Hoewel zich steeds meer sekten verspreiden over Latijns-Amerika, wordt het nog steeds beschouwd als het "katholieke continent". Met 500 miljoen katholieken woont hier 44% van de katholieke wereldbevolking. Maar de Kerk in Latijns-Amerika staat voor grote uitdagingen. Armoede, sociale ongelijkheid, lage lonen, veel geweld en de gevolgen van de pandemie maken het leven van de gelovigen en het werk van de Kerk op veel plaatsen moeilijk.
Criminaliteit is in Latijns-Amerika een van de voornaamste zorgen van de Kerk. Regelmatig zijn religieuzen slachtoffer van beroving en veel christenen wonen in wijken waar benden met buitensporig veel geweld hun macht consolideren. In landen als Cuba, Venezuela en Bolivia heeft de Kerk vanwege de politieke situatie een kwetsbare positie. Het Latijns-Amerikaanse continent - en daarmee de Kerk - werd ook zwaar getroffen door de pandemie. Talrijke bisschoppen, priesters, religieuzen en catechisten stierven als gevolg van Covid-19. Toch zette de Kerk haar missie voort om de zieken te begeleiden en de lijdende gelovigen te troosten.
Rolisson Afonso studeert aan het grootseminarie van San José in Manaus. Toen hij werd geboren in Manaus, was zijn moeder te jong om voor hem te zorgen. Ze had financiële moeilijkheden, dus hij naar zijn grootouders in Santa Isabel do Rio Negro gestuurd om bij hen te wonen. Zijn grootouders waren vrome katholieken. Zij konden nauwelijks lezen en schrijven, maar elke dag baden ze de rozenkrans en dachten na over het Evangelie. Elke zondag gingen ze naar de Mis. Het bleek de basis voor een roeping tot het priesterschap.
Het probleem van de plattelandsvlucht blijft alomtegenwoordig op het continent. Door de armoede op het platteland trekken velen naar de steden op zoek naar betere werkgelegenheid. Als gevolg daarvan groeien de steden snel, evenals het aantal gelovigen in de stedelijke gebieden. Door geldgebrek kan de Kerk hier vaak niet snel genoeg nieuwe parochies stichten om te voorzien in de groeiende behoefte aan geestelijke en pastorale zorg. In 2021 kon Kerk in Nood de katholieke Kerk in Latijns-Amerika steunen met een totaalbedrag van 12,8 miljoen euro.
De nauwe samenwerking tussen Kerk in Nood (ACN) en de huidige paus Leo XIV heeft een pad gebaand voor dienstbaarheid en evangelisatie in Peru. Van de Andes tot de Amazone brengen projecten gesteund door weldoeners van Kerk in Nood (ACN) hoop en pastorale aanwezigheid waar dat het hardst nodig is. In dit interview vertelt de Peruaan Luis Vildoso, verantwoordelijk voor de projecten van Kerk in Nood in Latijns-Amerika, over de vruchten van dit werk en de huidige uitdagingen waar de Kerk in Peru voor staat.
Paus Leo XIV kwam in 1985 aan in het Augustijner vicariaat San Juan de Sahagún de Chulucanas in Peru, . Hij werkte er in parochies en maakte deel uit van het vormingsteam van het groot seminarie van San Carlos en San Marcelo in het aartsbisdom Trujillo. Hij was er ook gerechtelijk vicaris, voordat hij tot bisschop van Chiclayo en apostolisch administrator van Callao werd benoemd.
Onze samenwerking was in die tijd zeer hecht en vriendschappelijk. Tijdens zijn bisschoppelijk ambt in Chiclayo en Callao heeft paus Leo XIV altijd blijk gegeven van een grote pastorale gevoeligheid en apostolische ijver. Kerk in Nood (ACN) heeft met hem samengewerkt aan verschillende projecten, met name op het gebied van de vorming van seminaristen in het seminarie van Santo Toribio de Mogrovejo.
Ook de aanwezigheid van vrouwelijke religieuze gemeenschappen, vooral op plaatsen waar geen vaste priester was, en de ondersteuning van priesters door middel van misintenties achtte hij van belang. Daarnaast steunden we de bouw van pastorale centra, het herstel van kapellen op het platteland, en geloofsvormingsprogramma's voor leken. Deze projecten getuigen van zijn missionaire geest en zijn inspanningen om de Kerk dichter bij de gelovigen en het volk te brengen.
De Kerk in Peru staat voor belangrijke uitdagingen. Ik zou er drie willen noemen:
Ten eerste een tekort aan priesters. Peru heeft ongeveer 3.000 priesters voor een bevolking van meer dan 30 miljoen mensen. Dat betekent dat elke priester gemiddeld 10.000 mensen moet bedienen. In sommige gebieden, vooral in de Andes en het Amazonegebied, is dat zelfs meer dan 15.000 gelovigen per priester. In vergelijking met Europa, waar de verhouding 1.500 is, is dat erg hoog. Daarom zet Kerk in Nood (ACN) zich in voor de vorming van seminaristen en religieuzen in Peru en ondersteunt het roepingenprogramma's.
Daarnaast is Peru het derde grootste land van Zuid-Amerika, na Brazilië en Argentinië. Het is 2,5 keer zo groot als Spanje en heeft bovendien een gecompliceerde geografie, die varieert van zeeniveau tot meer dan 6.000 meter boven zeeniveau. In sommige afgelegen plaatsen, zoals de Andes en het Amazonegebied, is de Kerk de enige organisatie ter plaatse die hoop koestert en het evangelie verspreidt. Daarom helpen wij bij Kerk in Nood ACN om ervoor te zorgen dat de Kerk vervoermiddelen krijgt. Daarmee bedoel ik niet alleen auto's, maar ook boten, bijvoorbeeld in het Amazonegebied.
Ten slotte is er een grote trek van het platteland naar de steden, wat heeft geleid tot een enorme uitbreiding van de stedelijke gebieden. Kerk in Nood (ACN) helpt de Kerk om aanwezig te zijn in de buitenwijken van de steden, waar zij de gelovigen pastoraal en spiritueel kan begeleiden, kapellen, kerken en pastorale centra kan bouwen en ook de geloofsvorming van leken kan bevorderen. Dit is een veelomvattende en uitdagende missie, maar ook een missie vol hoop.
Het is een grote vreugde en een zegen. Als je erover nadenkt, is het heel interessant, want hij is iemand die in staat is om de grote uitdagingen van de Wereldkerk aan te gaan, maar tegelijkertijd ook in contact blijft met de eenvoudige en concrete realiteit van de gelovigen. Kerk in Nood (ACN) heeft niet alleen met hem samengewerkt toen hij bisschop was in Peru, maar ook in zijn functie als voorzitter van de Pauselijke Commissie voor Latijns-Amerika.
Tijdens een bijeenkomst had ik de gelegenheid om even met hem te spreken en ik stelde mijzelf voor als Peruviaan. Wat mij het meest opviel aan dat gesprek was zijn nabijheid en zijn genegenheid, niet alleen voor de Kerk in Peru, maar ook voor de Kerk in Latijns-Amerika. Ik was geraakt door zijn dankbaarheid voor de steun die wij hebben gegeven.
Hij kent onze missie goed en als pauselijke stichting hebben wij, nu hij paus is, onze toewijding hernieuwd om een brug van liefde te zijn die de Kerk in staat stelt het evangelie te blijven verkondigen, vooral waar zij te maken heeft met vervolging of materiële noden die een belemmering vormen voor de evangelisatie.
Het kantoor in Lima stelt ons in staat om onze inspanningen in het hele land beter te coördineren en vormt een efficiëntere brug tussen degenen die hulp bieden en degenen die hulp nodig hebben. Kerk in Nood (ACN) is een brug van liefde tussen katholieken over de hele wereld die hun broeders en zusters in nood willen helpen.
Kerk in Nood (ACN) had al verschillende kantoren in Latijns-Amerika, namelijk in Brazilië, Colombia, Chili en Mexico. De opening van een nieuw kantoor in Lima is een bewijs van de betrokkenheid van de gelovigen bij de lokale Kerk en ook bij de Wereldkerk. Peru is een land waar de Kerk hulp ontvangt, maar waar mensen ook beginnen zich lokaal te organiseren. We willen meer gelovigen bereiken, zodat zij kennis kunnen maken met de noden van de lijdende en vervolgde Kerk en zo meer projecten voor evangelisatie en pastorale ontwikkeling over de hele wereld kunnen steunen.
De Spaanse priester Alfonso Delgado kwam in de jaren 70 met een groep missionarissen in Venezuela aan. Zijn hele leven diende hij de mensen in zijn nieuwe thuisland. Eén voor één overleden zijn confraters.. maar hij vond een thuis bij de Zusters van het Missionaire Werk van Jezus en Maria. En bijzondere wending van de Voorzienigheid maakte dat hij kon terugkeren naar de congregatie die hij meer dan 50 jaar geleden had helpen oprichten in Carora, in het westen van Venezuela.
“Toen ik enkele maanden geleden door kanker werd getroffen, wist ik niet waar ik heen moest. Ik was alleen, zwak en had niemand die voor mij zorgde. Toen namen de zusters mij op. Ze openden de deuren van hun huis voor mij en zorgden liefdevol voor mij”, schreef pater Alfonso Delgado in een brief aan Kerk in Nood (ACN).
In de brief, die kort voor zijn overlijden aan de pauselijke stichting werd gestuurd, vroeg de priester ons om de zusters te steunen bij de aanschaf van een auto waarmee zij hun missie kunnen voortzetten. Hij beschreef ook zijn leven bij hen en gaf een ontroerend getuigenis van de liefde en vrijgevigheid die zij betonen aan allen die in nood verkeren. “Zij zorgen voor kinderen, zieken en ouderen. En nu zorgen ze ook voor mij”, schreef de priester. “Ze verrichten veel werken van barmhartigheid voor de armen en behoeftigen, brengen zieken naar klinieken, evangeliseren, helpen de meisjes voor wie ze zorgen en bieden hulp aan gezinnen in noodsituaties.”
“Ik ken het verhaal van pater Alfonso. Hij werd ziek en stond er alleen voor, zonder iemand die voor hem zorgde”, vertelt de huidige bisschop van Carora, Carlos Enrique Curiel, aan Kerk in Nood (ACN). “Hij trok in bij de zusters, die hem met veel liefde alle zorg gaven die hij nodig had en hem naar het ziekenhuis brachten, omdat hij aan kanker leed en hartproblemen had. Wat de zusters voor hem hebben gedaan, is een weerspiegeling van hun vrijgevigheid”, voegt de bisschop eraan toe.
“De zusters zijn hier al meer dan 50 jaar, doen goed werk en vragen daar niets voor terug, en zorgen voor mensen in nood”, zegt bisschop Curiel. De congregatie Missionaire Werk van Jezus en Maria zet zich in voor de opvang en opvoeding van kinderen, biedt hen een omgeving vol liefde en christelijke waarden in kleuterscholen. Ze zetten zich ook met grote liefde in voor ouderen en zieken – zoals pater Alfonso – en bieden hen geestelijke begeleiding, zodat zij hun lijden met hoop kunnen dragen.
Dankzij de vrijgevigheid van de weldoeners van ACN hebben de zusters de vier wiel aangedreven auto kunnen aanschaffen die ze zo hard nodig hadden voor hun missie. Deze steun heeft hun werk veel gemakkelijker gemaakt, waardoor ze meer mensen op grotere afstand kunnen helpen.
In zijn brief sprak pater Alfonso niet alleen zijn dankbaarheid uit. Hij nam ook op serene wijze afscheid, in het volste vertrouwen dat de gevraagde hulp zou komen. “Beste weldoeners van Kerk in Nood, moge God u honderdvoudig belonen voor alles wat u voor de zusters doet. Moge de Heer u altijd zegenen.”
En de auto kwam inderdaad aan. Maar er kwam nog veel meer aan: de herinnering aan een priester die aan het einde van zijn reis troost vond in naastenliefde, en het beeld van een gemeenschap van zusters die, ver weg van de schijnwerpers, dagelijks het wonder verrichten van de zorg voor mensen die voor de rest van de wereld onzichtbaar blijven.
Zou u alles achterlaten: uw huis, uw dierbaren, alles wat vertrouwd is? Duizenden mensen uit Haïti en Venezuela doen dit elke dag, op zoek naar veiligheid en een toekomst. Zij komen aan in Argentinië, vaak zonder geld, zonder netwerk – maar met één krachtig houvast: hun geloof. Dankzij u kunnen zij dat geloof blijven beleven.
Door uw gift:
“Migranten zijn geen gezichtsloze mensen. In ieder van hen zien we het gelaat van Christus.”
Wat u vandaag doet, verandert het leven van iemand die alles kwijt is. U kunt het verschil maken tussen eenzaamheid en verbondenheid. U brengt licht in het leven van mensen onderweg. En u bent de handen en voeten van Christus voor wie Hem zoekt.
Wilt u vandaag iemand laten voelen dat hij er niet alleen voor staat? Elke gift telt. Uw betrokkenheid maakt het mogelijk dat vluchtelingen zich opnieuw thuis mogen voelen – in geloof, hoop en liefde.
Hallo, mijn naam is Santiago en enkele jaren geleden was ik misdienaar in de parochie van Sint-Martinus van Porres in Chiclayo. Ik had het voorrecht om bisschop Robert Prevost meerdere keren persoonlijk te ontmoeten. Nu werk ik voor de pauselijke stichting Kerk in Nood, voor paus Leo XIV dus!
Ik ben vijf jaar geleden begonnen met misdienaar te zijn. We stonden bij het altaar, lazen voor en hielden de soutane, de bisschopsstaf en het evangelieboek vast. Meerdere keren werd ik gevraagd om misdienaar te zijn voor bisschop Robert Prevost, toen hij in ons bisdom was.
Ik herinner me hem als een heel vrolijk persoon, heel toegankelijk, altijd bereid om een praatje te maken... Hij had een manier om met iedereen contact te maken, van de kleinsten tot de grootste.
Op een dag kwam ik aan in een basketbal-shirt van de New York Knicks en hij kwam naar me toe en plaagde me door te zeggen: “Je moet niet hen supporteren, maar de Chicago Bulls. Die zijn veel beter!” Dat was erg leuk. Hij had een charisma waardoor je je deel voelde van iets groters.
Ik heb hem minstens zes keer ontmoet, onder meer toen paus Franciscus Peru bezocht. Zijn preken raakten me altijd. Ze waren empathisch, dynamisch en de boodschap was zowel duidelijk als heel dichtbij, wat je aan het denken zette.
Hij organiseerde ook retraites voor alle misdienaars in het bisdom, en daar behandelde hij ons als gelijken, net als een herder onder zijn kudde.
