Kerk in Nood (ACN) steunt het programma voor gevangenismissie voor priesters en vrijwillige lekenmissionarissen in het aartsbisdom Guayaquil. Zij helpen in deze regio, die zwaar getroffen is door de recente golf van geweld, om gevangenen en hun families te verzorgen en te begeleiden en hoop te bieden.
69% meer moorden
De situatie in Ecuador verslechterde in 2023 en is sindsdien steeds onhoudbaarder geworden. Het aantal moorden is het afgelopen jaar met 69% gestegen. In april 2024 kondigde president Daniel Noboa voor de tweede keer de noodtoestand af om de onveiligheid te bestrijden die het leven in het land had stilgelegd. Het leger patrouilleerde door de straten en greep in bij de gevangenissen – wat het werk van de missionarissen negatief beïnvloedde. Het beeld ontstond van een land verscheurd door burgeroorlog.
De crisis begon in de belangrijkste staatsgevangenissen – waaronder de regionale gevangenis in Guayaquil – en bereikte een kookpunt in januari. Gevangenen kwamen toen in opstand en explosies, ontvoeringen, schietpartijen, plunderingen en branden volgden. De gevangenis in Guayaquil werd pas in april weer onder controle gebracht.
Veel obstakels te overwinnen
Gezien de situatie in Ecuador is het gevangeniswerk belangrijker dan ooit. Op het grote aantal gevangenen – meer dan 12.000 in slechts vijf gevangenissen – is het aantal betrokken aalmoezeniers te verwaarlozen. Daarom steunt Kerk in Nood een programma om meer lekenvrijwilligers zoals Aleida te trainen, om te dienen in gevangenissen binnen het aartsbisdom. Het programma omvat ook het opknappen van acht kapellen, om de veiligheid voor alle betrokkenen te garanderen.
“In deze missie moeten we zeer complexe obstakels overwinnen”, legt Aleida uit. “Op het moment dat we de gevangenis binnengaan, worden we met de nodige uitdagingen geconfronteerd. Alleen al door naar binnen te lopen worden we geconfronteerd met het verschil tussen de sociale realiteit binnen en buiten; de houding van de politie, die ons ziet als een vervelende formaliteit, en de gevangenisbewakers die, net als een groot deel van de rest van de samenleving, denken dat het geen zin heeft wat we doen”, legt Aleida uit. “Maar het is het allemaal waard.”
“Jezus roep op al zijn kinderen lief te hebben”
“En dan is er nog de angst die we zelf voelen”, vervolgt ze, “en de angst die onze families voelen om ons toe te staan tussen de meest verachte mensen in de samenleving te zitten, die allemaal gestigmatiseerd zijn als ‘wegwerpbaar’ en smerig. Maar dit is precies waar Jezus wil dat we zijn. Want Hij roept ons op al zijn kinderen lief te hebben, omdat we allemaal zondaars zijn.”
De criminele bendes rekruteren meestal jonge mannen tussen de 15-27 jaar, vaak terwijl ze in de gevangenis zitten, om gewelddadige daden te plegen. Als deze jonge mannen de hoop verliezen om een eerlijk leven te leiden, vallen ze gemakkelijk voor de verleiding om hun criminele “carrière” voort te zetten.
Barmhartigheid voor meest verharde harten
Maria Cristina Santacruz coördinator van het gevangeniswezen voor het aartsbisdom Guayaquil. Ze betreurt het dat dat niemand gelooft in het gevangeniswezen. “Mensen denken dat dit een wereld is die verwaarloosd moet worden. Maar het Woord van God vertelt dat barmhartigheid er juist is voor de meest verharde harten. Ik heb hoop en ik geloof dat dit project de wil van God is.”
Aleida en Maria, twee missionarissen, maken deel uit van een team van meer dan 100 mensen, waaronder bisschoppen, priesters, religieuzen en lekenmissionarissen die zich wijden aan deze missie om “hun leven op te offeren voor hun broeders”, vertelt María Cristina. “Het werk dat met de gevangenen wordt gedaan, omvat lezingen en Missen, maar ook workshops en cursussen over christelijke waarden en geloof. We zijn getuige geweest van diepe bekeringen; we hebben gezien hoe Christus deze zielen heeft bevrijd.”
Het programma biedt ook steun aan families van de gevangenen en beroepsopleidingen zodat gevangenen een eerlijk bestaan kunnen opbouwen wanneer ze hun vrijheid terugkrijgen. “Veel van deze zielen hebben het gevangenissysteem al verlaten, ze zijn ouders en ze doen dingen voor de maatschappij”, besluit Aleida.