Centraal Afrikaanse Republiek: Een wonder van vergeving

Project
Waar de haat regeert, treden religieuzen vaak op als vredestichter. Toch blijft het moeilijk om je vijand lief te hebben.
30-Centraal-Afrikaanse-REpubliek-en-uitsnede-pr-Aurelio

Waar de haat regeert, treden religieuzen vaak op als vredestichter. Toch blijft het moeilijk om je vijand lief te hebben. Een gangbare opvatting is dat het praktisch onmogelijk is om dezelfde personen die verantwoordelijk zijn voor de dood van dierbaren of het verlies van huis en haard lief te hebben. De Italiaanse priester van de Karmelieten, Aurelio Gazzera, vertelt hoe liefde de haat overwon in Bozoum.

Het scheelde niet veel of hij was gelyncht door een woedende menigte. Missionaris Aurelio Gazzera bad de rozenkrans toen zijn auto werd bekogeld met stenen en razende mannen hun wapens op hem richtten. De priester had zich de gram van een groep Moslims op de hals gehaald doordat hij de terugtrekking van de Séléka rebellen had gesteund; de achterblijvende moslims vreesden dat zij het slachtoffer zouden worden van de wraak van de rest van de bevolking. Juist toen hij zou worden aangevallen door de menigte, gingen twee moslims voor hem staan en redden daarmee zijn leven. Eén van hen was een opstandeling die bekend stond als een meedogenloze kerel. In het verleden had hij bezwaar gemaakt toen Broeder Aurelio in het openbaar de misdaden van Séléka aan de kaak stelde. Hij had gedreigd dat hij hem persoonlijk zou vermoorden. En nu redde hij de missionaris van de dood.

De 52-jarige Italiaanse priester van de Karmelieten nam de woorden van de Schrift letterlijk:`Wees goed voor hen die je haten!´. Direct na deze gebeurtenis trok hij er diverse malen per dag op uit, samen met een paar vrijwilligers uit zijn parochie, om de moslims te bezoeken die zich hadden verscholen achter allerlei barricades om eventuele wraakacties voor te zijn. Hij voorzag ze van drinkwater, rijst en medicijnen die hij uit eigen zak had betaald. Maar zijn belangrijkste beweegreden was om ze op hun gemak te stellen. “Dit waren dezelfde mensen die mij hadden bedreigd en de ramen van mijn auto hadden ingegooid met stenen. Nu waren ze niets meer dan bange kinderen, vrouwen en mannen in nood.”

Na verloop van tijd slaagde pater Aurelio er uiteindelijk in om ook de andere parochianen te vermurwen. Nadat de meeste moslims per konvooi waren geëvacueerd in februari 2014, bleven er nog een paar honderd van hen achter in de stad Bozoum. De meeste van hen waren vrouwen en kinderen. Tot op vandaag hebben ze nog hulp nodig. Aanvankelijk durfde de priester slechts heel omzichtig de mensen te vragen medicijnen en provisie naar de kerk te brengen om de moslims te helpen. Hij legt uit: “Ik drong niet te hard aan, omdat ik weet dat de wonden nog vers zijn. Velen hebben familieleden verloren, anderen hebben gezinsleden die zijn gemarteld, diversen zijn beroofd en allemaal moesten ze telkens voor weken hun huis verlaten en dat allemaal vanwege de Séléka en een paar Moslims.”

Uiteindelijk was pater Aurelio diep geraakt door hun vrijgevigheid. “Normaal doneren de parochianen wat provisie voor de wezen en een kleine som geld, ongeveer 15 tot 20 euro, tijdens de maandelijkse collecte voor de armen. Op die zondag hebben mijn christenen me ontroerd. Ze brachten een grote hoeveelheid voedsel en zamelden meer dan 70 euro in! Dit is veel geld voor een uitgesproken arm land.” Duidelijk aangedaan zegt hij: “De parochianen konden hun hart laten spreken en deden meer voor de vijand van gisteren dan ze gewoonlijk doen voor hun broeders en zusters, de armen van deze gemeente.”

Vandaag de dag, in de nasleep van de donkere oorlogsperiode, peinst Pater Aurelio heel vaak over de vraag: “Wat kan ik als priester en missionaris doen in deze situatie? Wat kan de Kerk doen?” Dit is zijn conclusie: “We kunnen zoveel doen, werkelijk zoveel. Juist nu is het meer dan ooit nodig om de harten van de mensen en hun geweten te sterken.” Hij vertelt hoeveel er nog gedaan moet worden: de huizen zijn verwoest, honderdduizenden mensen zijn gevlucht, de armoede en nood zijn onvoorstelbaar. Maar het belangrijkste werk is “mensen troosten, aanmoedigen en het bewustzijn vergroten over de fouten, het kwaad en de zonden. Een crisis van deze aard raakt ons diep en het spoort ons aan om het voorbeeld van Jezus, zijn Woord en leven, na te volgen. Hij kan ons kracht en moed geven. Hij opent wegen van licht en hoop. Bedenk wat Pater Werenfried altijd zei: Geef mensen je vertrouwen. Want mensen zijn beter dan we denken. En, niet alleen mensen, maar God is ook beter dan we denken.”

Kerk in Nood ondersteunt in de Centraal Afrikaanse Republiek de opleiding van toekomstige priesters en religieuzen die de vredestichters van de toekomst zullen zijn. Daarnaast helpt Kerk in Nood bij de wederopbouw en steunt ze het werk van de Kerk in een land dat tot de armste in de wereld behoort.