Een coalitie van rebellen, die de regering ervan beschuldigt de recente verkiezingen van 27 december te hebben gemanipuleerd, heeft de afgelopen weken een aantal steden aangevallen. Op zondag 3 januari wisten ze de stad in te nemen, nadat regeringssoldaten een reeks aanvallen hadden afgeslagen maar zonder munitie kwamen te zitten. “Ze lieten mij en mijn volk aan ons lot over, maar God blijft aan onze zijde”, vertelt de missionaris-bisschop. Ook al vluchtten veel mensen naar de naburige Republiek Congo, slechts door een rivier van hen gescheiden. “U was er in de donkerste nacht, hoewel U sliep”, zo drukt Mgr. Aguirre zijn gedachten uit over God, die in de stilte aanwezig was. “We hebben hier een rustige nacht doorgebracht in de missie, in een gespannen soort rust, toen er een legertank, bemand door Marokkaanse soldaten van de MINUSCA-vredesmacht, in de buurt werd gestationeerd”, legt de Comboni missionaris van Spaanse afkomst uit. De troepen van de Verenigde Naties proberen rust te brengen door de regeringsstrijdkrachten, de politie en de veiligheidsdiensten naar de MINUSCA-bases te verplaatsen, totdat ze kunnen worden geëvacueerd.
De grootste zorg van mgr. Aguirre is voor de kinderen en de ouderen. “Er zijn kinderen gewond geraakt door verdwaalde kogels. Kinderen die op de vlucht waren naar Congo. Een kogel viel op een van hen, als een zwaard van Damocles, maar niemand kon zien waar deze vandaan kwam. Zelfs terwijl ze op de vlucht zijn, terroriseert het geweld van de aanvallers hen nog.” De bisschop hoopt dat de nieuwe ‘heersers’ niet meer bloedvergieten onder het gewone volk veroorzaken. “Er zijn al zoveel jaren van geweld, dood en verwoesting, machtswisselingen en intriges geweest, alles in de poging een land te domineren dat rijk is aan mineralen en andere hulpbronnen, maar waarvan de bevolking volledig in armoede is doordrenkt.”
De nieuwe “heersers” van Bangassou die bisschop Aguirre noemt, bestaat uit een rebellencoalitie van anti-regeringsgezinde krachten, die zichzelf de Coalitie van Patriotten voor Verandering (CPC) noemen en die bestaat uit vijf verschillende krijgsheren die het land al jaren plunderen. Velen van hen zijn buitenlanders uit Nigerië, Tsjaad en Soedan. De bisschop, trouw aan zijn missie, houdt zich niet bezig met politiek, maar wil alleen zijn taak kunnen blijven vervullen. “Hoe kan men een gezicht van liefdevolle tederheid tonen temidden van zoveel geweld?”
Binnen de katholieke missie, een van de weinige enclaves die het ondanks het geweld en de gevechten van de afgelopen dagen stand heeft gehouden, worden veel weeskinderen opgevangen. “Ze zijn onschuldig”, zegt de bisschop. “Als je in hun ogen kijkt, weten ze niets van rebellen, huurlingen, machtsstrijd. Ze horen gewoon de geweerschoten en het lawaai van de gevechten en zijn erg bang.” De missie heeft ook een centrum voor ouderen in een ander deel van de stad. Mgr. Aguirre is zeer bezorgd over de situatie van deze 50 bejaarden, van wie velen dement zijn. “Het zijn altijd de meest kwetsbaren die de prijs betalen. Maar onze priesters en religieuzen blijven hier werken, ieder op zijn eigen plaats. Ze geven alles wat ze hebben, leven onder de mensen en delen in deze momenten van tegenspoed. Er zijn veel getraumatiseerde mensen die geholpen moeten worden en achter elk van hen staat Christus zelf. Bidt alstublieft voor de vrede en voor mijn volk!”
Na de vele gevechten tussen de regering en talrijke milities en huurlingen en plunderingen van de burgerbevolking tussen 2013 en 2019, leek de Centraal-Afrikaanse Republiek zich in 2020 in rustiger vaarwater te begeven. Maar nu is de korte vrede voorbij: “We werkten aan mooie wederopbouwprojecten in het land. Nu moeten we veel van deze opnieuw beginnen.” Toch houdt bisschop Aguirre hoop: “Maar onze maat van de tijd is niet Gods maat van de tijd!” In 2020 hielp Kerk in Nood 22 verschillende projecten in de zes bisdommen van de Centraal-Afrikaanse Republiek. Naast noodhulp betrof dit vooral bestaanshulp voor priesters en religieuzen en financiële steun in de opleiding van seminaristen.