Zuster María de Coppi, een religieuze Comboni-zuster die al 59 jaar in Mozambique werkzaam was, werd neergeschoten en was op slag dood bij de aanval, die om 21.00 uur begon en tot 2.00 uur ‘s nachts duurde. De aanvallers plunderden en verbrandden niet alleen de missiekerk, maar ook de school, het gezondheidscentrum, de woningen van de priesters en van de zusters, de bibliotheek, de slaapzalen van de jongens en meisjes en de voertuigen van de missie. “Ze hebben alles vernield”, meldde bisschop Alberto Vera van Nacala, die telefonisch contact opnam met het Portugese kantoor van Kerk in Nood.
“De aanvallers braken het tabernakel open en vernielden een deel van de sacristie, op zoek naar wat ze maar konden vinden – waarschijnlijk geld”, vervolgde de bisschop. In een gesprek met Kerk in Nood zei bisschop Vera dat hij niet dacht dat dit een aanval op de kerk was, maar eerder een manier om internationale aandacht te zoeken. “Dit is een grote coup voor hen omdat er buitenlandse religieuzen aanwezig waren… Ze zijn op zoek naar een vorm van internationale publiciteit. Ik denk niet dat het tegen de kerk gericht was. Wat ze deden was een daad van terreur.”
Ten tijde van de aanslag waren er ten minste drie buitenlandse religieuze zusters in de missie in Chipene, twee Italiaanse en een Spaanse zuster, en ook twee Italiaanse priesters. Vóór de aanval had men, wegens de gevaarlijke situatie in het gebied, alle 35 jongens en de meeste van de 45 meisjes die in de internaten verbleven geëvacueerd en de meesten van hen waren reeds naar hun familie teruggekeerd. Niettemin verbleven er nog 12 meisjes in de missie.
Volgens ooggetuigenverslagen die Kerk in Nood van plaatselijke missionarissen heeft gekregen, waren de terroristen bij het klooster van de zusters aangekomen en hadden hen gedwongen te vertrekken. De andere religieuze zusters waren samen met de meisjes gevlucht, maar zuster Maria, die op het punt stond het huis te verlaten, dacht plotseling aan de kleintjes die misschien nog in het huis waren en kwam terug. Op dat moment hebben ze haar neerschoten. De telefoonlijnen werden ook doorgesneden, waardoor het gedurende meerdere uren onmogelijk was om te communiceren met de missie, legde de bisschop uit.
Mozambique gaat sinds 2017 gebukt onder een islamistische opstand die al zo’n 4.000 levens heeft geëist en tot honderdduizenden vluchtelingen heeft geleid. Hoewel deze opstand zich voornamelijk concentreert in het noorden van Mozambique’s meest noordelijke provincie Cabo Delgado, zijn deze meer recente aanslagen een bevestiging dat de terroristen hun activiteiten verder naar het zuiden van de regio hebben uitgebreid, naar de aangrenzende provincie Nampula.
De aanval op de katholieke missie vond plaats enkele uren nadat verschillende andere plaatsen in de provincie Nampula het doelwit waren geworden van terroristisch geweld, waarbij een aantal doden vielen en tientallen huizen in brand werden gestoken.
“Sinds juli van dit jaar lijkt het erop dat de ‘Islamitische Staat’ de controle over de groep heeft overgenomen. Er waren al eerder aanwijzingen hiervoor, maar het was niet helemaal duidelijk. Voor ons ligt de situatie gevoeliger dan vorig jaar, omdat de Christenen nu het doelwit beginnen te worden en de oorlog een meer religieuze dimensie krijgt. Maar hoewel we niet weten in hoeverre ze banden hebben met de Islamitische Staat, ziet het ernaar uit dat er minder mogelijkheden zullen zijn om het probleem op te lossen… Er zal geen kans zijn op een dialoog met hen, vooral als ze worden geassimileerd door de Islamitische Staat”. Dit was de mening die aan Kerk in Nood werd geuit door een missionaris in Pemba, die we liever niet bij naam noemen, gezien de moeilijke omstandigheden waarmee zij in de regio worden geconfronteerd.
Ook Ulrich Kny, die aan het hoofd staat van de afdeling projecten voor Mozambique bevestigt dat de situatie is verslechterd. Eind vorig jaar bezocht hij nog de bisdommen Pemba en Nacala , toen het zuidelijke deel van het bisdom Pemba en de provincie Nampula nog als relatief veilig werden beschouwd en er duizenden intern ontheemden uit het noordelijke deel van Cabo Delgado werden opgenomen. “De uitbreiding van de terreur in de provincie Nampula in de afgelopen weken en het feit dat voor het eerst sinds het uitbreken van deze zogenaamde ‘opstand’ een katholieke zuster door de terroristen is vermoord, doet onze bezorgdheid dat dit terrorisme zich over het gehele noorden van het land uitbreidt alleen maar toenemen. Tegelijkertijd zien wij dat de religieuze dimensie voor de terroristen steeds belangrijker wordt”.
Volgens de heer Kny is een van de onderliggende problemen de economische en sociale ongelijkheid in de hele regio. “De hele regio, met zijn rijke hulpbronnen en de tot nu toe vreedzame coëxistentie tussen Moslims en Christenen, zou in feite een groot potentieel voor ontwikkeling moeten bieden, maar de verwaarlozing en de armoede van hele bevolkingsgroepen maken het juist tot een gevaarlijke broedplaats voor de radicalisering van jongeren”.
Namens Kerk in Nood roept Ulrich Kny op tot gebed. “Moge het offer van het leven van zuster Maria De Coppi, die haar bloed vergoot in een poging de jonge meisjes in het internaat te redden van de terroristen, ons helpen oplossingen te vinden voor een regionale ontwikkeling die ten goede komt aan de hele bevolking en nieuwe kansen biedt aan de jongeren, zodat de vrede in de regio kan terugkeren.”