Verhalen over ontvoeringen van christelijke en yezidi-meisjes in het Midden-Oosten, doodstraffen vanwege blasfemie in Pakistan en aanslagen op kerken in Nigeria halen regelmatig het nieuws. Maar kent u het ‘grote plaatje’ van de ontwikkelingen rondom godsdienstvrijheid wereldwijd? Alles wat u moeten weten over dit ‘vergeten’ mensenrecht.
Gewelddaden, gepleegd in de naam van een godsdienst, blijven het internationale nieuws beheersen. We ontkomen niet aan de indruk dat religieus geïnspireerd terrorisme niet alleen wijdverbreid is, maar ook toeneemt. Het rapport van 2021 is een trieste bevestiging van deze constatering. Hieronder vindt u regelmatig nieuwsupdates van schendingen van de godsdienstvrijheid.
In vogelvlucht: In 62 landen van de 196 landen wereldwijd worden mensen – vaak minderheden – geconfronteerd met zeer ernstige schendingen van de godsdienstvrijheid. In deze landen wonen bijna 5,2 miljard mensen, want tot de ergste overtreders behoren enkele van de dichtstbevolkte landen ter wereld (China, India, Pakistan, Bangladesh en Nigeria).
Wilt u meer weten over speifieke landen of thema’s in het rapport? Kijk dan op Religious Freedom Report in the World 2023.
Op 4 juni won de Bharatiya Janata Party (BJP), of Volkspartij van India, haar derde verkiezing. Narendra Damodardas Modi’s verlengde zijn ambtstermijn als leider van het land. Wat zijn de gevolgen van deze resultaten voor de christelijke gemeenschap? In dit interview deelt pater Pradeep, een jezuïet uit de staat Jharkhand, zijn mening met de internationale katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN).
Premier Modi heeft onlangs de verkiezingen gewonnen. Wat was de reactie van de christelijke minderheid in India?
Ja, Modi heeft gewonnen, maar hij heeft minder stemmen gekregen dan hij had verwacht. Voor ons was dit een sterk teken van overwinning voor een bevolking die haar verzet tegen de BJP durfde te uiten. Modi heeft ons voortdurend verteld dat hij onoverwinnelijk is, maar voor het eerst hebben we begrepen dat hij toch niet zo onoverwinnelijk is. Uiteindelijk heeft hij de verkiezingen gewonnen, maar het was geen aardverschuiving, ondanks de voortdurende propaganda op televisie, sociale media, van de administratie, enz. die ons aanspoorde om op Modi te stemmen!
Welke gevolgen zou deze verkiezing kunnen hebben voor de minderheden in uw staat?
Onze angst is dat de partij, die minder stemmen heeft gekregen dan vijf jaar geleden, nu represailles zal nemen en van het moment gebruik zal maken om de minderheden nog meer te vervolgen, of ze nu christen of moslim zijn. Maar tegelijkertijd zal de partij, omdat ze zwakker is, ook allianties moeten sluiten en dus meer openheid moeten tonen. Ik denk dat er redenen zijn om optimistisch te zijn.
Met wat voor soort discriminatie hebben de christenen te maken?
Een systematische, discrete, krachtige en constante onderdrukking. Administratieve processen voor het inhuren van leraren voor onze scholen lopen bijvoorbeeld voortdurend vast, identificatiedocumenten zijn onmogelijk te verkrijgen, voortdurend worden onze zaken onderzocht. Hoe in orde onze rekeningen ook zijn, ze vinden altijd wel een reden om ze te controleren en ons iets te verwijten.
Een maand geleden ontdekten we dat we als christelijke NGO geen financiële hulp uit het buitenland mogen ontvangen. Waarom? Omdat ze weten dat wij als minderheden geen BJP stemmen. Of, bijvoorbeeld, het is bijna onmogelijk geworden voor een buitenlandse priester om een visum te krijgen om naar India te komen, alleen omdat hij christen is. En als hij daar al in slaagt, wordt hij voortdurend lastiggevallen met ondervragingen en dergelijke.
Hoe zit het met anti-bekeringswetten?
Ja, die hebben we. Dit zijn wetten die werden ingevoerd om individuen te beschermen tegen gedwongen bekering, maar in werkelijkheid bestaan ze om missionarissen en tribale christenen lastig te vallen. Ze werden in 2017 ingevoerd in onze staat en hebben geleid tot veel rechtszaken tegen christenen, die behoorlijk ver kunnen gaan. We waren diep geschokt door de dood van pater Stan Swamy, een jezuïet die van terrorisme werd beschuldigd en gevangen werd gezet, en uiteindelijk in 2021 in de gevangenis stierf.
Het is riskant geworden om hulp te bieden aan etnische stammen en de armere kasten. De BJP heeft geprobeerd om de namen van christenen in deze groepen van de lijsten met begunstigden te schrappen, zodat ze niet de subsidies kunnen ontvangen die door vorige regeringen zijn ingesteld. Tot nu toe is het echter niet gelukt om deze maatregel door te zetten.
Hoe ziet u de toekomst voor christenen in India in de komende jaren?
Zoals ik al zei, de onderdrukking is constant en systemisch, maar toch heb ik hoop als ik zie dat de mensen dapper genoeg waren om tegen de BJP te stemmen. We bidden dat, ondanks deze nieuwe termijn van vijf jaar die voor ons ligt, onze moeilijkheden en de pesterijen waar we elke dag mee te maken hebben, zullen afnemen.
Gerald Musa uit Nigeria is de eerste bisschop voor de etnische groep Hausa. Heel opvallend, want de meeste Hausa zijn moslim, net als veel familieleden van Gerald Musa. Zijn geloof heeft hij te danken aan zijn vader die zich op 12-jarige leeftijd bekeerde tot het christendom. Nu is Gerald Musa een bruggenbouwer tussen christenen en moslims.
Hoewel het tegenwoordig meestal gebruikt wordt om naar de paus te verwijzen, worden bisschoppen in de katholieke kerk van oudsher “pontifex” genoemd: Latijn voor “bruggenbouwer”. Deze titel is bijzonder toepasselijk in het geval van bisschop Gerald Mamman Musa van Katsina, in het noorden van Nigeria. In 2023 werd hij de eerste bisschop van de etnische groep Hausa. Dit is vooral belangrijk omdat de overgrote meerderheid van de Hausa’s moslim is, net als veel van zijn familie.
Pas tweede generatie christen
Van vaderskant is hij dan ook pas de tweede generatie christen. Zijn vader bekeerde zich op 12-jarige leeftijd. “Hij had echter het doorzettingsvermogen van een volwassen man nodig om christen te blijven”, vertelt de bisschop. “De Society of African Missions richtte een school op, waar mijn vader het voorrecht had om naartoe te gaan. Maar de school ging dicht en de missie ook. Een groot aantal bekeerlingen tot het christendom keerde terug naar de islam. Voor zover ik weet, was mijn vader de enige die christen bleef.”
Later zou hij leraar worden en vervolgens hoofdonderwijzer. Hij leidde ook bijna 40 jaar lang catechisten op en hielp bij het vertalen van de Bijbel en andere religieuze boeken in Hausa. Waarom bleef hij christen toen al zijn vrienden zich bekeerden?
Liefde voor de Eucharistie
“Hij zei dat hij iets anders zag in het christendom. De liefde die de missionarissen hem toonden, de liefde die hij van hen ervoer en het onderwijs veranderden zijn leven volledig. Zelfs toen anderen zich bekeerden, weigerde hij terug te keren naar de Islam, omdat hij liefde en vreugde vond. Wat opmerkelijk aan hem was, was zijn liefde voor de Eucharistie. Hij zei dat hij 40 jaar lang, non-stop, nauwelijks een dag de mis miste. Hij koesterde de Eucharistie, en hij had een heel diep geloof. Hij omarmde niet alleen het geloof, maar hij bestudeerde ook de inhoud van het geloof om het verschil te zien met anderen, zowel traditionele geloven als de Islam. Hij kon het verschil duidelijk zien, en aanvaardde het christelijk geloof van harte.”
Verrassende reacties op bisschopswijding
De laatste jaren is het noorden van Nigeria een moeilijke regio om christen te zijn, met toenemende vervolging en nieuwe vormen van radicale Islam. In deze situaties keren families zich soms tegen familieleden die een ander geloof aanhangen. Het was dan ook met enige aarzeling dat de bisschop zijn uitgebreide familie op de hoogte bracht van het feit dat hij tot bisschop benoemd was. De reactie verraste hem echter.
“Ik vertelde hen over mijn bisschopswijding en ze kwamen allemaal, uit verschillende steden. Ze vulden twee bussen! Ik dacht dat het religieuze verschil hen misschien zou tegenhouden, maar ze kwamen in groten getale en ze waren blij. Je kon het geluk van hun gezichten aflezen en het was de genade van God”, zegt bisschop Gerald Musa.
“Niet alleen mijn relaties, maar ook mijn klasgenoten van de basisschool die voor 95% moslim zijn – we houden nog steeds contact – stuurden ook vijf vertegenwoordigers van deze klas naar de wijding en je kon het geluk en de vreugde zien. Ze zagen de bisschopswijding ook als iets speciaals. Ik weet niet precies wat ze erin zagen, maar ze waren blij. Voor mij was dat echt geweldig. Ze waren oprecht blij voor me.”
Interreligieuze dialoog
Ook al nemen deze ervaringen niet de vorm aan van diepe theologische discussies, ze zijn toch een vorm van interreligieuze dialoog, legt de bisschop uit. “Er zijn vier vormen van dialoog: Dialoog van het leven, theologische dialoog, geestelijke dialoog en ook sociale dialoog. In het bisdom Katsina zou ik zeggen dat wat er meer plaatsvindt de sociale dialoog van het dagelijks leven is. Moslims die christenen als buren hebben en vreedzaam samenleven. Dan is er interactie. Bijvoorbeeld wanneer we Kerstmis vieren, brengen de moslims ons eten en kleding om te helpen vieren, te delen in onze vreugde. En wanneer we eten hebben gekookt met Kerst, delen we dat met onze moslimburen. Wanneer zij Eid al-Fitr en Eid al-Kabir vieren, delen we ook met hen, als een teken van goede wil naar hen toe. Vieringen, ceremonies, huwelijken, dingen zoals mijn wijding, dit is een dialoog van het dagelijks leven en activiteiten.”
Sharia in deelstaat
“Nigeria is een diverse natie en bestaat voornamelijk uit christenen, moslims en beoefenaars van traditionele religies of animisten. Het vroegere onderscheid tussen een islamitisch noorden en een christelijk zuiden is nu vervaagd door de verspreiding van het christendom in het noorden en de aanwezigheid van veel moslims in het zuiden”, vertelt bisschop Musa.
Zijn persoonlijke ervaring als brug tussen gemeenschappen verblindt hem niet voor het feit dat er moeilijkheden zijn. Een daarvan is het feit dat zijn bisdom zich in de deelstaat Katsina bevindt, die enkele jaren geleden officieel de sharia-wetgeving aangenomen heeft. “Onze persoonlijke ethiek, moraal en spiritualiteit zijn diep geworteld in onze diverse religies. We hebben echter een uniform rechtssysteem nodig dat onze culturele en religieuze waarden integreert voor nationale eenheid.”
Misdaden zonder consequenties
Hoewel Nigeria goede wetten heeft, ligt de uitdaging in de handhaving ervan. “Noch de sharia, noch de canonieke wetten kunnen doeltreffend zijn als de burgers de burgerlijke wetten niet respecteren. De wijdverspreide corruptie en ongelijkheid zijn het gevolg van een gebrek aan rechtsorde, waardoor individuen ernstige misdaden kunnen plegen zonder consequenties.”
Volgens hem voelen mensen zich steeds meer aangetrokken tot landen waar de rechtsstaat wordt gehandhaafd. Op dit moment is religie in veel delen van de wereld meer een uiterlijk vertoon geworden in plaats van een betekenisvolle invloed op het dagelijks leven”, aldus de bisschop.
“Jezus bekritiseerde de Farizeeën omdat ze zich concentreerden op kleine religieuze rituelen terwijl ze essentiële aspecten van het geloof en de moraal negeerden [Matteüs 23:23]. Op dezelfde manier bestaat er in Nigeria de neiging om de cruciale elementen van de wet te verwaarlozen ten gunste van oppervlakkige religieuze praktijken. Ondanks alle religieuze activiteiten van christenen, moslims en volgelingen van traditionele religies, blijven corruptie en ongelijkheid bestaan omdat sommige individuen zichzelf boven de wet plaatsen.”
Tot slot benadrukt de bisschop de noodzaak van het implementeren van een gemeenschappelijk wettelijk kader. “Dat moet het algemeen welzijn, rechtvaardigheid, liefde, vreedzame coëxistentie, integriteit, eerlijkheid, menselijke waardigheid en wederzijds respect bevorderen. Zonder rechtvaardigheid kan vrede niet kan bestaan.”
Een wetsvoorstel dat is goedgekeurd door het Amerikaanse Congres zal veel inspanningen financieren ter bevordering van godsdienstvrijheid in landen waar deze ontbreekt. Regina Lynch, uitvoerend president van Kerk in Nood (ACN), spreekt haar waardering uit.
“In de overtuiging dat dit pakket van grote hulp zal zijn voor de vele groepen die nog steeds te lijden hebben onder terroristische aanvallen, ontberingen en discriminatie vanwege hun religieuze overtuiging, spreekt Kerk in Nood (ACN) haar waardering uit voor de toewijding van de Verenigde Staten aan de zaak van religieuze vrijheid, en nodigt andere landen uit om dit voorbeeld te volgen,” aldus Lynch.
Belangenbehartiging
De pauselijke stichting heeft projectpartners uit deze landen vaak uitgenodigd om in het westen getuigenis af te leggen en hun situatie uit te leggen aan beleidsmakers. In de afgelopen maanden hebben projectpartners uit Nigeria, Pakistan, Irak en andere regio’s waar christenen vervolgd en gediscrimineerd worden, hun waardevolle getuigenissen uit de eerste hand aan Europese en Amerikaanse beleidsmakers gegeven. Dit weerspiegelt de missie van Kerk in Nood (ACN) om stemlozen een stem te geven.
Wetsvoorstel aangenomen
Op vrijdag 28 juni heeft het Amerikaanse Congres de volledige tekst aangenomen van het wetsvoorstel voor staats- en buitenlandse operaties en aanverwante programma’s voor een totaalbedrag van 51,7 miljard dollar. Het voorstel omvat ook de financiering van acties en projecten ter bevordering en bescherming van de vrijheid van godsdienst, evenals financiële steun aan religieuze organisaties die actief zijn in Nigeria.
Verstrekkende bepalingen
De financieringswet van dit jaar bevat verstrekkende bepalingen met betrekking tot internationale godsdienstvrijheid, waaronder:
“Dit is een concrete uiting door Amerikaanse wetgevers van de erkenning van de pijnlijke gevolgen van religieus gemotiveerd geweld,” legt Lynch uit. “Omdat dit een beslissing is over het geld van de belastingbetaler, omvat de erkenning ook het feit dat religieuze organisaties zoals de Kerk betrouwbare partners zijn voor humanitaire en ontwikkelingsprojecten van de Verenigde Staten.”
Kerk in Nood (ACN) ontvangt volgens haar statuten en mandaat geen financiering uit overheidsbronnen en heeft daarom zelf geen baat bij deze uitkomst.
De voorzitter van de Nationale (Katholieke) Commissie voor Gerechtigheid en Vrede van de Katholieke Kerk in Pakistan heeft een lokale rechtbank bekritiseerd omdat deze de doodstraf heeft uitgesproken tegen de christelijke Ehsan Shan (20). De man werd schuldig bevonden aan godslastering. Wreedheden die tegen de lokale christelijke minderheid zijn begaan, blijven echter onbestraft.
Bisschop Samson Shukardin van Hyderabad omschreef het vonnis in de zaak van Ehsan Shan als “zeer, zeer pijnlijk”. De antiterrorisme rechtbank van Sahiwal achtte Ehsan schuldig aan godslastering omdat hij op sociale media beledigend materiaal zou hebben gedeeld over de Islam en zijn profeet. Hij werd ook veroordeeld tot 22 jaar “strenge gevangenisstraf” en een boete van 1 miljoen Pakistaanse roepies (bijna € 6000).
Afbeelding van beschadigde Koran
Shan werd niet beschuldigd van het ontheiligen van de Koran, maar van het opnieuw plaatsen van een afbeelding van de beschadigde heilige tekst die afgelopen augustus leidde tot een golf van geweld tegen christenen in Jaranwala. Daarbij werden meer dan 25 kerken in brand gestoken en meer dan 80 christelijke huizen geplunderd.
Christenen teleurgesteld
In een interview met Kerk in Nood (ACN), een katholieke hulporganisatie die christenen in nood ondersteunt, noemde bisschop Shukardin de beslissing “zeer pijnlijk voor ons. Veel mensen zijn teleurgesteld.” Hij riep de internationale gemeenschap op om gerechtigheid te eisen: “De grote internationale NGO’s en mensenrechtenorganisaties moeten naar buiten treden en zich uitspreken tegen deze beslissing. Dit zal een grote impact hebben op de regering.”
Afbeelding gedeeld met één persoon
Priester Khalid Rashid, directeur van de commissie voor het bisdom Faisalabad: “Shan deelde de afbeelding met één persoon. Maar deze werd gedeeld door duizenden en duizenden mensen, waaronder functionarissen zoals leden van de politie en de regering. Hij is uitgekozen, doelwit gemaakt. Wij veroordelen dit vonnis. Hij is onschuldig omdat hij niet goed opgeleid is. Hij komt uit een zeer arme familie. Soms begrijpen mensen deze dingen niet. Hij had geen idee dat het delen van deze inhoud als schadelijk zou worden beschouwd. In die dagen deelde iedereen het nieuws.”
Druk op rechtbank
De priester legt uit dat de antiterrorisme rechtbank in Sahiwal onder druk kwam te staan om het vonnis ‘schuldig’ uit te spreken:: “Het is vanwege terroristen, extremisten en andere fundamentele groepen dat deze uitspraak is gedaan. Deze groepen bedreigden de rechter en dit is de reden waarom de rechter dit soort vonnis heeft uitgesproken.” Vanwege de overhaast genomen beslissing en ongepaste druk, gaat de commissie met advocaten in hoger beroep bij het Hooggerechtshof van Lahore.
Toenemende vervolging
De uitspraak van het antiterrorisme-rechtshof van Sahiwal kent een achtergrond van toenemende vervolging van christenen en andere minderheden in Pakistan. De massale brandstichting van kerken in Jaranwala in augustus 2023, leidde weer tot dreigingen van geweld tegen christenen in de stad Sargodha in Punjab. Daar sloeg afgelopen mei een menigte van duizenden op de vlucht, opnieuw als reactie op een beschuldiging van godslastering. Ze lynchten de 73-jarige grootvader Nazir Gill Masih uit Sargodha, die later aan zijn verwondingen overleed. Op dat moment waren de doodsbange christenen uit Sargodha massaal de stad ontvlucht.
Bang om uit te spreken
Vorige maand werden twee Ahmadi-moslims doodgeschoten in het district Mandi Bahauddin in Punjab. Er werd beweerd dat de verantwoordelijken van Tehreek-e-Labbaik (TLP) waren, een radicale religieuze en politieke groepering die in verband wordt gebracht met het geweld in Jaranwala en Sargodha. Mgr. Shukardin: “Minderheden lijden steeds meer. Minderheden zijn bang en voelen zich niet op hun gemak. Ze zijn bang om zich in het openbaar uit te spreken.”
Hij zei dat moslims ook worden beschuldigd van godslastering. “Maar wat de beschuldigingen zoveel erger maakt voor christenen, is dat bij de beschuldigingen niet alleen individuen doelwit zijn, maar ook hun families en hele gemeenschappen”, legt bisschop Shukardin uit.
Aanvallen blijven onbestraft
Hij benadrukt dat er geen veroordelingen zijn uitgesproken tegen degenen die betrokken zijn bij de aanvallen tegen christenen in Sargodha en Jaranwala: “Een van onze christenen heeft een onrechtvaardige doodstraf gekregen. Maar er is niets gebeurd met de anderen die beschuldigd worden van misdaden tegen de kerken en de christelijke huizen. In plaats daarvan worden deze mensen langzaam vrijgelaten.”
SAT-7 is een levensader van geloof voor christenen in landen met een moslimmeerderheid. De oecumenische christelijke zender zendt uit in drie verschillende talen en bereikt miljoenen mensen met zijn satellietuitzendingen.
Christenen vormen een kleine minderheid in het Golfkoninkrijk Oman en zijn bijna allemaal buitenlandse werknemers. Dus toen Kurt Johansen, de uitvoerend directeur van de christelijke omroep SAT-7, zijn hotelreceptionist vertelde wat hij voor de kost deed, was hij sceptisch over de reactie. “Zodra hij me hoorde zeggen dat ik voor SAT-7 werkte, zei hij: ‘Wow! Daar kijk ik elke avond naar’“, herinnert Kurt zich glimlachend.
“Voordat ik mijn leven aan Christus wijdde, werkte ik als belasting beambte. Ik ben dus getraind om nergens in te geloven. Maar terwijl we bleven praten, begon hij veel van de programma’s te noemen waaruit bleek dat hij ze aandachtig had bekeken, ook al had hij een niet-christelijke achtergrond”, vertelt Kurt tijdens een bezoek aan het hoofdkantoor van Kerk in Nood (ACN).
In het geheim geloven
Dit verhaal weerspiegelt de situatie in veel landen met een moslimmeerderheid. Hoewel er eeuwenoude christelijke gemeenschappen zijn in Arabische landen, wordt bekering van de islam tot het christendom op zijn best afgekeurd of expliciet verboden, soms zelfs bestraft met de dood. In de meeste landen moeten degenen die in Christus gaan geloven hun geloof in het geheim beleven, vaak zelfs verborgen voor hun familie. Voor hen zijn zenders zoals SAT-7 een levensader, de enige bron van catechese en betrouwbare informatie over het christendom.
“Elk jaar nemen meer dan 100.000 mensen contact met ons op omdat ze meer willen weten over het christendom, of gewoon omdat ze iemand willen om mee te bidden”, zegt Kurt Johansen. De SAT-7 website heeft een sectie gewijd aan getuigenissen en berichten van kijkers, uit landen zo afgelegen als Iran en Afghanistan.
De zender doet veel moeite om ervoor te zorgen dat geen van zijn kijkers in gevaar wordt gebracht. De mensen die in de hoofdkantoren werken, zijn zelfs getraind om infiltranten op te sporen. “We weten dat sommige van de contactpersonen waarmee we te maken krijgen eigenlijk van veiligheidsdiensten zijn”, zegt Kurt tegen Kerk in Nood.
“Satelliet is waar de arme mensen zijn”
SAT-7 exploiteert vier satellietkanalen: twee in het Arabisch, één in het Turks en één in het Farsi, de taal die in Iran en Afghanistan gesproken wordt. Voor zover mogelijk wordt de inhoud lokaal geproduceerd, maar soms kan dat niet omdat ze geen toestemming krijgen. Maar zelfs de meest repressieve regeringen kunnen het satellietsignaal niet blokkeren.
“In Iran is het verboden om een schotelantenne te bezitten, maar de Iraanse regering heeft verschillende satellietkanalen”, legt Kurt uit. Dit komt omdat het Iraanse regime weet dat de overgrote meerderheid van haar burgers wel degelijk satellietschotels bezit, die ze voor slechts 20 euro kunnen kopen.
“Satelliettelevisie is nog steeds de koning van de media in veel delen van de wereld, vooral daar waar het internet slecht en duur is en vaak door de regering wordt gecontroleerd. We investeren nu meer in digitaal, maar we zullen waarschijnlijk nooit afstappen van satelliet. Dat is waar wij arme mensen vinden”, legt de uitvoerend directeur uit.
“Onze boodschap is hoop en leven”
De optie om zoveel mogelijk lokaal gevestigd te zijn, kan problemen opleveren. “We hebben een aantal van onze teams moeten verplaatsen vanwege veiligheidsproblemen”, zegt Kurt. Maar wat hij echt opmerkelijk vindt, is de vrijgevigheid van de gemeenschappen die hen ondersteunen. “In één geval, in Egypte, nadat een brand onze studio had verwoest, kwamen christenen ons te hulp. Sommigen verkochten ringen en auto’s om ons geld te geven, en uiteindelijk kregen we meer geld van de Egyptische christenen dan voorheen. We overwinnen en gaan door, en we willen niet als slachtoffers gezien worden. Ja, we zijn een minderheid, maar we hebben een rol te spelen, en onze boodschap is hoop en leven.”
Het Evangelie staat centraal in de uitzendingen en de missie van SAT-7. Maar soms kan het overbrengen van hoop en leven in onverwachte vormen gebeuren. Volgens Kurt heeft ongeveer één op de drie vrouwen in Egypte te maken met huiselijk geweld of genitale verminking. “In een eer- en schaamtecultuur kunnen mensen hun echtgenoten niet bekritiseren. Daarom realiseren ze zich misschien niet dat ze hierin niet alleen staan. Ze geven zichzelf de schuld en alleen al het horen van anderen laat zien dat dit een cultureel en geen individueel probleem is.”
Kids kanaal enige school
Op het hoogtepunt van de burgeroorlog in Syrië realiseerde de organisatie zich dat ze het probleem van een hele generatie kinderen die geen normale lessen konden volgen, moesten helpen aanpakken. “We begonnen een 24/7 academiekanaal waar kinderen leren lezen en schrijven, met lessen in Engels en wiskunde, en hoe ze het leven moeten leiden vanuit een christelijk perspectief. Inmiddels zenden we dit ook uit op het SAT-7 Kids kanaal. Het was bedoeld voor de Syrische vluchtelingencrisis, maar is nu ook van toepassing op andere landen, waar de middenklasse het zich niet kan veroorloven om hun kinderen naar school te sturen. Tijdens Covid-19 waren wij vaak de enige school die open was voor veel gezinnen.”
Focussen op wat verenigt
Een andere zaak die de omroep na aan het hart ligt, is het bevorderen van eenheid tussen christenen van verschillende denominaties en etniciteiten. De internationale raad van SAT-7 wordt voorgezeten door een Koptisch-orthodoxe aartsbisschop, wiens plaatsvervanger een maronitische katholieke aartsbisschop is, terwijl Kurt zelf luthers is. “We richten ons op wat we gemeen hebben, op wat ons verenigt. We verbergen onze verdeeldheid niet, maar proberen de muren af te breken die ons zouden kunnen verdelen. Grieken en Turken werken samen, Turken en Armeniërs werken samen. Dit is een goede getuige voor de wereld”, zegt Kurt Johansen.
SAT-7 beseft ook hoe belangrijk het is om andere religies de hand te reiken. “We willen bruggen bouwen met moslims. Christenen wonen al honderden, zo niet duizenden jaren in deze landen. Ze willen gelijkwaardige burgers blijven, bijdragen aan hun samenleving en in vrede leven. Dat kunnen ze niet als ze geïsoleerd van hun buren leven. Wij proberen dat te bevorderen.”
De organisatie heeft geen andere inkomstenbronnen dan donaties. De donateurs van Kerk in Nood steunen de omroep dan ook al vele jaren. “Kerk in Nood is erg gul geweest en is een bevoorrechte partner. Wij beschouwen hen niet als donateurs, maar als partners. Het gaat niet alleen om geld, maar ook om de spirituele en sociale impact”, besluit een dankbare uitvoerend directeur van SAT-7.
Wereldwijd hebben zich dit jaar meer regeringen aangesloten bij #RedWednesday en #RedWeek om zo aandacht te vragen voor de vervolging van christenen en de schendingen van godsdienstvrijheid wereldwijd. Ook in Nederland deden 163 kerken mee aan het initiatief van de katholieke hulporganisatie Kerk in Nood (ACN).
Deelnemers aan de evenementen van dit jaar hoorden getuigenissen van Nigeriaanse, Pakistaanse en bisschoppen uit het Midden-Oosten, evenals levensgetuigenissen van missionarissen en slachtoffers van vervolging. Duizenden mensen namen deel aan #RedWeek 2023-evenementen in verschillende landen, van Nederland tot Australië.
Solidariteit met vervolgden
Rishi Sunak, premier van het Verenigd Koninkrijk, beschreef het evenement in het parlement als “een belangrijk moment om onze solidariteit te tonen met christenen en allen die over de hele wereld vervolgd worden vanwege hun geloof of overtuiging. Ik ben blij dat we vandaag de gebouwen van het Buitenlandse Zaken, Gemenebestzaken en Ontwikkelingssamenwerking in het Verenigd Koninkrijk rood zullen verlichten ter ondersteuning.”
In Rome, Italië, deden verschillende regeringsgebouwen ook mee aan het initiatief, waaronder de Senaat, de Kamer van Afgevaardigden en het Ministerie van Buitenlandse Zaken, die allemaal rood werden verlicht, net als verschillende ambassades van de Heilige Stoel.
Ook andere regeringen omarmden #RedWeek, waaronder enkele uit landen die geen nationale kantoren van Kerk in Nood (ANC) hebben. De regering van Hongarije organiseerde een conferentie over religieuze vervolging en nodigde bisschop Wilfred Anagbe uit Makurdi uit, die met pijnlijke nauwkeurigheid het lijden beschreef van meer dan twee miljoen christenen in Nigeria die ontheemd zijn geraakt door de onrust in het land.
De regering van Tsjechië begon haar voorzitterschap van de International Religious Freedom or Belief Alliance (IRFBA) met een RedWednesday-evenement in Praag op 29 november. En het Kroatische parlement organiseerde een conferentie over het groeiende aantal religieus gemotiveerde haatmisdrijven in het Westen, inclusief een presentatie van het rapport Vrijheid van Godsdienst van Kerk in Nood (ACN) en rood aangelichte overheidsgebouwen en kerken.
Getuigenissen van lijdende christenen
In Duitsland sprak aartsbisschop Sebastian Shaw van Lahore, Pakistan, tot een groot publiek over de voordelen van de interreligieuze dialoog die hij in zijn land heeft aangezwengeld. Wel hekelde hij de zaken die religieuze minderheden nog steeds plagen, zoals “de aanwezigheid van haatzaaiend materiaal in het nationale leerplan en de schoolboeken van Pakistan, wat vijandigheid en intolerantie in de hand werkt.” Ook wees hij op het grote aantal minderjarige meisjes en vrouwen met een christelijke of hindoeïstische achtergrond dat wordt ontvoerd, tot een huwelijk gedwongen en gedwongen bekeerd tot de islam. “Na hun bekering kunnen deze mensen geen afstand doen van hun geadopteerde geloof en riskeren ze executie als ze dat proberen.”
“Zodat onze broeders zich niet alleen voelen”
In Nederland namen 163 kerken deel aan RedWednesday, een stijging van bijna 10% ten opzichte van het jaar ervoor. De Nederlandse regering sprak zich naar aanleiding van RedWednesday niet direct uit over de verslechtering van godsdienstvrijheid. Nadat in de Tweede Kamer vragen werden gesteld over het rapport Vrijheid van Godsdienst Wereldwijd 2023 van Kerk in Nood (ACN), gaf de Nederlandse demissionaire minister van Buitenlandse Zaken, Hanke Bruins Slot, op 28 november 2023 wel aan de zorgen in het rapport over verslechtering van de vrijheid van godsdienst te delen.
Dankzij de hulp van donateurs wereldwijd heeft Kerk in Nood 1,5 miljoen euro kunnen toezeggen voor universitaire studiebeurzen aan jongeren in Irak.
