De gelegenheid waarop Van Helvert sprak, viel samen met RedWednesday, de dag waarop Kerk in Nood aandacht vraagt voor de vrijheid van alle mensen om te geloven wat zij willen en in het bijzonder voor de Christenen, als meest vervolgde groep. Dit jaar deden in Nederland 119 kerken mee. Wereldwijd werden beroemde gebouwen rood aangelicht, waaronder de Cristo Redentor in Rio de Janeiro. Ook Van Helvert stond in de Sint Nicolaasbasiliek in Amsterdam stil bij deze gelegenheid: “Vandaag, op RedWednesday, denken wij aan de vervolgde Christenen. Bidden wij voor alle vervolgden ter wereld en staan we erbij stil. Dat is heel goed. Daarnaast moeten we ook in actie komen om vervolgde christenen en, in hun kielzog, alle vervolgden omwille van hun geloof te helpen. En juist in Nederland moeten we dat doen.”
Schaamte
Volgens het tweede kamerlid heerst er in Nederland schaamte om op te komen voor christenen. “We komen in Nederland op voor allerlei minderheden, groot en klein, man of vrouw, het maakt niet uit. De Nederlander maakt zich sterk voor de rechten van het individu in nood. Behalve als het over Christenen gaat, dan is het anders. Dan wordt ineens gewezen naar andere minderheden, naast christenen, die we ook niet mogen vergeten.” Van Helvert vertelt verder dat zowel het aantal landen waar sprake is van vervolging als het aantal slachtoffers ervan wereldwijd groeit. “Doorgaans betreft het religieuze minderheden, zoals de Oeigoeren, Jezidi’s en Rohinya. Zij ervaren dagelijks angst.”
Christenen genegeerd
Van Helvert zet zichzelf als lid van de Tweede Kamer in voor alle minderheden: voor homoseksuelen die stokslagen krijgen in Indonesië, voor de LHTBI-gemeenschap die niet voor hun geaardheid kunnen uitkomen of voor de moslims die in China onderdrukt worden. Het valt hem op dat bijna niemand lijkt te weten dat ook christenen in datzelfde land vervolgd worden. “Maar vooral christenen vormen volgens analyse door de Verenigde Naties de grootste groep van slachtoffers die wordt vervolgd omwille van hun geloof. Deze conclusie bevestigt wat andere bronnen, zoals Open Doors en Kerk in Nood, reeds langer melden. Telkens als ik zeg op te komen voor christenen, houdt men mij in Nederland voorbeelden voor van andere vervolgden, die ook mijn aandacht verdienen. Andersom is dat nooit het geval.”
Initiatiefnota
Van Helvert vindt dat de Nederlandse overheid geen aandacht en hulp biedt voor vervolgde christenen in het buitenland. Hij wil daar graag verandering in brengen. Samen met Kees van der Staaij van de SGP en Joël Voorwind van de Christen Unie heeft hij een initiatiefnota over Christenvervolging ingediend. “We moeten realistisch blijven, dat is onze plicht. Enkel in theorie werkende ideeën of goede bedoelingen zijn niet genoeg. Al wat wij doen, moet gericht zijn op het werkelijk verbeteren van het lot van onze medemens. En vanuit dit uitgangspunt moeten we alle beschikbare middelen inzetten.” In de initiatiefnota roepen de partijen op tot zelfreflectie ten aanzien van het christenvervolging in het buitenlandbeleid. Daarnaast stellen ze concreet een verbod voor op de export van geavanceerde surveillancetechnieken aan niet-democratische landen en pleiten ze voor de oprichting van een parlementaire groep die waakt over de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging.