“Een van de meest recente voorbeelden van christenvervolging is de moord, slechts tien dagen geleden, op 18 september, op een 31-jarige voorganger van de Baptistengemeente in Chin State, pastor Cung Biak Hum. Hij werd doodgeschoten toen hij een vuurzee probeerde te blussen nadat het leger artillerie had afgevuurd die huizen in brand had gestoken”, verklaarde Benedict Rogers. “Ze hebben hem niet alleen gedood, maar ook zijn ringvinger afgehakt om zijn trouwring af te pakken.”
Het leger heeft op 1 februari de macht gegrepen in het Zuidoost-Aziatische land, dat officieel Myanmar heet, waarbij voor zover bekend 1.136 mensen zijn omgekomen bij de gevechten. Er leven ongeveer 4,4 miljoen Christenen in Birma, een overwegend boeddhistisch land met 54,8 miljoen inwoners dat grenst aan Bangladesh, India, China, Laos en Thailand. Er zijn ongeveer 750.000 katholieken in het land.
De christelijke juridische groep ADF International schat dat meer dan 100.000 christenen die in interne ontheemdenkampen in het noorden van Birma wonen, momenteel geen toegang hebben tot voedsel en gezondheidszorg. Volgens Rogers, senior analist voor Oost-Azië van Christian Solidarity Worldwide (CSW), is het belangrijk te erkennen dat Christenen grotendeels behoren tot etnische minderheidsgroepen die lange tijd het doelwit zijn geweest van een leger dat “altijd een boeddhistische nationalistische agenda van de Birmanen heeft nagestreefd.” Het Birmese volk, ook bekend als de Bamar, is de dominante etnische groep in het land.
Rogers: “Ik denk dat de vraag voor de toekomst van Myanmar is of het daadwerkelijk de multi-etnische, multireligieuze samenleving wordt die het in werkelijkheid, qua samenstelling, al is? Of wordt het een boeddhistische Birmaanse samenleving waarin etnische en religieuze minderheden op zijn best als tweederangsburgers worden behandeld?”
Tijdens het webinar, dat werd georganiseerd door het Nederlandse lid van het Europees Parlement Bert-Jan Ruissen, werd ook gesproken met Alex Aung Khant, die zich als onafhankelijke kandidaat verkiesbaar heeft gesteld voor de verkiezingen van 2019 van het stadsontwikkelingscomité van Yangon. De jonge activist, die het land na de staatsgreep ontvluchtte, zei dat etnische en religieuze minderheden decennialang onder vervolging hadden geleden en dat discriminatie tot op de dag van vandaag voortduurt. “In Myanmar heeft het kantoor om je nationale identiteitskaart te halen twee ingangen. Er is een ingang voor Bamar boeddhisten en een andere ingang voor alle andere etnische groepen en alle andere religies. Er is dus sprake van systematische discriminatie vanaf het allereerste begin, als burgers.”
Tijdens zijn toespraak op het webinar klonk Benedict Rogers voorzichtig optimistisch. Hij zei: “Als het leger aan de macht blijft, voor hoe lang dan ook, dan zal de mensenrechtensituatie zonder twijfel zeer ernstig blijven en mogelijk zelfs verslechteren. Dat gezegd hebbende, heb ik enige hoop dat als het leger op de een of andere manier kan worden afgezet en de democratie kan worden hersteld, de eenheid van de mensen in hun verzet tegen de staatsgreep werkelijk buitengewoon is en mij enige reden tot hoop geeft. Ik denk dat we mensen van diverse religieuze achtergronden en verschillende etnische achtergronden, samen hebben zien komen in het hele land. We hebben zelfs voorbeelden gezien van Birmese boeddhisten, die voorheen sommige propaganda van het regime tegen religieuze en etnische minderheden geloofden, die zich daadwerkelijk verontschuldigden voor hun houding in het verleden en erkenden dat etnische en religieuze minderheden veel hebben geleden en dat zij hetzelfde doel hebben als zij qua democratie.”