Als ik eraan denk dat deze bisschop, die onder ons leefde, die de heilige Mis vierde in onze parochie en grapjes met ons maakte, nu ons paus Leo XIV is... vervult dat mij met trots, geloof en hoop.
Sinds enige tijd ik werk als pleitbezorger van Kerk in Nood (ACN) in Peru. Omdat we pauselijke stichting zijn, voel ik me meer dan ooit betrokken. Deel uitmaken van deze missie is een grote vreugde. Door te kunnen vertellen over het werk van Kerk in Nood in zoveel delen van Peru en van de wereld, heb ik de kans gekregen om mijn roeping te beleven. Ik kan seminaristen, religieuzen, missionarissen en gemeenschappen die lijden om hun geloof helpen.
In mijn werk verspreid ik de boodschap van de lijdende Kerk, raak ik harten en breng ik meer mensen in contact met dit grote doel. En dat doe ik met dezelfde toewijding en ijver als toen ik als misdienaar diende voor bisschop Robert Prevost.
Als Peruaanse katholiek, als misdienaar en als lid van Kerk in Nood (ACN) dank ik God voor deze genade. Peru ligt op zijn knieën in gebed en de hele wereld bidt! Lang leve paus Leo XIV! Lang leve de Kerk!
Lees ook het artikel Kerk in Nood verwelkomt paus Leo XIV, een oude bekende waarin aandacht voor de steun die weldoeners van Kerk in Nood jarenlang hebben gegeven aan de toenmalige missionaris en bisschop in Peru.
Op Haïti zijn twee zusters vermoord bij geweld tussen bendes in de stad Mirebalais. Kerk in Nood steunt de congregatie van de zusters en sprak met aartsbisschop Mésidor van Port-au-Prince over het toenemende geweld dat de Kerk steeds meer treft.
De zusters Evanette Onezaire en Jeanne Voltaire waren op missie in Mirebalais toen ze samen met andere burgers moesten schuilen voor de aanval. Helaas ontdekten de aanvallers hun schuilplaats, waarop ze de hele groep vermoordden. Weldoeners van Kerk in Nood (ACN) steunen de congregatie van de Kleine Zusters van de Heilige Thérèse van het Kind Jezus, waartoe de zusters behoren, al jaren.
In een exclusieve verklaring aan Kerk in Nood (ACN) legt aartsbisschop Mésidor van Port-au-Prince uit dat de situatie in het land verslechterd is en dat de verschrikkelijke crisis als gevolg van het toegenomen geweld de voortdurende aanwezigheid van de Kerk in de hoofdstad ingrijpend beïnvloedt.
“Achtentwintig parochies in het aartsbisdom Port-au-Prince zijn gesloten. Ongeveer 40 parochies functioneren op een minimaal niveau omdat bendes de wijken in handen hebben. De priesters moesten vluchten en hebben hun toevlucht gezocht bij familie of bij andere geestelijken. Ze hebben hulp nodig. Het aartsbisdom heeft het ook moeilijk,” aldus de aartsbisschop.
“Hier in Haïti is onze vastentijd een echte kruisweg geworden, maar we offeren deze op in verbondenheid met het lijden van Christus. Haïti staat in brand en heeft dringend hulp nodig. Wie zal ons komen helpen?” vraagt hij wanhopig.
In een brief van 30 maart aan mannelijke en vrouwelijke religieuzen van het aartsbisdom somt hij enkele gebeurtenissen op: “Religieuze gemeenschappen zijn ontheemd, veel scholen zijn gesloten, bejaarde en zieke religieuze zusters moesten midden in de nacht geëvacueerd worden en hele congregaties moesten hun verpleeghuizen verlaten, omdat ze de zieke zusters nergens konden onderbrengen.”
“De lijst van religieuze congregaties in moeilijkheden is erg lang. Ik heb geen woorden om te beschrijven wat er momenteel in Port-au-Prince gebeurt. Het is een ongelooflijke situatie. Onze gewijde broeders en zusters nemen actief deel aan het lijden van ons volk,” staat er in de brief.
Directeur projecten Marco Mencaglia, die de congregatie eerder bezocht, uit zijn verdriet over de dood van de twee zusters en het toenemende geweld in Haïti. “We vragen dat God hen eeuwige rust schenkt. Ook bidden we voor hun families en de veiligheid van de congregatie. We willen onze voortdurende steun en solidariteit met de Haïtiaanse Kerk benadrukken. Ook doen we een dringende oproep voor gebed,” aldus Mencaglia.
“De moord op deze twee religieuze zusters is een trieste bevestiging van het verschrikkelijke lijden dat de congregaties doormaken,” zei Marco Mencalia. Kerk in Nood (ACN) roept ook de internationale gemeenschap op om de Haïtiaanse kerk en bevolking niet in de steek te laten in deze tijd van extreem lijden. “De situatie vraagt om concrete gebaren van solidariteit. De kerk in Haïti lijdt, maar heeft het geloof niet verloren,” besluit de projectdirecteur.
In november melden de bisschoppen nog dat Haïti aan de rand van de afgrond stond en riepen ze op tot vrede. Ze maanden eerder vielen gewapende benden het seminarie van missionarissen Spiritijnen aan in de Haïtiaanse hoofdstad Port-au-Prince. De religieuzen en het personeel moesten zich zes uur lang verbergen terwijl het gebouw werd geplunderd.
In december 2024 bezocht Verónica Katz, projectdirecteur voor Midden-Amerika bij Kerk in Nood (ACN), de bisdommen aan de Dominicaanse kant van de grens met Haïti. In dit interview deelt ze haar ervaringen in de minder zichtbare gebieden van de Dominicaanse Republiek.
Als mensen aan de Dominicaanse Republiek denken, denken ze vaak aan een 'paradijs', maar wat was uw ervaring in de bisdommen die u bezocht?
Het westelijke deel van de Dominicaanse Republiek is een erg mooie maar vergeten regio, die met ernstige economische, sociale en pastorale uitdagingen te kampen heeft. Veel mensen denken dat het hele land zoals Punta Cana en andere meer toeristische gebieden is. Het wordt daarom als een 'ontwikkeld' land beschouwd dat geen hulp nodig heeft.
De bisdommen die we bezochten - Barahona, San Juan de la Maguana en Mao-Montecristi - zijn de grootste van het land, en ze omvatten de armste provincies. Het is een regio die nogal verwaarloosd is door de regering. Veel parochies daar zijn niet zelfvoorzienend, maar het geloof en de solidariteit van de gelovigen in de lokale Kerk zijn inspirerend. De afstanden zijn enorm en er zijn niet genoeg kapellen in de stedelijke gebieden, die snel groeien. Bovendien is het westen ook een bergachtig gebied, en gebrek aan adequaat vervoer maakt pastoraal werk moeilijk.
Deze bisdommen aan de grens met Haïti bevinden zich in een zeer kwetsbare situatie. Naast hun eigen uitdagingen hebben ze ook te maken met een migratiecrisis, die de laatste tijd verergerd is door de dramatische situatie in het naburige Haïti.
Hoe beïnvloedt de migratiesituatie het land en het werk van de Kerk in de grensregio's?
Er zijn veel militaire controleposten, dus reizen is lastig. We werden vaak aangehouden om te zien of we illegale Haïtianen in de auto hadden. En we zagen verschillende vrachtwagens, meestal in erbarmelijke staat, vol met Haïtianen die gedeporteerd werden. De meeste deportaties vinden 's nachts plaats, maar we hebben er ook overdag gezien. Dit heeft gevolgen voor de bisdommen in het grensgebied, en er is een taalkundige uitdaging, aangezien de meeste Haïtianen Frans of Creools spreken, en er niet veel catechisten zijn die deze twee talen spreken.
Wat is de situatie van de geestelijken en pastoraal medewerkers in deze bisdommen?
Er zijn te weinig priesters, wat betekent dat degenen die er zijn te veel parochies moeten dienen en veel verantwoordelijkheden op zich moeten nemen over een groot gebied met slechte wegen. Dit is erg vermoeiend voor hen en geeft hen het gevoel dat ze niet al hun taken kunnen vervullen. Er werd ons zelfs verteld dat er missionarissen zijn die niet naar deze regio gestuurd willen worden omdat het zo moeilijk en gevaarlijk is, en omdat ze weinig hulp krijgen. Zoals in veel landen in Midden-Amerika nemen sektes toe en in sommige gebieden vinden we ook rituelen zoals hekserij en voodoo, die door de immigranten uit Haïti of door andere invloeden zijn meegebracht. Lekenleiders zijn ook erg beperkt in hun kunnen, omdat ze vaak niet genoeg materiaal of middelen hebben. Toch is hun solidariteit erg ontroerend.
Wat zou u nog meer willen benadrukken van de reis? Welke tekenen van hoop of kracht heeft u in deze gemeenschappen gezien die anderen zouden kunnen inspireren?
De Dominicaanse Republiek is een diep katholiek land, met een zeer sterke toewijding aan het Heilig Hart van Jezus, en dat is op zich al erg indrukwekkend. Het wapen van het land bevat een afbeelding van het kruis en de Heilige Schrift. Mijn ervaring was dat het katholieke geloof nog steeds sterk aanwezig is en dat was ook indrukwekkend.
Ik wil ook graag mijn bezoek aan Batey 5 onder de aandacht brengen, waar Kerk in Nood al enige tijd hulp biedt. Het leven in de Bateyes [red: letterlijk, gemeenschap rond suikerfabriek, gemeenschappen van voormalige plantage-arbeiders] is erg zwaar. Ze hebben weinig economische middelen en hebben veel behoeften. Daar hadden we een sterke ervaring van een zeer actieve gemeenschap, van een echt levende Kerk. Ik zal nooit vergeten wat een priester me vertelde toen we de gemeenschap van Jimani bezochten en wat mijn hart echt raakte. Hij zei dat het bezoek van Kerk in Nood hen het gevoel gaf dat ze niet vergeten waren, dat zelfs ons bezoek voor hen een teken van hoop was.
