmoeting van de katholieke bisschoppen uit het gebied rondom de Middellandse Zee.

Kerk in Nood: De conferentie van Berlijn medio januari had een bijdrage moeten zijn om de burgeroorlog in Libië die sinds 2011 gaande is eindelijk te beëindigen. Hoe beoordeelt u de resultaten?
De conferentie was een zeer positief teken in een lang proces om Libië te helpen een situatie te bereiken waarin vrede en verzoening eindelijk haalbaar zijn. Het zal geen gemakkelijk proces zijn om op dit punt te komen, omdat er grote verdeeldheid is. De partijen in het conflict liggen zover uit elkaar dat ze het zelfs moeilijk vinden om aan dezelfde tafel te zitten om de situatie te bespreken. De landen die aan de conferentie van Berlijn hebben deelgenomen, moeten hun steentje bijdragen aan dit lange proces door met één stem te praten en in de praktijk te brengen wat tijdens de conferentie is bereikt.

Het staakt-het-vuren waar de strijdende partijen mee instemden, duurde minder dan een week. Ook het wapenembargo zou alweer zijn gebroken. Wat merkt u daarvan in de hoofdstad, Tripoli?
Er is helaas inderdaad gevochten sinds de wapenstilstand. Vechten creëert spanning. De luchthaven van Tripoli gaat open en sluit afhankelijk van de situatie, maar scholen, winkels en kantoren zijn tenminste open in het centrale deel van de stad.

Libië is in een staat van oorlog sinds de Arabische lente in 2011. Kan de aanhoudende stroom vluchtelingen naar Europa überhaupt worden gestopt?
Ik denk dat het probleem van de vluchtelingen niet Libië zelf is. Libië is een springplank om Europa binnen te komen. Vluchtelingen uit landen ten zuiden van de Sahara ontsnappen aan de problemen die ze in hun eigen land hebben. Zij proberen een betere toekomst voor zichzelf en hun families te vinden. Om de vluchtelingenstroom die Europa probeert binnen te komen te stoppen of te verminderen, moet je dus de landen vanwaar ze vertrekken helpen om oplossingen te vinden voor hun problemen. Anders zullen vluchtelingen naar Europa blijven reizen en zelfs hun eigen leven riskeren, zoals ze al doen.

Hoewel Christenen een kleine minderheid van een paar duizend gelovigen zijn, horen we hun stem steeds weer in het conflict. Wat doet u, sociaal en politiek, om de situatie van de mensen te verbeteren?
Politiek zit niet in onze manier van werken. Wij zijn de pastorale bedienaars van de katholieke Kerk. We doen allereerst ons best om mensen te helpen met onze aanwezigheid. Ik moet zeggen dat wij als Katholieke Kerk tijdens het conflict in Libië zijn gebleven, zelfs toen andere kerken en alle Europese ambassades het land verlieten. Onze aanwezigheid bij onze kudde is dus een teken van aanmoediging voor iedereen die naar de Kerk komt. Afgezien hiervan hebben we ook een klein Caritas-centrum, van waaruit we hulp bieden aan mensen in nood, inclusief medische hulp dankzij de aanwezigheid van een arts en verpleegkundigen.

Paus Franciscus heeft de bisschoppen uit het gebied rondom de Middellandse Zee uitgenodigd voor een conferentie in Bari, eind februari. Het moet onder meer gaan over de onderwerpen migratie en vredesbeleid. Wat zijn uw verwachtingen over deze bijeenkomst?
Ik zal hopelijk deze bijeenkomst bijwonen in Bari, waar paus Franciscus op de laatste dag aanwezig zal zijn. Ik denk niet dat de aanwezige bisschoppen degenen zijn die oplossingen zullen vinden. Ik verwacht dat we onze specifieke situaties, die elke bisschop in zijn bisdom ervaart, kunnen bespreken en dat we van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen ondersteunen.