Het hulpprogramma omvat studiebeurzen voor 150 studenten aan de Katholieke Universiteit van Erbil (CUE), de hoofdstad van de autonome regio Iraaks Koerdistan, voor de komende vier jaar. Doel van het project is de sociale samenhang tussen de verschillende godsdiensten te bevorderen en jonge christelijke studenten betere kansen op de arbeidsmarkt te bieden.
Harmonie
“Zonder twijfel is de CUE een baken van licht en een symbool van hoop, vooral voor de jongere generatie”, verklaart Chaldeeuwse aartsbisschop Bashar Warda van Erbil, de stichter van de universiteit. “De financiële steun door middel van studiebeurzen komt niet alleen ten goede aan een beperkt aantal jongeren die hopen op een betere toekomst. Het zal tegelijkertijd een krachtig gebaar zijn van solidariteit met de Christenen en andere minderheden en kansarmen in de regio.”
De meeste studenten aan de CUE zijn vluchtelingen of intern ontheemden uit andere delen van Irak, waaronder Bagdad, Basra, Diala, Duhok, Kirkuk, Nineveh en Mosoel, Sinjar en Suleimaniya. Thomas Heine-Geldern, de uitvoerend voorzitter van Kerk in Nood internationaal, noemt de gelegenheid voor de toezegging passend: “Wij geloven dat dit project de boodschap van de paus ten gunste van sociale cohesie en verzoening zal ondersteunen. De universiteit is opgebouwd rond diversiteit – met 72% christenen, 10% moslims en 18% Yezidi’s. Hier kunnen jongeren van diverse geloofsovertuigingen leren om in harmonie samen te leven.”
Blijven of vertrekken
Binnen Iraaks Koerdistan leeft de christelijke minderheid in relatieve veiligheid. Er heerst echter een aanhoudend gevoel van onveiligheid, vooral door de gespannen economische situatie. Als gevolg daarvan staan vooral jongeren voor een dilemma: blijven of emigreren. Het aantal Christenen in het land is de afgelopen tien jaar dramatisch gedaald. De CUE, die vijf jaar geleden werd opgericht, probeert een andere oplossing te bieden door jongeren betere toekomstperspectieven te bieden.
“De Katholieke Universiteit van Erbil is van cruciaal belang voor de Christenen die in Noord-Irak en Koerdistan wensen te blijven, omdat het hen zal helpen om te blijven. De Christenen zouden er niet aan denken hun land te verlaten als zij zich daartoe niet gedwongen voelden door krachten buiten hun wil. Als jonge Christenen de kans krijgen om een goede opleiding te volgen, dan zullen zij blijven. Kerk in Nood heeft al het mogelijke gedaan om de Christenen te helpen in hun geboorteland te blijven, door te investeren in de wederopbouw van huizen, kerken en essentiële infrastructuur. Nu is het tijd om dit grote project, dat voor ons zeer ambitieus is, op te starten en te investeren in de jongeren van het land”, aldus Heine-Geldern.
Toekomstvisie
De CUE is tot nu toe de enige katholieke universiteit in het land en biedt een scala aan vakken tot het niveau van een universitaire graad, waaronder architectuur en civiele techniek. Momenteel zijn er 170 studenten ingeschreven, waarvan 54% vrouwen en 46% mannen. De aartsbisschop wil dit aantal de komende vier jaar graag verhogen. De financiële steun van Kerk in Nood is onontbeerlijk, gezien de huidige moeilijke economische en politieke situatie in Irak. “Ik heb het werk dat Kerk in Nood jarenlang voor ons heeft gedaan, en vooral na ISIS, altijd zeer gewaardeerd. Dat Kerk in Nood als medestichter de eerste grote donor is voor het studiebeursprogramma, is zeer toepasselijk en zeer welkom. We moeten goed nieuws geven aan de mensen hier tijdens het pauselijke bezoek; de visie om 1000 studenten te hebben tegen 2025, geeft een belangrijke stem en een duidelijke toekomst voor onze jongeren en hun ouders en daarmee veel hoop”, besluit aartsbisschop Bashar Warda.
"Ik nodig u uit om samen met Kerk in Nood overal in de wereld werken van barmhartigheid te realiseren."
Kerk in Nood
Peperstraat 11-13
5211 KM 's Hertogenbosch
info@kerkinnood.nl
(073) 613 08 20
telefoonnummer call centre: (073) 220 40 94
NL27 ABNA 0503 0402 31
RSIN/ANBI 2865841; KVK 41080169
Contactformulier
Projectaanvragen
Privacybeleid
Stichting Kerk in Nood/Voorheen Oostpriesterhulp Nederland
COPYRIGHT © 2024 ACN NEDERLAND - KERK IN NOOD