Wat zijn de belangrijkste hulpprojecten die Kerk in Nood gepland heeft voor de Dominicaanse Republiek in 2025?
In 2025 kunnen we dankzij onze weldoeners de steun aan het land vergroten door de bouw van kerken, parochiehuizen en andere pastorale gebouwen, voertuigen om afgelegen gebieden te helpen bereiken, de vorming van leken en catechisten, de opleiding van seminaristen, steun voor religieuze zusters, investeringen in media en het verstrekken van mispenningen voor priesters.
Onvermoeibaar zetten de paters Kapucijnen zich in voor de inheemse bevolking in het Amazonegebied van Brazilië.
Probeert u zich eens voor te stellen hoe ondoordringbaar de jungle is.
De dagelijkse reizen gaan hier per boot. Krokodillen, giftige slangen, plotselinge, hevige stormen maken deze dagelijkse reizen gevaarlijk. Toch zegt pater Paolo, één van de Kapucijnen, blijmoedig: “De enorme uitdagingen hier zijn niet groter dan die van onze inheemse broers en zussen. We danken God eindeloos dat we hier zijn!”
Maar nu hebben de paters zélf dringend uw hulp en medeleven nodig, omdat hun huis en daarmee het kloppend hart van hun missie volledig vervallen is.
De onvermoeibare inspanningen van de Kapucijnen onder de Ticuna bevolking werpen vruchten af. Hun huis is het ‘hart’ van de missie, een centrum voor pastorale roepingen voor jonge inheemse mensen.
Het is nu echter volledig vervallen. Het hout is verrot en het tinnen dak is roestig en lekt. Het is al een paar keer provisorisch opgelapt, maar dat heeft niet veel geholpen. “Jarenlang hebben we prioriteit gegeven aan de missie. Maar nu moet er dringend iets gebeuren. We worden vaak ziek omdat de staat van het huis schadelijk is voor onze gezondheid.”
Uw geloof en gulheid van hart kunnen het verschil maken: het graven en vullen van de fundering kost € 20,00 per m3. Voor € 65 kan een betonnen zuil gestort worden. Het metselwerk kost € 110,00 per m2. Doet u mee met deze Amazone-missie?
Eva Luz, komt uit het prachtige Andesgebergte in Bolivia. Met haar bontgekleurde kleding, lange zwarte vlechten en door de zon getekende gezicht is ze een levendige vertegenwoordigster van de inheemse bevolking. Een sterke vrouw met een sprekend gezicht, maar haar gezichtsuitdrukking toont haar zorgen. Achter de uiterlijke schoonheid schuilt een realiteit die we niet kunnen negeren.
Het leven in de Andes is hard en voor velen betekent het een dagelijkse strijd tegen extreme armoede.
De gemeenschap waartoe Eva behoort, woont verspreid over afgelegen nederzettingen. Slechts enkele keren per jaar lukt het een priester deze onherbergzame plekken te bezoeken. Basisvoorzieningen zoals een winkel om eten te kopen, ziekenhuizen en scholen zijn simpelweg afwezig. Dit dwingt steeds meer mensen, zoals Eva, om hun families en het platteland achter te laten en werk te zoeken in de grote stad of zelfs in het buitenland.
Bisschop Ortiz, zelf behorend tot het inheemse Aymara-volk, begrijpt als geen ander de uitdagingen waarmee Eva en haar lotgenoten in de regio La Paz worden geconfronteerd. Hij ziet dat er geen toekomstperspectief is en dat de overheid de mensen niet de nodige hulp biedt. Zijn hart gaat in het bijzonder uit naar de jongeren. De jongeren vormen de toekomst van de Kerk, maar momenteel hebben ze geen enkele hoop. Voor hen lijkt de enige uitweg: hun geboorteland verlaten.
Gelukkig is het jeugdpastoraat, dat bisschop Ortiz vorig jaar het heeft opgezet, een groot succes.
Met uw hulp wil hij dit belangrijke werk voortzetten en uitbreiden. Hij heeft een specifiek doel voor ogen: 300 jongeren tussen de 15 en 29 jaar een algehele vorming bieden die hen leert over het geloof, christelijke waarden en leiderschap.
Dit wil hij bereiken met maandelijkse bijeenkomsten, één meerdaags congres en een driedaagse retraite. Hij wil een plek creëren waar jongeren hun talenten en capaciteiten kunnen ontwikkelen op het gebied van muziek en sport. Een plek waar ze trots kunnen zijn op hun etnische afkomst en waar ze de roepstem van God voor hun leven kunnen horen.
Om dit mogelijk te maken, vraagt bisschop Ortiz om uw steun.
Wilt en kunt u helpen? Met een donatie van slechts € 37,00 euro kan één jongere een heel jaar deelnemen aan het vormingsprogramma van bisschop Ortiz.
“Mijn verlangen is om deze jongeren verliefd te laten worden op een leven in vriendschap met Jezus Christus,” schrijft bisschop Otiz.
