Door Amélie de la Hougue.
Kerk in Nood: Op 6 februari 2019 werd een vredesakkoord ondertekend door de regering en 14 gewapende groepen. Hoe ziet u de situatie nu, een jaar later?
Het geweld is drastisch afgenomen en het vredesakkoord was daarbij een belangrijke factor. Vóór het akkoord legden geweld en aanslagen het land in as, maar sinds de ondertekening lijkt het erop dat de bevolking zich eigen gemaakt heeft dat vrede hun gezamenlijke doel is. Er zijn natuurlijk nog steeds onrustige gebieden, maar niet zoveel als voorheen. We moeten ons nu vooral inspannen om het geweld volledig te beëindigen.
U reist al jaren door het hele land om met mensen van allerlei pluimage te spreken en een beroep op hen te doen om de vrede te ondersteunen. Heeft u veranderingen gezien in het gedrag van de mensen?
Ja. Ik ben bijvoorbeeld net terug van een reis door het noordwesten van het land. Tijdens deze reis zeiden jonge mensen tegen me: “We begrijpen het nu en zijn klaar voor de vrede.” Ik denk dat dit op zich al als een overwinning kan worden beschouwd en ik ben erg blij dat de jongeren dit zeggen. Het is onze plicht ervoor te zorgen dat de spanningen afnemen, door als bemiddelaar tussen de mensen te fungeren en te werken aan de ontwapening van harten en geesten, zodat de mensen weer in gemeenschap kunnen samenleven.
Wat moet er nog worden gedaan om de vrede te bevorderen?
We moeten onvermoeibaar zijn in onze inspanningen, want de voedingsbodem voor geweld is er nog steeds, net als de vijanden van de vrede. De vijanden van de vrede, dat zijn degenen die illegaal de huizen bezetten van degenen die zijn vertrokken. Het zijn degenen die geloven dat anderen weg moeten blijven en dat zij de nieuwe bewoners zijn. In naam van de gerechtigheid vragen wij deze mensen de huizen terug te geven aan hun ware eigenaars, omdat het hun rechtmatige eigendom is.
Dit proces wordt uitgevoerd door middel van ontmoetingen, maar ook door projecten die vereisen dat groepen samenwerken om een wederzijds doel te bereiken, zodat ze weer met elkaar leren omgaan.
Wie kan deze projecten initiëren? De overheid? De Kerk?
De overheid is sterk afhankelijk van de Kerk. Onlangs vertelde ik na een drie uur durende publieke bijeenkomst aan de plaatsvervangend prefect: “Het is nu aan u om met de plaatselijke bisschop te blijven samenwerken”. De plaatsvervangend prefect heeft geen geld, hij heeft zelfs geen motorfiets. Hij was te voet aangekomen. Als de bisschop hem dus niet helpt om in dergelijke situaties vrede te brengen en de orde te herstellen, zal er niets veranderen.
Heeft u er vertrouwen in dat de presidentsverkiezingen eind 2020 zullen plaatsvinden?
Ik heb in tegenstelling tot politici geen toegang tot de meest actuele informatie, maar u kunt de spanningen voelen en de verbale gevechten zien. In deze context is het vooral onze rol om te benadrukken dat de politiek geen platform is voor moord, maar voor ontwikkeling. Je kunt er tegenstrijdige ideeën op nahouden, maar je kunt er geen mes trekken om elkaar te vermoorden.
Aan de andere kant zie ik dat het merendeel van de mensen wacht op verzoening en gerechtigheid, in de hoop dat niet achteraf wordt gezegd dat de machtigste weer heeft gewonnen. Om ervoor te zorgen dat de mensen niet achterblijven met verlangens naar wraak, moet er genoegdoening komen en moeten de wetten voor iedereen gelden en voor iedereen worden afgedwongen.
De katholieke Kerk van de Centraal-Afrikaanse Republiek heeft zojuist haar 125ste verjaardag gevierd. Hoe doet de Kerk het vandaag de dag?
Ze ontleent haar kracht aan haar herders en leken. Ik heb gezien hoe zij hun geloof behielden. Zelfs toen de crisis zijn hoogtepunt bereikte, bleef men naar de kerken gaan. Dat getuigt van een immense stabiliteit en standvastigheid in het geloof. Vorig jaar bezocht ik de plaats Bilao. Ze hebben al meer dan tien jaar geen priester meer gezien, maar ondanks alles zijn de Christenen er nog steeds en zijn zij trouw gebleven aan hun geloof.
Maar als je de corruptie en de vriendjespolitiek van intellectuelen en prominenten ziet, vraag je je wel eens af wat er met het Evangelie is gebeurd. Is het veranderd in iets puur cosmetisch, ook al zou het ons fundament moeten zijn?
Wat zijn de prioriteiten voor de Kerk?
In de eerste plaats het onderwijs, omdat analfabetisme nog steeds wijdverbreid is. En een kind dat niet kan lezen of schrijven, loopt het risico om door de rebellen te worden ingelijfd. De Kerk speelt een sleutelrol door kinderen de kans te geven om te leren lezen en schrijven, want noch de overheid, noch de mensen zelf kunnen het zich veroorloven om hun onderwijs te betalen. Ze vinden het moeilijk om zelfs maar vijf euro bij elkaar te schrapen. Onderwijs is ook een manier om jongeren de weg naar vrede te leren kennen. We vertellen hen dat Christus voor ons de bron van deze vrede is.
Waar vindt u de kracht om onvermoeibaar te blijven werken aan de vrede?
Mijn kracht komt van onze Heer zelf. Ik bid tot Hem om me tijd te geven voor devoties en gebed, want anders kan ik me niet verder ontwikkelen. En het is de Heer die mij de kracht en de energie geeft om door te gaan op mijn reizen. Christenen zien de wereld anders dan andere mensen; hun standpunt komt voort uit hun geloof. Ze zijn vervuld van hoop.
Heeft u een boodschap voor de Christenen die in de westerse wereld leven?
Ja, ik wil tegen de Christenen in het Westen zeggen dat Christus niet is veranderd, Hij is dezelfde. Hij is degene die mensen de kracht geeft om te veranderen. We verliezen ons soms in sombere gedachten, in eenzaamheid, in onverschilligheid. We weten niet op wie we kunnen steunen, we verliezen ons referentiepunt… God is er. En als je wilt dat God er is, dan moet je de tijd nemen om Hem te ontmoeten.
Ga ook naar buiten en initieer ontmoetingen met getuigen, met bestaande gemeenschappen. Wees niet bang. God liet ons een uitweg zien door Zijn Zoon, Jezus Christus. We moeten onze comfortzone verlaten, zodat we anderen kunnen ontmoeten. Dit is de missionaire uitdaging!
Ik geloof dat het nu meer dan ooit tevoren onze christelijke plicht is om het licht en het zout van de aarde te zijn. Het gaat er niet om te wensen dat er meer van ons waren. Er zijn misschien niet veel Christenen, maar ze moeten dynamisch en vastberaden zijn, in overeenstemming met zichzelf en met anderen, zodat er van hen gezegd kan worden wat Lucas in de Handelingen van de Apostelen schreef: “Zie hoe ze elkaar liefhebben”. We hebben levendige en vreugdevolle gemeenschappen nodig. U hebt het christendom gezaaid en nu komen de Afrikanen naar u toe, ze brengen het Evangelie met zich mee. Ontvang hen als uw broeders.