“Ons projectwerk in meer dan 140 landen heeft ons laten zien dat op veel plaatsen in de wereld catechisten de ruggengraat van de Kerk vormen,” aldus Lynch. “Vooral in afgelegen gebieden waar priesters slechts zelden hun parochies kunnen bezoeken, of in landen waar oorlog en vervolging het moeilijk maken om parochiewerk te verrichten, zijn catechisten zowel contactpersoon, helper als pastoraal werker. De catechisten die belast zijn met pastorale diensten in streken waar geen priesters zijn, betalen hun moed en toewijding soms zelfs met hun leven.”
Catechisten bedreigd
Een bijzonder ontroerend voorbeeld noemt Lynch dat van Philippe Yarga uit het bisdom Dori in Burkina Faso. Yarga, die verantwoordelijk was voor de coördinatie van de pastorale diensten in het oostelijk deel van Burkina Faso aan de grens met Nigeria. Hij werd op 16 februari 2020 door terroristen vermoord. Hij wordt overleefd door zeven kinderen, van wie de jongste zes weken na zijn dood werd geboren. “De catechisten in Burkina Faso en in andere landen van de Sahel-regio worden direct getroffen door de terroristische dreiging en zijn soms gedwongen om met hun gezinnen in het donker van de nacht te vluchten. Daarom richt een van de hulpprojecten van Kerk in Nood in Burkina Faso zich specifiek op het helpen van 18 ontheemde catechetische leiders en hun gezinnen om te overleven.”
Steun aan ruim 18.000 catecheten wereldwijd
ACN steunt ook het werk van catechisten in vele andere landen wereldwijd. “Alleen al in 2020 hebben we hulp goedgekeurd voor meer dan 18.000 catechisten in alle werelddelen – de meesten in Azië en Afrika”, legt Regina Lynch uit. Vorig jaar heeft Kerk in Nood 20 projecten gefinancierd om catechisten te voorzien van de technische apparatuur die ze nodig hebben om hun werk uit te voeren of van de materialen om pastorale zorg te verlenen en godsdienstonderwijs te geven. De katholieke hulporganisatie steunt ook 35 andere projecten gericht op de opleiding en bijscholing van catechisten in 18 landen.
Verzoening in plaats van wraak
De verhalen van de mensen achter deze projecten zijn vaak heel opmerkelijk. John Joseph Gazi uit Oeganda is een van de catechisten die hulp heeft ontvangen van Kerk in Nood. Hij komt oorspronkelijk uit Zuid-Soedan. In het jongste land van Afrika, dat pas in 2011 onafhankelijk werd, woedt een wreed conflict, ondanks alle pogingen om vrede te stichten. De gevechten gaan over macht en over etnische conflicten. Johns familie kon niet levend ontsnappen. “Mijn vader, mijn zus en mijn broer zijn allemaal vermoord. Het gebeurde allemaal in een paar minuten tijd,” vertelt hij aan Kerk in Nood. John wist te vluchten naar buurland Oeganda, waar meer dan een miljoen mensen in vluchtelingenkampen leven. Maar nog erger dan de ontstellende ellende en ontbering zijn de littekens die zijn aangebracht op hun zielen, met name op die van de jongeren: velen van hen werden tijdens de conflicten gedwongen kindsoldaat te worden.
“Zielen terugbrengen naar God”
John gelooft dat hij juist voor hen is uitgezonden. “Velen zijn vervuld van haat en wraakgedachten. Ik praat met hen over vergeving.” Hij heeft bijna alles verloren, maar niet zijn geloof in God. Daarom heeft hij een catechistenopleiding gevolgd. Zelf noemt hij zich liever een “evangelist”, die de blijde boodschap brengt aan de armen en wanhopigen. Zijn opleiding in het Emmaus Centrum, vlakbij de Oegandese hoofdstad Kampala, werd mogelijk gemaakt door ACN. In het centrum worden jonge mensen opgeleid om de wonden te helen die zijn toegebracht aan de zielen van hun volk en om hen bij te staan als zij diverse ontberingen te boven komen. Een andere “strijd”, maar een heel andere en veelbelovender dan de verbitterde gevechten die in zijn vaderland woedden. Johannes verklaart: “Ik ben nu een soldaat voor Jezus. Ik vecht om zielen terug te brengen naar God.”
John bezoekt de mensen uit zijn land die maar net rond kunnen komen terwijl ze een nieuw leven opbouwen in Oeganda – een leven zonder geweld en oorlog. “Ik wil de Zuid-Soedanezen het leven teruggeven.” Hij praat over het geloof, hij biedt troost, hij luistert naar de afschuwelijke verhalen van de getraumatiseerden en geeft hulp. In het Emmauscentrum zijn John en anderen die naast hem werken niet alleen opgeleid in catechese, maar ook in psychologie. Naast de vele oorlogservaringen, armoede en werkloosheid is een ander groot probleem dat zich onder de vluchtelingen heeft ontwikkeld, alcoholmisbruik. De “strijd” tegen dit soort gevolgen van de oorlog duurt voort. Maar John is er zeker van dat het uiteindelijk allemaal de moeite waard zal zijn. “Dankzij mijn opleiding tot catechist, die mogelijk werd gemaakt door Kerk in Nood, ben ik nu in staat om hoop en liefde te brengen aan mijn volk.”