Hoewel zich steeds meer sekten verspreiden over Latijns-Amerika, wordt het nog steeds beschouwd als het “katholieke continent”. Met 500 miljoen katholieken woont hier 44% van de katholieke wereldbevolking. Maar de Kerk in Latijns-Amerika staat voor grote uitdagingen. Armoede, sociale ongelijkheid, lage lonen, veel geweld en de gevolgen van de pandemie maken het leven van de gelovigen en het werk van de Kerk op veel plaatsen moeilijk.
Criminaliteit is in Latijns-Amerika een van de voornaamste zorgen van de Kerk. Regelmatig zijn religieuzen slachtoffer van beroving en veel christenen wonen in wijken waar benden met buitensporig veel geweld hun macht consolideren. In landen als Cuba, Venezuela en Bolivia heeft de Kerk vanwege de politieke situatie een kwetsbare positie. Het Latijns-Amerikaanse continent – en daarmee de Kerk – werd ook zwaar getroffen door de pandemie. Talrijke bisschoppen, priesters, religieuzen en catechisten stierven als gevolg van Covid-19. Toch zette de Kerk haar missie voort om de zieken te begeleiden en de lijdende gelovigen te troosten.
Rolisson Afonso studeert aan het grootseminarie van San José in Manaus. Toen hij werd geboren in Manaus, was zijn moeder te jong om voor hem te zorgen. Ze had financiële moeilijkheden, dus hij naar zijn grootouders in Santa Isabel do Rio Negro gestuurd om bij hen te wonen. Zijn grootouders waren vrome katholieken. Zij konden nauwelijks lezen en schrijven, maar elke dag baden ze de rozenkrans en dachten na over het Evangelie. Elke zondag gingen ze naar de Mis. Het bleek de basis voor een roeping tot het priesterschap.
Het probleem van de plattelandsvlucht blijft alomtegenwoordig op het continent. Door de armoede op het platteland trekken velen naar de steden op zoek naar betere werkgelegenheid. Als gevolg daarvan groeien de steden snel, evenals het aantal gelovigen in de stedelijke gebieden. Door geldgebrek kan de Kerk hier vaak niet snel genoeg nieuwe parochies stichten om te voorzien in de groeiende behoefte aan geestelijke en pastorale zorg. In 2021 kon Kerk in Nood de katholieke Kerk in Latijns-Amerika steunen met een totaalbedrag van 12,8 miljoen euro.
In een van de gevaarlijkste staten van Mexico helpen de Werker-zusters van de Heilige Familie kinderen die zijn blootgesteld aan geweld. Met steun van de weldoeners van Kerk in Nood (ACN) leiden ze ook novicen op die in moeilijke omstandigheden zijn opgegroeid. Ze bereiden hen voor om hoop uit te dragen naar kwetsbare gemeenschappen.
“Een van onze kinderen zag hoe zijn vader werd vermoord”, zegt zuster Rosalina tijdens een interview met Kerk in Nood (ACN). “In een ander geval waren drie kinderen getuige van de moord op hun moeder voor hun huis. Ze hebben alles gezien.” Het zijn slechts enkele van de hartverscheurende situaties die de Werker-zusters van de Heilige Familie hebben meegemaakt in de gemeenschappen in de buurt van Zamora de Hidalgo.
De stad in de Mexicaanse staat Michoacán, die verspreid ligt over vruchtbare valleien en beroemd is om zijn architectuur, is helaas ook een berucht broeinest van geweld, misdaad en verdwaalde kogels. De stad heeft een van de hoogste moordcijfers van Mexico, afgelopen jaar 118 op 100.000 inwoners.
Ernstige bedreigingen
De zusters werken op een school met ongeveer 300 leerlingen. “We proberen hen te helpen veerkrachtiger te worden en niet bang te zijn,” zegt Moeder Josefina Peña, de overste van de congregatie, die liefkozend ‘Madre Jose’ wordt genoemd. Zuster Rosalina beschrijft met afschuw een van de moeilijke gevallen die ze met de lokale gemeenschap meemaakte: “Een van de ergste bedreigingen was dat ze een rozenkrans zouden vormen met de hoofden van de kinderen, die ze zouden opstellen op de rotonde van de stad.”
“Je kon de angst in hun gezichten zien. De andere zusters en ik vertelden hen dat de kinderen bij ons veilig zouden zijn. Het moeilijkste is om een kind te vertellen dat hun vader is vermoord. Het is erg pijnlijk om dit soort dingen mee te maken. Hoewel we het grootste geschenk van allemaal dragen, het geloof in God, wil je vanuit menselijk oogpunt meer doen.”
Recent zijn de bedreigingen wat afgenomen, maar het geweld tussen de kartels gaat, enigszins verborgen, gewoon door. In de buurt van het noviciaat zijn schietpartijen geweest. Soms drongen verdwaalde kogels zelfs het gebouw binnen. Ook worden er nog steeds veel mensen vermist.
Zelf genezing nodig
Zuster Miriam, de novicemeester, vertelt aan Kerk in Nood dat veel van de jonge vrouwen die op het noviciaat komen zelf geweldssituaties in hun eigen familie hebben meegemaakt of andere gecompliceerde achtergronden kennen, met alle pijn en leed van dien. “Als ze aankomen, is het eerste wat we doen hulp bieden om te genezen en te beginnen met vergeven, om te ontsnappen aan al dit geweld en al het lijden dat ze met zich meedragen,” legt ze uit. “De hulp die we bieden is holistisch, geestelijk en psychologisch. We helpen hen onderscheid te maken en we begeleiden hen. We zijn er om ze 100% te steunen. Daarna trainen we hen zodat ze voorbereid zijn om de kleine gemeenschappen te bezoeken.”
Natuurlijk heeft dit alles een financiële dimensie, en daarvoor is de congregatie dankbaar voor de steun van de weldoeners van Kerk in Nood (ACN). Moeder Jose en zuster Miriam zijn twee van de vele religieuzen die dankzij deze hulp hun studie konden voortzetten. “We zijn jullie allemaal zo dankbaar. We hebben tot God gebeden voor jullie, voor jullie familie en voor allen die nu bij jullie zijn, die zich in de toekomst bij jullie zullen voegen of die al vertrokken zijn”, zegt Moeder Jose.
“Onze kracht komt van gebed”
De omvang van het geweld roept de vraag op: waarom blijven de zusters? Wat drijft hen om door te gaan? “De manier waarop we elkaar steunen,” antwoordt zuster Rosalina meteen. “En gebed: onze kracht komt van gebed. De oudere zusters, die al ziek zijn, bidden veel voor ons”, voegt ze eraan toe. Verder verzekert de religieuze zuster Kerk in Nood dat het niet in hen opkomt om weg te gaan. “We willen bij de mensen blijven. Om hen die lijden te begeleiden. We gaan nergens heen. We streven naar verzoening en we vinden onze kracht in God. Hij kan ons elk moment tot zich roepen, dus moeten we op goede voet met Hem staan, vrede hebben met elkaar en vredesrelaties opbouwen. We zullen degenen die ons nodig hebben niet in de steek laten.”
Moeder Jose besluit met te zeggen dat “het prachtig is om te zien hoe zowel de lokale bevolking als de novicen groeien, als mens en geestelijk . Een straal van licht en hoop zijn, geeft ons kracht. En we zijn dankbaar voor de missie die ons is toevertrouwd: onze broeders en zusters begeleiden in deze gemeenschappen. Een familie zijn.”
Ongebreideld geweld verlamt Port-au-Prince en isoleert Haïti van de rest van de wereld. De Katholieke Bisschoppenconferentie van Haïti roept de regering daarom op om in actie te komen en doet een beroep op elke Haïtiaan om te werken aan vrede en haat te overwinnen.
In het licht van de catastrofale situatie en de voortdurende verslechtering van de veiligheid in Haïti, heeft de Bisschoppenconferentie van Haïti op 15 november 2024 een noodkreet voor vrede doen uitgaan in de vorm van een brief, gericht aan de regering, de burgermaatschappij en alle mensen van goede wil.
“Er is geen echte vrede in het land”
De bisschoppen schetsen in de brief een donker beeld van het land: de hoofdstad Port-au-Prince is geïsoleerd, scholen zijn gesloten, activiteiten kunnen niet doorgaan. “Zelfs de internationale luchthaven Toussaint Louverture is gesloten, waardoor Haïti van de rest van de wereld is afgesneden”, aldus de bisschoppen. Volgens berichten in de media hebben bendes op 11 november een gewapende aanval uitgevoerd op een vliegtuig.
“Iedereen is op zijn hoede, we voelen ons allemaal bedreigd”, zegt Mgr. Max Leroys Mésidor, voorzitter van de bisschoppenconferentie, tegen de pauselijke stichting Kerk in Nood (ACN). “Twee jaar lang hebben we een pastorale overlevingsstrategie gehanteerd, maar sinds 11 november heeft het geweld een ernstige wending genomen.”
Volgens de Verenigde Naties zijn in een periode van slechts enkele dagen meer dan 20.000 mensen in de regio Port-au-Prince hun huizen ontvlucht en zijn essentiële bevoorradingsketens ingestort.
Geweld zaaien
“We kunnen niet hopen vrede te oogsten door geweld te zaaien. Vrede is bovenal een geschenk van God, maar het vraagt evenzeer de inzet van alle mensen van goede wil,” schrijven de bisschoppen in hun boodschap. Ze doen daarin een beroep op degenen die belast zijn met het bestuur van de stad, leden van de regering, leden van het maatschappelijk middenveld en hoofdrolspelers van alle partijen, gewapend of ongewapend, om te erkennen dat het tijd is om dit probleem van aanhoudend geweld op te lossen.
700.000 mensen ontheemd
Haïti, het armste land op het westelijk halfrond, maakt al jaren een diepe politieke, sociale en economische crisis door. Gewapende bendes, die met hun dagelijks geweld terreur zaaien, zijn verwikkeld in een hevige strijd om grondgebied te controleren en hun overheersing op te leggen. Ze hebben de belangrijkste transportroutes tussen de hoofdstad en de rest van het land afgesneden, waardoor middelen van bestaan verloren gaan en de bevolking verstoken blijft van basisvoorzieningen. Tot nu toe zijn naar schatting bijna 700.000 mensen in het land ontheemd geraakt.
In 2024 ondersteunde Kerk in Nood (ACN) de Kerk in Haïti met bijna 70 projecten. De stichting steunde met name diocesane radiostations, projecten voor zonnepanelen en de opleiding en het levensonderhoud van priesters, zusters en catechisten.
Pater Gersaín Paz, pastoor van een van de gevaarlijkste wijken in heel Colombia, vertelt aan Kerk in Nood (ACN) hoe geloof en muziek het leven van veel kinderen in Cali hebben veranderd. Beiden houden hen weg van drugs en de verleiding van zelfmoord in deze hoofdstad van de drugshandel.
“Dit is het grootste ongeluk van Colombia. Misdaad is een industrie geworden,” klaagt pater Gersaín Paz, pastoor in de wijk Santa Marta in Cali, tegenover Kerk in Nood (ACN). Drugshandel, mensenhandel en prostitutie hebben zich over het hele land verspreid.
Mensenhandel
Volgens gegevens van de VN is Colombia de grootste producent van cocaïne ter wereld. In 2023 werd er meer dan 1.100 ton drugs in beslag genomen, en elk jaar worden er naar schatting 15.000 mensen het slachtoffer van mensenhandel.
Cali, gelegen in het zuidwesten van Colombia, wordt beschouwd als de hoofdstad van de drugshandel en is de thuisbasis van alarmerend geweld, met een gemiddelde van 1.500 moorden per jaar. Pater Gersaín: “Cali is een van de armste en meest gewelddadige steden. In onze wijk, Santa Marta, worden er elke week twee of drie moorden gepleegd.”
Kinderen die moorden
Deze realiteit treft ook kinderen en jongeren. Velen worden onder dwang gerekruteerd in criminele bendes of sluiten zich er uit vrije wil bij aan. Gebrek aan kansen, schoolverzuim en sociale achterstand leiden ertoe dat velen betrokken raken bij deze en andere illegale activiteiten. “Sommige tieners nemen hun toevlucht tot het verkopen van hun lichaam op internet, bijvoorbeeld,” zegt pater Gersaín verdrietig. “En we hebben gehoord van kinderen die andere kinderen hebben vermoord.”
Deze zorgwekkende situatie wordt ook weerspiegeld in het aantal zelfmoorden, zowel onder volwassenen als kinderen. “We hebben minstens twee zelfmoorden per maand in dit gebied. Het is verschrikkelijk. Ik vroeg een kind dat zichzelf sneed waarom hij dat deed, en hij antwoordde: ‘Ik wil huilen, maar ik kan het niet’,” vertelt pater Gersaín aan Kerk in Nood (ACN). “Slechts zo’n derde van de 70.000 mensen die hier in de buurt wonen, is gedoopt. Slechts 10% praktiseert. Deze mensen hebben echt steun nodig.”
Ruimte voor hoop
Ondanks het geweld en de verlatenheid is er nog steeds ruimte voor hoop. Veel van de jongeren die vroeger ondergedompeld waren in geweld en delinquentie hebben een tweede kans gevonden in de parochie van pater Gersaín, die werd uitgebreid en verbeterd met steun van de weldoeners van Kerk in Nood (ACN).
Pater Gersaín legt uit dat hij sinds zijn start in de parochie de manier heeft veranderd waarop met de jongeren wordt omgegaan. Met muziek en andere creatieve initiatieven proberen ze hen te motiveren. Tijdens retraites vraagt hij hen daarentegen om zich een paar uur van alles los te koppelen en “in stilte te zijn.” Het leek in het begin onmogelijk, maar de priester merkt op dat de jongeren na verloop van tijd hebben geleerd om “echt van deze ervaring te genieten. En ze hebben een groot vermogen tot gebed laten zien.”
Tweede kans
Pater Gersaín blijft zoeken naar manieren om iedereen te bereiken. De kerkzaal die vroeger alleen voor catechese werd gebruikt, is nu ook een muziekconservatorium. De gemeenschap ontvangt er jongeren die op zoek zijn naar een tweede kans. Hier krijgen ze training op de viool en piano, en andere muziekinstrumenten. “Sommige van de kinderen die hier muziek hebben gestudeerd, verdienen nu hun brood met spelen over de hele wereld, of promoveren in Zwitserland en Wenen,” legt pater Gersaín stralend uit.
“We hebben het hier over kinderen uit zeer kwetsbare milieus, die gewend waren om in extreem moeilijke omstandigheden te leven. Ik ben ervan overtuigd dat we met de juiste kansen het geweld de wereld uit kunnen helpen. Het is al met ongeveer 80% afgenomen dankzij de initiatieven van het bisdom,” benadrukt hij. De priester legt verder uit dat jongeren na het doorlopen van het parochieprogramma hun eigen levensprojecten beginnen te plannen. “Ik ken geen enkele tiener die, nadat hij bij ons kwam, terugging naar drugs,” zegt de ACN-projectpartner.
Sleutelrol voor priesters
Priesters spelen traditioneel een sleutelrol in de Latijns-Amerikaanse cultuur, omdat ze vanwege de sterke katholieke traditie en de schaarste aan sociale voorzieningen in sommige gebieden vaak de rol van gemeenschapsleider op zich nemen. Ze bieden ondersteuning op het gebied van onderwijs en gezondheid en treden op als bemiddelaar in conflictsituaties.
Volgens pater Gersaín is het van cruciaal belang om dit in te zetten voor het algemeen welzijn. Hij benadrukt het belang van de vorming van geestelijken: “Priesters moeten een gedegen opleiding krijgen, niet alleen in termen van liturgie, maar ook in hoe om te gaan met echte problemen, zoals geweld en werkloosheid.”
Parochie zonder toiletten
De parochie werd 15 jaar geleden opgericht. In het begin, toen het aan pater Gersaín werd toevertrouwd, was er geen elektriciteit, liepen er buidelratten door de parochiezaal en was de hitte ondraaglijk. “We hadden niet eens toiletten,” herinnert hij zich. “Nu hebben we een kerk die eerlijk gezegd mooi en ruim is. De mensen zijn erg enthousiast over de komende officiële inwijding; het is een prachtige ruimte. Het is een radicale verandering geweest.”
Een plek hebben om samen te komen is essentieel voor elke gemeenschap, zegt de priester. “Als ik een sacristie en een adequaat kantoor heb, kan ik mensen beter ontvangen. Dit is een droom voor de parochianen.” En hij besluit: “Dankzij de weldoeners van Kerk in Nood kunnen we blijven groeien en ons aanpassen aan de behoeften van de gemeenschap. Pastoraal werk moet een belangrijke pijler zijn, om de nieuwe generaties te helpen begeleiden en ondersteunen.”
Foto: © Ismael Martínez Sánchez / ACN
Het Amazonegebied, dat bekend staat als de “longen van de planeet” vanwege de rijke biodiversiteit, herbergt ook inspirerende en bemoedigende verhalen. Eén zo’n verhaal draait om een oude vrachtwagen in een garage in Altamira, diep in de staat Pará, Brazilië, die, hoewel omringd door roestig oud schroot, herinneringen bevat die altijd blijven.
“Deze vrachtwagen werd tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikt en kwam uit Zwitserland. Maar hier werd hij gebruikt in een ander soort oorlog, een oorlog voor de vrede. Hier diende hij als onderdeel van Gods project om te vechten voor vrede en voor gezinnen,” zegt Orlando Bragança, de eigenaar van de garage, terwijl hij het nu gepensioneerde voertuig bewondert dat zoveel liefde over de Amazone verspreidde.
In totaal zijn 320 trucks zoals deze in Brazilië aangekomen door de steun van donateurs van Kerk in Nood (ACN) aan de Salesianen van Don Bosco die betrokken waren bij Project AMA. Deze “Gemotoriseerde Hulp voor het Amazonegebied” veranderde later in “Mobiele Missionaire Bijstand.”
Meer dan pastorale hulp
De AMA-trucks zijn meer geweest dan alleen een pastorale hulp voor de regio. Ze hielpen om te garanderen dat priesters contact hadden met de mensen, om de groei van christelijke gemeenschappen te bevorderen, om voedsel, medicijnen, onderwijs- en bouwmateriaal te vervoeren. Ook hielpen ze om lokale producten op markten te krijgen, zodat veel mensen die tot dan toe uitgebuit werden, een eerlijke prijs kregen voor de vruchten van hun arbeid. “Er is een baken van hoop aangestoken in het Amazonegebied en dit licht blijft verder reizen,” zei pater Werenfried toen hij het project beschreef.
Hoewel deze vrachtwagen niet meer zal reizen, blijft hij in de Altamira-garage staan als gedenkteken voor een liefde die nooit stuk gaat. “In een tijd waarin het bijna onmogelijk was om op wielen door het Amazonegebied te rijden, speelden deze trucks een cruciale rol in de uitbreiding van de pastorale zorg in de regio. Ze vervoerden bouwmaterialen voor de parochiehuizen en de kerken,” herinnert Orlando zich en voegt eraan toe: “Deze trucks zijn echte relikwieën!”
“We zijn niet vergeten”
Dankzij AMA konden bisschoppen, priesters en religieuzen vele gemeenschappen bezoeken en hulp brengen. Het project omvatte de levering van 45 ladingen trucks aan de haven van Belém, in Pará, de training van 300 monteurs in de regio, de training van chauffeurs in Belém, Manaus, Cuiabá en Boa Vista, en de distributie van trucks naar 67 centra in 44 bisdommen.
Het project is geïnspireerd op de Kapelwagens van Oostpriesterhulp/Kerk in Nood (ACN) die zich na de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog over Europa verspreidden. Tientallen trucks, “kerken op wielen”, voedden toen het geloof van groepen katholieken in de diaspora die zo de sacramenten konden ontvangen. In een brief aan de stichting uitte een jonge katholiek zijn dankbaarheid voor het bezoek van de vrachtwagen, door te zeggen dat deze niet alleen de mogelijkheid van gemeenschap met Christus met zich meebracht, maar ook met zijn buren. “We zijn vooral dankbaar voor het gevoel dat we niet vergeten zijn.”
In de wanhopige situatie van nood en algemene verwaarlozing was het geluid van de motoren die steden en dorpen naderden een gelukkige herinnering dat iemand om hen gaf en naar manieren zocht om hun lijden te verlichten, want liefde is altijd creatief.
Aangewakkerd door hoop
De vrachtwagens die Brazilië bereikten, waren ook volgeladen met broederliefde en hoop. Veel mensen herinneren zich nog de komst van deze trucks toen ze jong waren, en hoe ze hielpen bij de bouw van zoveel bouwwerken van de Kerk die we vandaag de dag nog steeds kunnen zien, zoals parochiehuizen en kerken. Hierdoor kon het geloof zich verspreiden in kleine steden die nu zijn uitgegroeid tot steden met soms wel 100.000 inwoners.
Een delegatie van Kerk in Nood ontdekte deze bijzondere vrachtwagen tijdens een projectreis naar Pará, in september 2024. De truck is versleten door de tijd, maar de impact blijft. Dankzij de gulle hulp van weldoeners blijft Kerk in Nood (ACN) de bouw van pastorale structuren en kerken ondersteunen. Ook bieden zij directe hulp aan religieuze gemeenschappen en missionarissen door hen boten, auto’s of motorfietsen ter beschikking te stellen waarmee ze grotere afstanden kunnen afleggen. Daarnaast zijn er ook projecten met zonnepanelen die helpen om de energiekosten te verlagen, waardoor er meer geïnvesteerd kan worden in evangelisatie.
AMA is niet alleen gevormd uit de beginletters van de naam van het project in het Portugees, maar ook een vorm van het werkwoord “liefhebben” in de tegenwoordige tijd. Het is een toepasselijke beschrijving voor een initiatief dat voortkomt uit een daad van liefde gericht op het bieden van de enige blijvende vorm van troost: de liefde van God.
Na een spannende reis naar zeven bisdommen in Chili vertelt Rafael D’Aqui, projectcoördinator voor Latijns-Amerika bij Kerk in Nood (ACN), hoe de Kerk voor velen licht en hoop is in een tijd van uitdaging en nood.
U bent net terug uit Chili. Kunt u de belangrijkste noden van de christenen daar beschrijven?
De Kerk in Chili staat voor verschillende uitdagingen. In de regio Araucania, bijvoorbeeld, zijn er een aantal gewelddadigheden geweest in de context van het Mapuche-conflict. De Mapuche zijn een inheems volk in het zuiden van Chili, waarvan een gewelddadige minderheid beweert hun voorouderlijk land te verdedigen. Meer specifiek zijn er enkele brandstichtingen geweest op kapellen, die rechtstreeks gevolgen hebben voor de lokale gemeenschappen, die hun gebedsplaatsen vernietigd zien worden.
In het noorden is migratie een groot probleem. De Kerk werkt samen met deze mensen en erkent dat migratie een belangrijk aspect is in de groei en versterking van de christelijke gemeenschappen.
Het aartsbisdom Santiago heeft te maken met een voortdurende uitbreiding van de stedelijke periferieën. Dat betekent dat de Kerk haar structuren en personeel voortdurend moet aanpassen. Chili maakt in veel opzichten een crisis door, maar we zien deze moeilijkheden als een kans om “de netten klaar te maken en de diepte in te gaan”, om de uitdagingen hoopvol en met actie tegemoet te treden.
Heeft u iets bijzonder ontroerend gevonden tijdens deze reis?
Het was erg ontroerend om getuigenissen te horen van vergeving en hoop. Toen we het bisdom Concepción bezochten, waar een kapel in brand was gestoken, vertelde een vrouw ons dat ze alle kapellen konden verbranden, maar dat het nooit haar geloof zou doven. Ook toen we een ontmoeting hadden met de gemeenschap van La Asunción, in Santiago, wetende van de vreselijke haat tegen de Kerk die zich daar manifesteerde tijdens de sociale opstanden in 2019, zagen we de zorg en de liefde waarmee ze een beeld van Christus bewaren dat tijdens de rellen werd vernield. Ze komen elke maandag bij dit beeld samen om te bidden voor hun aanvallers.
Ik was ook onder de indruk van de vele bisschoppen en priesters, religieuzen en leken, die zich allemaal inzetten om de mensen te helpen. Hun hulp gaat verder dan het hoognodige. Er is echt aandacht voor de mens, voor waardigheid, voor evangelisatie en het bieden van troost en hoop, ondanks de schaarse middelen. Ik was ook ontroerd toen ik zag dat de Kerk aanwezig is in kleinere steden, waar ze niet zoveel ondersteunende netwerken hebben als in grotere steden. Ze blijven echter werken, wetende dat de wijngaard groot is, maar de arbeiders klein.
Hoe zou u de uitdagingen voor de Kerk in Chili en de rest van Latijns-Amerika samenvatten?
In de afgelopen jaren hebben we bij Kerk in Nood vijf benaderingen gedefinieerd met betrekking tot de belangrijkste uitdagingen in Latijns-Amerika, die we ook in Chili hebben ontdekt. Ten eerste, hoe een Kerk te zijn en aanwezig te zijn in gebieden met stedelijke groei. In Latijns-Amerika hebben de periferieën een aanzienlijke groei doorgemaakt. We moeten ervoor zorgen dat deze nieuwe stedelijke centra worden bediend, zodat het geloof levend wordt gehouden in de lokale christelijke gemeenschappen.
Een andere belangrijke kwestie is roepingen. We waren blij om te zien dat er veel gebed is voor roepingen in Chili. We hebben niet alleen priesters nodig. We hebben ook huwelijken, gezinnen en jonge mensen nodig die zich afvragen wat God voor hen en voor hun leven wil.
De derde uitdaging is het agressieve secularisme, dat in Chili enorm is gegroeid. Secularisme is verbonden met een sterk gevoel van individualisme, dat aanwezig is in de Chileense samenleving. Dit kan alleen overwonnen worden met geloof, dat de aandacht op anderen vestigt.
De vierde uitdaging heeft te maken met de Sociale Leer van de Kerk, om echte christelijke antropologie te onderwijzen, en de vijfde is nieuwe evangelisatie. Ongeveer 50% van de katholieken in de wereld zijn afkomstig uit Latijns-Amerika. Maar hoewel er veel dopelingen zijn, zijn er maar weinig die geïnteresseerd zijn in het geloof. Er was een cijfer dat mij verbaasde tijdens mijn reis: de secularisatie is zo ver gevorderd in Chili dat er katholieke scholen zijn waar 80% van de kinderen niet gedoopt is.
Wat kunnen we in deze situaties doen? Hoe kan Kerk in Nood reageren?
Het eerste wat je moet doen is bidden en de Heilige Geest vragen om de genade om op een creatieve manier te kunnen reageren. Wat Kerk in Nood betreft, helpen we om de Kerk aanwezig te laten zijn. We hebben bijvoorbeeld elk jaar ongeveer vijf nieuwe radioprojecten voor Latijns-Amerika. We helpen ook om boten te leveren, zodat de religieuzen de gelovigen in het Amazonegebied kunnen bereiken. Verder hebben we projecten met betrekking tot publicaties die bedoeld zijn om jonge mensen te helpen meer te weten te komen over de sociale leer van de Kerk, zodat ze op een meer authentieke manier kunnen leven.
De Kerk is hoop en door een hand uit te steken naar hen die lijden, begeleidt zij in liefde hen die bemoediging nodig hebben. Bij Kerk in Nood willen we diegenen helpen die het goede willen doen, met de hulp van onze weldoeners.
Onvermoeibaar zetten de paters Kapucijnen zich in voor de inheemse bevolking in het Amazonegebied van Brazilië.
Probeert u zich eens voor te stellen hoe ondoordringbaar de jungle is.
De dagelijkse reizen gaan hier per boot. Krokodillen, giftige slangen, plotselinge, hevige stormen maken deze dagelijkse reizen gevaarlijk. Toch zegt pater Paolo, één van de Kapucijnen, blijmoedig: “De enorme uitdagingen hier zijn niet groter dan die van onze inheemse broers en zussen. We danken God eindeloos dat we hier zijn!”
Maar nu hebben de paters zélf dringend uw hulp en medeleven nodig, omdat hun huis en daarmee het kloppend hart van hun missie volledig vervallen is.
De onvermoeibare inspanningen van de Kapucijnen onder de Ticuna bevolking werpen vruchten af. Hun huis is het ‘hart’ van de missie, een centrum voor pastorale roepingen voor jonge inheemse mensen.
Het is nu echter volledig vervallen. Het hout is verrot en het tinnen dak is roestig en lekt. Het is al een paar keer provisorisch opgelapt, maar dat heeft niet veel geholpen. “Jarenlang hebben we prioriteit gegeven aan de missie. Maar nu moet er dringend iets gebeuren. We worden vaak ziek omdat de staat van het huis schadelijk is voor onze gezondheid.”
Uw geloof en gulheid van hart kunnen het verschil maken: het graven en vullen van de fundering kost € 20,00 per m3. Voor € 65 kan een betonnen zuil gestort worden. Het metselwerk kost € 110,00 per m2. Doet u mee met deze Amazone-missie?
Eva Luz, komt uit het prachtige Andesgebergte in Bolivia. Met haar bontgekleurde kleding, lange zwarte vlechten en door de zon getekende gezicht is ze een levendige vertegenwoordigster van de inheemse bevolking. Een sterke vrouw met een sprekend gezicht, maar haar gezichtsuitdrukking toont haar zorgen. Achter de uiterlijke schoonheid schuilt een realiteit die we niet kunnen negeren.
Het leven in de Andes is hard en voor velen betekent het een dagelijkse strijd tegen extreme armoede.
De gemeenschap waartoe Eva behoort, woont verspreid over afgelegen nederzettingen. Slechts enkele keren per jaar lukt het een priester deze onherbergzame plekken te bezoeken. Basisvoorzieningen zoals een winkel om eten te kopen, ziekenhuizen en scholen zijn simpelweg afwezig. Dit dwingt steeds meer mensen, zoals Eva, om hun families en het platteland achter te laten en werk te zoeken in de grote stad of zelfs in het buitenland.
Bisschop Ortiz, zelf behorend tot het inheemse Aymara-volk, begrijpt als geen ander de uitdagingen waarmee Eva en haar lotgenoten in de regio La Paz worden geconfronteerd. Hij ziet dat er geen toekomstperspectief is en dat de overheid de mensen niet de nodige hulp biedt. Zijn hart gaat in het bijzonder uit naar de jongeren. De jongeren vormen de toekomst van de Kerk, maar momenteel hebben ze geen enkele hoop. Voor hen lijkt de enige uitweg: hun geboorteland verlaten.
Gelukkig is het jeugdpastoraat, dat bisschop Ortiz vorig jaar het heeft opgezet, een groot succes.
Met uw hulp wil hij dit belangrijke werk voortzetten en uitbreiden. Hij heeft een specifiek doel voor ogen: 300 jongeren tussen de 15 en 29 jaar een algehele vorming bieden die hen leert over het geloof, christelijke waarden en leiderschap.
Dit wil hij bereiken met maandelijkse bijeenkomsten, één meerdaags congres en een driedaagse retraite. Hij wil een plek creëren waar jongeren hun talenten en capaciteiten kunnen ontwikkelen op het gebied van muziek en sport. Een plek waar ze trots kunnen zijn op hun etnische afkomst en waar ze de roepstem van God voor hun leven kunnen horen.
Om dit mogelijk te maken, vraagt bisschop Ortiz om uw steun.
Wilt en kunt u helpen? Met een donatie van slechts € 37,00 euro kan één jongere een heel jaar deelnemen aan het vormingsprogramma van bisschop Ortiz.
“Mijn verlangen is om deze jongeren verliefd te laten worden op een leven in vriendschap met Jezus Christus,” schrijft bisschop Otiz.
Bij voorbaat dank ik u voor uw gebed en gulle zegeningen. U biedt deze jongeren geloof, hoop, en toekomstperspectief en geeft u de gemeenschap van Eva Luz de kans om in voorspoed te leven in het gebied dat hen zo dierbaar is.
Elke dag komen honderden mensen aan op het strand van Necoclí, in de Colombiaanse Caraïben. Wat ooit bekend stond als een bruisende toeristenplaats, staat nu bekend om de stroom migranten die met weinig meer dan de kleren op hun rug de gevaarlijke route wagen in de hoop de VS te bereiken.
De religieuze zusters die in de regio wonen zijn een gezicht van barmhartigheid en mededogen voor deze reizigers, met hun koffers vol ongeluk en slechte ervaringen. De missionarissen ontvangen via het bisdom Apartadó financiële steun van de pontificale stichting Hulp aan de Kerk in Nood (ACN), waardoor zij het pionierswerk dat de katholieke kerk in de regio verricht, kunnen voortzetten. Kerk in Nood (ACN) sprak met drie van deze zusters die hun leven wijden aan het helpen en hoop geven van mensen in dramatische omstandigheden.
Zuster Gloria Gelpud Mallama behoort tot de Zusters Franciscanessen van Maria Onbevlekt Ontvangen. In de migranten die elke dag haar pad kruisen, ziet zij een constante herinnering aan de woorden van de Heer ‘Ik had honger en u gaf Mij te eten’ in het Evangelie. “Telkens als ik een hongerig kind zie, denk ik eraan: daar is Christus. Het is mijn plicht, als christen, om ervoor te zorgen dat Hij te eten krijgt. Jezus is altijd aanwezig.”
Elke dag worden de zusters bezocht door migranten die naar de parochie van Onze-Lieve-Vrouw van Carmen de Necoclí komen, waar hun apostolaat is gevestigd. Maar de zusters zoeken hen ook op tijdens hun dagelijkse ritten vanaf 5 uur ‘s ochtends, om met hen te praten, te zien wat zij nodig hebben en een manier te vinden om hen te helpen. Hoewel de meeste migranten Venezolanen zijn, treffen ze ook Haïtianen, Cubanen, Angolezen en zelfs Chinezen en Indiërs.
Een strand waar het leven stil ligt
De aanblik van de migranten op het strand is hartverscheurend: er zijn gezinnen met kleine kinderen, vaak met een enkel stuk speelgoed en een paar kleren bij zich; jonge mensen die praten over de frustraties van het leven in hun land van herkomst, mannen en vrouwen in tranen van wie onderweg al hun bezittingen zijn gestolen; gewonden die op geïmproviseerde matrassen liggen en vaders die op zoek zijn naar voedsel voor hun gezin. Deze laatsten zijn vaak al erg mager, omdat ze hun kinderen al het voedsel geven dat ze krijgen.
“We zien ondervoede kinderen, mensen die honger hebben, velen hebben helemaal geen kleren, dus probeert de plaatselijke Kerk een oplossing te vinden”, zegt zuster Gloria, die de tel kwijt is van het aantal mensen dat ze heeft geholpen. Ze vertelt dat de situatie die haar het meest heeft geraakt, was toen ze “een Haïtiaanse migrant op het strand zag huilen en om hulp vroeg. Iedereen liep voorbij en niemand keek naar haar. Ze kon niet eens haar tent verlaten omdat haar voet zweerde en gangreen was. Het was moeilijk communiceren, want we spraken niet dezelfde taal.”
Aangezien de migranten altijd onderweg zijn, weten de zusters dat ze misschien geen andere kans krijgen om hen materiële, geestelijke en psychologische hulp te bieden. “Dit is een bevolking die voortdurend komt en gaat. Degenen die er vandaag zijn, zijn er morgen misschien niet meer. Door vroeg op pad te gaan krijgen we de kans om bij hen te zijn en te luisteren”, vertelt zuster Gloria aan Kerk in Nood (ACN). Velen gaan de zee op om te proberen Panama te bereiken – met het risico onderweg te sterven. De rest gaat over land door de gevaarlijke Darién Gap, een dicht en bergachtig tropisch regenwoud. De Panamese autoriteiten zeggen dat in 2022 meer dan 250.000 mensen daar de grens zijn overgestoken.
“Het is de Kerk of niemand”
“Als je begint te praten, is het een cathartisch moment voor hen om alles van zich af te zetten. Ze vertellen ons dat ze op bepaalde plaatsen het gevoel hadden dat ze niemand konden vertrouwen. Ze schrokken van de schaduwen. Als ze in de parochie aankomen, vinden ze iemand die hen kan helpen, die ze kunnen vertrouwen”, legt zuster Gloria Gelpud uit. “De spirituele dimensie komt door als we hen proberen op te beuren, want soms zijn ze compleet wanhopig. Er is een geestelijke brug die ons in staat stelt hen te begrijpen, want sommigen van hen zijn katholiek, en wij voelen ons verplicht een ruimte te bieden om te luisteren naar degenen die ons pad kruisen.”
Kerk in Nood (ACN) vergezelde zuster Diana Sánchez, van de Franciscanessen van Maria Onbevlekt Ontvangen, tijdens een van haar rondes op het strand. “De Kerk is de eerste die hulp biedt. Het is een referentiepunt voor de migranten. Als ze aankomen, gaan ze altijd op zoek naar de kerk, omdat die de snelste bron van steun is. Wij proberen een brug te zijn tussen hen en andere instanties, en te netwerken. De migranten vertellen ons dat ze onderweg, op andere plaatsen, ook door de Kerk zijn geholpen”, legt de zuster uit. “We helpen iedereen. We discrimineren niet en vragen niet of ze katholiek zijn of niet.” Op de vraag hoe belangrijk de aanwezigheid van de Kerk in Necoclí is, antwoordt zuster Diana: “Hier is het de Kerk of niemand.”
Een blijvende indruk
De Franciscanessen van Maria Onbevlekt Ontvangen staan niet alleen in deze inspanning. Ook de Zusters van Sint Jan Evangelist (Juanistas) en de Zusters Dominicanessen van de Presentatie delen bij toerbeurt voedsel uit in het centrum Hand van God. Dit is een zeer eenvoudig gebouw. De enige plaats waar de begunstigden hun maaltijden kunnen nuttigen, is op straat. Sommigen hebben niet eens borden of plastic bakjes om hun eten in te doen, dus gebruiken ze grote plastic frisdrank- of waterflessen.
Het gezicht van Zuster Rosa Cecília Maldonado, een Dominicanes van de Presentatie, zou wel eens het laatste spoor van medeleven en liefde kunnen zijn dat de migranten zien voordat ze van de haven naar Panama vertrekken. Van maandag tot woensdag deelt ze voedsel uit aan de migranten en bezoekt zij de haven om met hen te bidden, waarbij zij Bijbelverzen opzegt om hen op te vrolijken voor hun gevaarlijke overtocht, wetende dat velen van hen onderweg zouden kunnen sterven. “Op een ochtend ging ik het dok af en kwam ik twee grote groepen Ecuadorianen en Indiërs tegen. Ik begroette hen, bad met hen en zij juichten en zeiden dat zij alle gebed nodig hadden dat zij konden krijgen. Dit soort reacties is een grote bemoediging voor ons geestelijk en godgewijde leven. De migranten zijn erg dankbaar”, zegt zuster Rosa Cecilia.
“Ook sprak ik eens met enkele migranten die ons hielpen bij het bereiden van het eten en zij vertelden ons dat God de hoogste is en dat zij hoop hebben. Hun voorbeeld is een constante catechese voor ons”, legt de religieuze zuster uit. De indruk die dit missiewerk op de migranten achterlaat is langdurig, zozeer zelfs dat velen van hen in contact blijven met de zusters. Dit komt wellicht omdat zij via deze vrouwen van de Kerk het barmhartige gelaat van God ervaren.
Kerk in Nood (ACN) kan de zusters dankzij de generositeit van vele donateurs steunen in hun pastorale zorg voor immigranten.
Al twintig jaar lang proberen de Dominicanessen in Docordò jongeren door vormingswerk en intensieve begeleiding sterker te maken om te verhinderen dat ze in handen van gewapende benden terechtkomen die in die regio actief zijn.
Een gebrekkige opleiding, precaire levensomstandigheden en een totale doelloosheid zorgen er immers voor dat de jongeren zich gemakkelijk laten manipuleren. Daardoor brengen ze hun eigen leven en dat van hun familieleden en medemensen in gevaar, verliezen ze hun morele integriteit en verhinderen ze dat de mensen in hun land eindelijk in een vreedzame en veilige omgeving kunnen leven.
Het doel van de cursussen van de zusters bestaat erin de jongeren intellectueel en spiritueel sterker te maken zodat ze kunnen uitgroeien tot sterke persoonlijkheden die het leven aanpakken, zelfvertrouwen kweken en sterke morele en ethische waarden ontwikkelen. Het is de bedoeling dat ze zich inzetten voor het Rijk Gods en dat ze hun geloof verdiepen, waardoor kan worden vermeden dat ze hun eigen leven en dat van hun medemensen vernielen. Een goede pastorale zorg is zeer belangrijk aangezien bijgeloof en sjamaanse praktijken zeer verspreid zijn onder de bevolking, die voor 60 procent uit nakomelingen van Afrikaanse slaven en voor 40 procent uit mensen van inheemse origine bestaat.
Helpt u mee om het prachtige werk van de Dominicanessen in hun vormingshuis in Docordò ook dit jaar te ondersteunen? De mensen die aan de cursussen deelnemen, leven zonder uitzondering in armoede. Ze kunnen zonder hulp niet aan de cursussen deelnemen. Bovendien moeten de zusters hen ook van maaltijden voorzien. Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van code 214-05-49 Colombia. Uw gift wordt voor deze of gelijkaardige projecten en voor de pastorale opdracht van Kerk in Nood gebruikt.
Aan het seminarie van Santiago de Cuba worden 17 jonge mannen gevormd tot toekomstige priesters. Met uw hulp kunnen zij een volk dienen dat in zijn ziel gewond is.
Toen paus Johannes Paulus II in januari 1998 Cuba bezocht, richtte hij zich tot de jongeren met de woorden: “Christus wandelt door jullie leven en zegt tegen jullie: ‘Volg mij’. Sluit je niet af voor zijn liefde. Loop niet gewoon aan de andere kant voorbij. Neem hem op zijn woord. Iedereen heeft een roepstem van Hem ontvangen, en Hij kent ieder van jullie bij zijn naam.”
De zeventien jongemannen die momenteel hun opleiding volgen aan het seminarie van het aartsbisdom Santiago de Cuba waren toen nog niet meer dan kleine kinderen. Toch was dat precies hun eigen ervaring: Jezus riep hen bij hun naam en zij volgden zijn roepstem. En dat ondanks het feit dat het katholieke geloof in Cuba na bijna een halve eeuw communistisch bewind nog steeds wordt onderdrukt. Want hoewel in theorie de meeste Cubanen gedoopt katholiek zijn, woont slechts zo’n 2% regelmatig de heilige Mis bij. Er is een wijdverbreide volksvroomheid onder het volk, en Onze Lieve Vrouw van Liefde van El Cobre, het Cubaanse nationale heiligdom, is geliefd bij bijna elke Cubaan, maar op het gebied van evangelisatie moet er nog veel worden gedaan.
“We hebben priesters nodig om een volk te dienen dat in zijn ziel gewond is”, zegt pater Martín Chevarría Vaca, de rector van het seminarie van Santiago. “Het doel van ons seminarie is de evangelisatie van het Cubaanse volk door de vorming van autochtone Cubaanse priesters. Het feit dat zich nog meer jonge mannen hebben gemeld dan in het voorgaande jaar is een bron van grote vreugde voor onze Kerk, die nooit ophoudt te bidden om roepingen.”
Wel kost het geld om toekomstige priesters op te leiden. Voedsel, water, elektriciteit, lesmateriaal, medische zorg, kleding en de salarissen van het academisch personeel – al deze zaken moeten worden betaald. En de prijzen worden steeds hoger in een land dat al jaren vastzit in een diepe economische crisis. Bovendien zijn er tijdens de pandemie extra kosten gekomen voor maatregelen en beschermende uitrusting.
De kerk in Cuba is arm, maar wil geen roeping verloren laten gaan, enkel door geldgebrek. Daarom vraagt zij om uw hulp. Steunt u de opleiding van deze 17 toekomstige priesters met een bijdrage? Doneer dan online of maak uw gift over onder vermelding van code: 216-04-79. Uw gift gaat naar dit project of soortgelijke projecten in de regio.
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
telefoonnummer call centre: (073) 220 40 94
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2024 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD