“In de hoofdstad bevindt zich Kibera, de grootste sloppenwijk van Afrika, waar oneindig veel mensen wonen op 2,5 vierkante kilometer. Er is geen stedenbouwkundig plan, huizen zijn vaak krotten met veel gezinnen die dezelfde badkamers delen. Er is geen regelmatig netwerk van wegen, dus om een plek te bereiken moet je door de steegjes lopen, waar je in nauw contact komt met honderden mensen. En Kibera is slechts één van de vele getto’s waarin duizenden mensen in Kenia wonen”, aldus Bwalya, directeur van het door de Comboni uitgegeven tijdschrift ‘New People.’
Begin april legde de overheid een lockdown en avondklok op, maatregelen die inmiddels zijn verlengd tot de eerste week van juni. In het land geldt een avondklok van zonsondergang tot 5 uur ‘s ochtends. De politie heeft op straat hard ingegrepen tegenover mensen die de maatregelen overtraden. “Veel mensen moeten zich verplaatsen om aan het werk te gaan en naar de stad te gaan. Er is veel minder openbaar vervoer in deze tijd, waardoor het risico om na 19.00 uur buiten te zijn zeer reëel is. De regering heeft 100 miljoen dollar uitgetrokken om de mensen te helpen die in het bijzonder door de pandemie zijn getroffen. Men zal 2.500 shilling [zo’n 22 euro] per arm gezin verdelen. Maar het zal niet gemakkelijk zijn om behoeftige gezinnen te identificeren en geld toe te wijzen.”
De lockdown, legt de missionaris uit, heeft onvermijdelijk invloed op de christelijke gemeenschappen die te maken hebben met de onmogelijkheid om riten te vieren en samen te komen. “Kerken zijn allemaal gesloten. Niemand kan naar de liturgische vieringen, omdat ze het risico lopen gearresteerd te worden. Gelukkig is de pastorale zorg via sociale media zeer actief en is het altijd mogelijk geweest om te communiceren via Facebook of via streaming. Pasen werd uitgezonden op de belangrijkste TV- en radiokanalen. De parochies zijn op hun beurt weer verdeeld in kleine christelijke gemeenschappen van rond de 20 families. Samen met de pastoor regelen zij gebedsbijeenkomsten en helpen ze elkaar bij wederzijdse noden. In deze moeilijke periode vormen deze kleine gemeenschappen een buitengewone sociale en pastorale levensader.”
Bron: Fides