Angst voor aanvallen op Christenen Oeganda

maandag, 21 december 2020
Nieuws
In overwegend christelijk Oeganda zijn Christenen nog steeds bag voor aanvallen. Dat meldt Tonny Onyulo van Catholic News Services in een achtergrondartikel waarvoor hij Christenen in Oeganda interviewde. De afgelopen maanden kwamen uit verschillende gebieden verhalen naar boven over geweld tegen en moorden op Christenen.

Toen Brenda Namutebi de Islam afzwoer en Christus aanvaardde als haar Redder in een lokale katholieke kerk, behandelden haar moslim echtgenoot en haar buren haar ruw, in de hoop dat ze misschien van gedachten zou veranderen. Namutebi’s man sloeg haar, kneep haar de keel dicht en bedreigde haar met de dood en met echtscheiding. Haar buren vervloekten haar en vertelden haar dat ze nooit in de gemeenschap zou leven en vrede zou hebben zolang ze een Christen was.

“Ik ging door een hel en ik wist niet of ik het zou overleven,” zei de 35-jarige moeder van drie jonge kinderen, die door de politie werd gered en nu in een huurhuis in Bududa woont. “Ze wilden me doden vanwege mijn geloof, maar Jezus heeft me gered. Ik zal in Christus blijven geloven, ondanks de problemen die ik nu doormaak.”

Haar man is nu met een andere vrouw getrouwd en heeft haar kinderen verstoten. De plaatselijke sjeiks hebben haar bevolen om haar bruidsschat van 180 dollar en 13 koeien terug te geven aan haar man en zijn familie. Als ze geen betaling zou doen, zou ze gearresteerd worden en vastgehouden worden tot ze de bruidsschat terugbetaalt. “Het kan ze niets schelen dat ik in mijn eentje en zonder baan mijn kinderen opvoed,” zei Namutebi voordat ze in tranen uitbarstte en door haar kinderen getroost moest worden.

Namutebi is een van de vele Christenen in Oeganda die worden vervolgd door radicale Moslims en soms door leden van traditionele Afrikaanse religies. De meeste Oegandezen zijn Christenen, maar Namutebi woont in een regio waar de meerderheid Moslim is. Door het gedecentraliseerde regeringsstelsel van het land is de regio in wezen een volgens de shariah bestuurd gebied geworden.

In het naburige district Budaka werd in oktober nog Julius Musisi (16) gedood. Hij werd door moslimextremisten met een machete aangevallen omdat hij weigerde zich tot de Islam te bekeren. Zijn vader, Peter Mukisa, een katholieke catechist, zei dat Julius op weg terug van de markt werd aangevallen. “Toen mijn zoon weigerde zich tot de Islam te bekeren, werd hij doodgehakt,” zei Mukisa. Het incident gebeurde slechts een paar dagen nadat hardline Moslims een protestantse dominee en zijn gemeentelid hadden geslagen en verdronken in het Nakuwa-meer. “We leven in angst voor aanvallen en hebben de overheid nodig om ons te beschermen.”

De situatie in Oost-Oeganda wordt inmiddels weerspiegeld in het hele land. Op 31 oktober hebben moslimextremisten een dominee in het noorden van Oeganda gedood nadat hij in een radio-uitzending het Christendom en de Islam met elkaar had vergeleken. David Omara, 64 jaar, een voorganger van Christian Church Center en een bekende radioprediker in het gebied, werd na afloop van zijn uitzending geslagen en gewurgd.

Mensen van alle religies hebben de aanslagen veroordeeld. Priester Romanus Olweny van het aartsbisdom Tororo herhaalde zijn oproep tot tolerantie en vrede.Hij spoort christelijke en moslimleiders aan om te volharden in hun rol als opvoeders door liefde en broederschap te prediken binnen families, gemeenschappen en gebedsplaatsen. “Onze boodschap van verdraagzaamheid is heel duidelijk in onze parochies en overal waar we komen”, zei Olweny, die dorpen bezoekt om vrede en eenheid onder christenen en moslims te bevorderen. “We willen dat mensen in harmonie leven en elkaar herkennen als broer en zus.” Vrijheid van godsdienst wordt gegarandeerd door de Oegandese grondwet, maar wordt niet op grote schaal beoefend.

Pater Timothy Mayamba van de parochie St. John Bosco in Bududa legt uit dat er een wijdverbreide intolerantie bestaat ten opzichte van Christenen, vooral van katholieken, in het oosten van Oeganda. Volgens de Salesiaan is het tijd voor de politie om misdaden te voorkomen. Toch uit de intolerantie zich volgens hem meestal niet gewelddadig, maar eerder in psychologische druk. “In de meeste gevallen is het geen openlijke vervolging zoals je in andere landen hoort waar mensen niet mogen bidden”, zei hij. “Kwetsbare en hulpbehoevende personen zijn een ‘zacht’ doelwit. Daders zetten deze mensen in nood onder druk en dreigen hun hup op te schorten, tenzij ze zich bekeren tot de religie die ze willen. We hebben incidenten gehad waarbij de daders rozenkransen bij kinderen en parochianen hebben weggehaald en vernietigd. Het is een grote bedreiging omdat alles klein begint. Mensen maken de jongeren op zo’n leeftijd boos. Uiteindelijk laten ze het kind groeien met veel vooroordelen jegens elkaar.”

Sjeik Mohammed Yusuf, een leider in Oost-Oeganda, zei dat de Islam “het doden van onschuldigen totaal verbiedt” en dat de aanvallen op christenen “onaanvaardbaar en verwerpelijk” zijn en de leer van de profeet Mohammed tarten. “Maar ik wil er bij sommige van onze christelijke broeders op aandringen om respect en discipline te betrachten bij het uitvoeren van hun activiteiten,” zei hij. “Ze hoeven geen andere mensen te provoceren die tot een ander geloof behoren. We moeten allemaal tolerant zijn tegenover elkaar.”