Bij voorbaat dank ik u voor uw gebed en gulle zegeningen. U biedt deze jongeren geloof, hoop, en toekomstperspectief en geeft u de gemeenschap van Eva Luz de kans om in voorspoed te leven in het gebied dat hen zo dierbaar is.
Elke dag komen honderden mensen aan op het strand van Necoclí, in de Colombiaanse Caraïben. Wat ooit bekend stond als een bruisende toeristenplaats, staat nu bekend om de stroom migranten die met weinig meer dan de kleren op hun rug de gevaarlijke route wagen in de hoop de VS te bereiken.
De religieuze zusters die in de regio wonen zijn een gezicht van barmhartigheid en mededogen voor deze reizigers, met hun koffers vol ongeluk en slechte ervaringen. De missionarissen ontvangen via het bisdom Apartadó financiële steun van de pontificale stichting Hulp aan de Kerk in Nood (ACN), waardoor zij het pionierswerk dat de katholieke kerk in de regio verricht, kunnen voortzetten. Kerk in Nood (ACN) sprak met drie van deze zusters die hun leven wijden aan het helpen en hoop geven van mensen in dramatische omstandigheden.
Zuster Gloria Gelpud Mallama behoort tot de Zusters Franciscanessen van Maria Onbevlekt Ontvangen. In de migranten die elke dag haar pad kruisen, ziet zij een constante herinnering aan de woorden van de Heer ‘Ik had honger en u gaf Mij te eten’ in het Evangelie. “Telkens als ik een hongerig kind zie, denk ik eraan: daar is Christus. Het is mijn plicht, als christen, om ervoor te zorgen dat Hij te eten krijgt. Jezus is altijd aanwezig.”
Elke dag worden de zusters bezocht door migranten die naar de parochie van Onze-Lieve-Vrouw van Carmen de Necoclí komen, waar hun apostolaat is gevestigd. Maar de zusters zoeken hen ook op tijdens hun dagelijkse ritten vanaf 5 uur 's ochtends, om met hen te praten, te zien wat zij nodig hebben en een manier te vinden om hen te helpen. Hoewel de meeste migranten Venezolanen zijn, treffen ze ook Haïtianen, Cubanen, Angolezen en zelfs Chinezen en Indiërs.
Een strand waar het leven stil ligt
De aanblik van de migranten op het strand is hartverscheurend: er zijn gezinnen met kleine kinderen, vaak met een enkel stuk speelgoed en een paar kleren bij zich; jonge mensen die praten over de frustraties van het leven in hun land van herkomst, mannen en vrouwen in tranen van wie onderweg al hun bezittingen zijn gestolen; gewonden die op geïmproviseerde matrassen liggen en vaders die op zoek zijn naar voedsel voor hun gezin. Deze laatsten zijn vaak al erg mager, omdat ze hun kinderen al het voedsel geven dat ze krijgen.
“We zien ondervoede kinderen, mensen die honger hebben, velen hebben helemaal geen kleren, dus probeert de plaatselijke Kerk een oplossing te vinden”, zegt zuster Gloria, die de tel kwijt is van het aantal mensen dat ze heeft geholpen. Ze vertelt dat de situatie die haar het meest heeft geraakt, was toen ze “een Haïtiaanse migrant op het strand zag huilen en om hulp vroeg. Iedereen liep voorbij en niemand keek naar haar. Ze kon niet eens haar tent verlaten omdat haar voet zweerde en gangreen was. Het was moeilijk communiceren, want we spraken niet dezelfde taal.”
Aangezien de migranten altijd onderweg zijn, weten de zusters dat ze misschien geen andere kans krijgen om hen materiële, geestelijke en psychologische hulp te bieden. “Dit is een bevolking die voortdurend komt en gaat. Degenen die er vandaag zijn, zijn er morgen misschien niet meer. Door vroeg op pad te gaan krijgen we de kans om bij hen te zijn en te luisteren”, vertelt zuster Gloria aan Kerk in Nood (ACN). Velen gaan de zee op om te proberen Panama te bereiken - met het risico onderweg te sterven. De rest gaat over land door de gevaarlijke Darién Gap, een dicht en bergachtig tropisch regenwoud. De Panamese autoriteiten zeggen dat in 2022 meer dan 250.000 mensen daar de grens zijn overgestoken.
“Het is de Kerk of niemand”
“Als je begint te praten, is het een cathartisch moment voor hen om alles van zich af te zetten. Ze vertellen ons dat ze op bepaalde plaatsen het gevoel hadden dat ze niemand konden vertrouwen. Ze schrokken van de schaduwen. Als ze in de parochie aankomen, vinden ze iemand die hen kan helpen, die ze kunnen vertrouwen”, legt zuster Gloria Gelpud uit. “De spirituele dimensie komt door als we hen proberen op te beuren, want soms zijn ze compleet wanhopig. Er is een geestelijke brug die ons in staat stelt hen te begrijpen, want sommigen van hen zijn katholiek, en wij voelen ons verplicht een ruimte te bieden om te luisteren naar degenen die ons pad kruisen.”
