Ruim tien maanden na het uitbreken van de oorlog na de aanvallen door Hamas op 7 oktober vorig jaar, is de situatie van christenen nog lastiger. Omdat Israël steeds meer arbeiders van Arabische afkomst vervangt door immigranten, hebben velen geen inkomen meer. De internationale katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN) voert haar steun aan de christelijke gemeenschappen in het Heilig Land verder op.
De pauselijke hulporganisatie bezocht Israël en de Westelijke Jordaanoever om de voortgang te beoordelen van de projecten om christenen in het Heilige Land te helpen. De oorlog heeft gevolgen voor alle sectoren van de samenleving en alle religieuze en etnische groepen. Vooral buiten Gaza behoren christenen tot de zwaarst getroffenen. Kerk in Nood (ACN) helpt daarom christelijke gemeenschappen in Israël en Palestina om te overleven. Op dit moment biedt Kerk in Nood 602 gezinnen rechtstreeks hulp door het verstrekken van voedselbonnen: 128 gezinnen met het betalen van onkosten, zoals gas, water en elektriciteit en 122 personen met medische hulp. Dit is naast het werkgelegenheidsprogramma en andere projecten.
Oorlog zonder einde
Aanvankelijk meenden christenen er dat het een kwestie van tijd zou zijn. “We dachten dat de oorlog na vijf maanden zou stoppen, maar deze gaat maar door. Veel christenen zijn hun baan kwijtgeraakt, hun salaris is verlaagd of ze hebben helemaal geen inkomen. Maar het leven gaat door, ze moeten hun gezinnen te eten geven en schoolgeld en huur betalen. Het leven voor hen is verschrikkelijk,” zei Dima Khoury tijdens een ontmoeting met een bezoekende delegatie van Kerk in Nood ACN aan het Latijns Patriarchaat van Jeruzalem (LPJ).
“De middenklasse werd arm en de armen werden armer. Veel van de rijke families, die hun eigen bedrijven hadden, verlieten het land. Naarmate de oorlog voortduurt, beginnen we ons zorgen te maken dat het Heilig Land het volgende Syrië wordt, een oorlog zonder einde. Zelfs als de oorlog nu zou eindigen, zou de economie nog een jaar nodig hebben om weer te herstellen.”
Inkomen door werkprogramma
Dima Khoury staat aan het hoofd van de Sociale Dienst van het Patriarchaat, die hulp biedt zodat christenen deze crisis kunnen overleven. Kerk in Nood (ACN) was een van de eerste organisaties die financiële steun verleende aan veel van de projecten die het patriarchaat is gestart, zoals het verstrekken van voedselbonnen voor onmiddellijke hulp, het financieren van de aankoop van medicijnen en medische behandelingen, en de ontwikkeling van een werkgelegenheidsprogramma.
“De Kerk blijft zich inzetten om deze gezinnen tijdens de oorlog te helpen. Onder de christenen in Gaza, Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever hebben we 715 gezinnen gesteund via het humanitaire en noodhulpfonds”, legt Khoury uit. “En met het inkomen-door-werkprogramma dat wordt gefinancierd door Kerk in Nood, hebben we drie vliegen in één klap geslagen: we ondersteunen gezinnen, injecteren geld in de gemeenschap en houden een aantal christelijke organisaties draaiende. We hebben ook een serieus probleem met huisvesting, vooral in Oost-Jeruzalem, omdat de meeste christenen in huurhuizen wonen en bedreigd worden met uitzetting als ze hun contributie niet kunnen betalen.”
Vergunning nodig om te werken
Bisschop William Shomali, de patriarchale vicaris voor Jeruzalem en Palestina, vertelde ACN dat er bijna geen dag voorbij gaat zonder een nieuw verzoek om hulp. “Ik word bijna elke dag gebeld door mensen uit het noorden of zuiden. Sommigen hebben bijdrage in de huur nodig, sommigen eten, sommigen hebben collegegeld nodig, sommigen hebben vergunningen nodig.”
“Maar vergunningen om Israël binnen te komen [om te werken] vanaf de Westelijke Jordaanoever zijn de grootste nood. Vroeger waren het er 160.000, nu geloof ik niet meer dan 10.000, waarschijnlijk slechts 8.000. Maar de mensen willen echt werken. Daarom waardeer ik de steun van Kerk in Nood voor projecten voor werkgelegenheid, in plaats van het geven van liefdadigheid. Het is een goed principe en het verdedigt hun waardigheid.”
Gevolgen op lange termijn
Sami el-Yousef, de algemeen directeur van de LPJ, bevestigt dat de situatie wanhopiger is dan verwacht. Wel is hij hoopvol dat de christelijke gemeenschap met hulp in staat zal zijn om de storm te doorstaan. “Eerlijk gezegd dachten we in het begin niet dat dit [gebrek aan vergunningen] erg omvangrijk zou zijn, hoewel we wel wisten dat het erg destructief kon zijn. We hadden met name het effect op de Westelijke Jordaanoever niet voorspeld. We hebben eerder sluitingen gezien, intrekking van vergunningen, verlies van banen, zoals tijdens Covid bijvoorbeeld. We dachten dat het tijdelijk zou zijn, maar nu realiseren we ons dat dit gevolgen op de lange termijn zal hebben.”
Complete vertrouwensbreuk
Volgens el-Yousef hebben de aanslagen van 7 oktober geleid tot een complete vertrouwensbreuk tussen Arabieren en Israëli’s in het Heilige Land. “Mensen dachten dat het een paar maanden zou duren en dat Israël dan opnieuw vergunningen zou moeten afgeven, omdat ze de arbeiders nodig hebben. Maar met de huidige Israëlische mentaliteit gaat dat niet op. Ze zijn begonnen met het importeren van arbeidsmigranten uit de hele wereld. Dit verdubbelt hun kosten voor arbeid en de migranten hebben niet de vaardigheden of kennen de taal niet.”
“Als we ons te veel richten op de politieke horizon zouden we gewoon inpakken en vertrekken. Dit land heeft echter al veel crises gekend en de Kerk heeft altijd een manier gevonden om de gemeenschap te steunen. Er is geen reden om aan te nemen dat dit anders zal zijn. Het is moeilijker en we moeten goed nadenken over wat we in de toekomst gaan doen, maar ik weet zeker dat de christelijke aanwezigheid zal overleven, en de Kerk moet aanwezig zijn met haar instellingen.”
Geschenk uit de hemel
“Het was een geschenk uit de hemel om al zo vroeg deze steun van ACN te krijgen, want vanaf dag één konden we iets doen. Dit jaar waren we echt een Kerk in nood. We hadden alle steun nodig die we konden krijgen van onze vrienden over de hele wereld, en Kerk in Nood was een van de eersten die reageerde,” besluit el-Yousef.
© Foto: doop in de Heilige familiekerk in Gaza