Kerk in Nood (ACN) vergezelde zuster Diana Sánchez, van de Franciscanessen van Maria Onbevlekt Ontvangen, tijdens een van haar rondes op het strand. “De Kerk is de eerste die hulp biedt. Het is een referentiepunt voor de migranten. Als ze aankomen, gaan ze altijd op zoek naar de kerk, omdat die de snelste bron van steun is. Wij proberen een brug te zijn tussen hen en andere instanties, en te netwerken. De migranten vertellen ons dat ze onderweg, op andere plaatsen, ook door de Kerk zijn geholpen”, legt de zuster uit. “We helpen iedereen. We discrimineren niet en vragen niet of ze katholiek zijn of niet.” Op de vraag hoe belangrijk de aanwezigheid van de Kerk in Necoclí is, antwoordt zuster Diana: “Hier is het de Kerk of niemand.”
Een blijvende indruk
De Franciscanessen van Maria Onbevlekt Ontvangen staan niet alleen in deze inspanning. Ook de Zusters van Sint Jan Evangelist (Juanistas) en de Zusters Dominicanessen van de Presentatie delen bij toerbeurt voedsel uit in het centrum Hand van God. Dit is een zeer eenvoudig gebouw. De enige plaats waar de begunstigden hun maaltijden kunnen nuttigen, is op straat. Sommigen hebben niet eens borden of plastic bakjes om hun eten in te doen, dus gebruiken ze grote plastic frisdrank- of waterflessen.
Het gezicht van Zuster Rosa Cecília Maldonado, een Dominicanes van de Presentatie, zou wel eens het laatste spoor van medeleven en liefde kunnen zijn dat de migranten zien voordat ze van de haven naar Panama vertrekken. Van maandag tot woensdag deelt ze voedsel uit aan de migranten en bezoekt zij de haven om met hen te bidden, waarbij zij Bijbelverzen opzegt om hen op te vrolijken voor hun gevaarlijke overtocht, wetende dat velen van hen onderweg zouden kunnen sterven. “Op een ochtend ging ik het dok af en kwam ik twee grote groepen Ecuadorianen en Indiërs tegen. Ik begroette hen, bad met hen en zij juichten en zeiden dat zij alle gebed nodig hadden dat zij konden krijgen. Dit soort reacties is een grote bemoediging voor ons geestelijk en godgewijde leven. De migranten zijn erg dankbaar”, zegt zuster Rosa Cecilia.
“Ook sprak ik eens met enkele migranten die ons hielpen bij het bereiden van het eten en zij vertelden ons dat God de hoogste is en dat zij hoop hebben. Hun voorbeeld is een constante catechese voor ons”, legt de religieuze zuster uit. De indruk die dit missiewerk op de migranten achterlaat is langdurig, zozeer zelfs dat velen van hen in contact blijven met de zusters. Dit komt wellicht omdat zij via deze vrouwen van de Kerk het barmhartige gelaat van God ervaren.
Kerk in Nood (ACN) kan de zusters dankzij de generositeit van vele donateurs steunen in hun pastorale zorg voor immigranten.
Al twintig jaar lang proberen de Dominicanessen in Docordò jongeren door vormingswerk en intensieve begeleiding sterker te maken om te verhinderen dat ze in handen van gewapende benden terechtkomen die in die regio actief zijn.
Een gebrekkige opleiding, precaire levensomstandigheden en een totale doelloosheid zorgen er immers voor dat de jongeren zich gemakkelijk laten manipuleren. Daardoor brengen ze hun eigen leven en dat van hun familieleden en medemensen in gevaar, verliezen ze hun morele integriteit en verhinderen ze dat de mensen in hun land eindelijk in een vreedzame en veilige omgeving kunnen leven.
Het doel van de cursussen van de zusters bestaat erin de jongeren intellectueel en spiritueel sterker te maken zodat ze kunnen uitgroeien tot sterke persoonlijkheden die het leven aanpakken, zelfvertrouwen kweken en sterke morele en ethische waarden ontwikkelen. Het is de bedoeling dat ze zich inzetten voor het Rijk Gods en dat ze hun geloof verdiepen, waardoor kan worden vermeden dat ze hun eigen leven en dat van hun medemensen vernielen. Een goede pastorale zorg is zeer belangrijk aangezien bijgeloof en sjamaanse praktijken zeer verspreid zijn onder de bevolking, die voor 60 procent uit nakomelingen van Afrikaanse slaven en voor 40 procent uit mensen van inheemse origine bestaat.
Helpt u mee om het prachtige werk van de Dominicanessen in hun vormingshuis in Docordò ook dit jaar te ondersteunen? De mensen die aan de cursussen deelnemen, leven zonder uitzondering in armoede. Ze kunnen zonder hulp niet aan de cursussen deelnemen. Bovendien moeten de zusters hen ook van maaltijden voorzien. Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van code 214-05-49 Colombia. Uw gift wordt voor deze of gelijkaardige projecten en voor de pastorale opdracht van Kerk in Nood gebruikt.
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
telefoonnummer call centre: (073) 220 40 94
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2025 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD