In de Oost-Europese landen waar waar zij een minderheid vertegenwoordigt, blijft de katholieke Kerk nog steeds afhankelijk van hulp uit het buitenland. Als gevolg van de pandemie hebben veel religieuze gemeenschappen nog meer steun nodig dan in normale tijden. Bovendien is de economische situatie verslechterd door Covid - en zijn veel mensen werkloos geworden.

ACTUEEL

Al voor de oorlog kreeg Oekraïne van alle Europese landen de meeste hulp. Bovendien konden we talrijke projecten in Rusland en Wit-Rusland, en we hielpen ook de Kerk in Zuidoost-Europa landen zoals Roemenië, Albanië en Bosnië-Herzegovina. In Centraal-Europa, steunden we de Kerk in Slowakije en de Tsjechische Republiek. In Noord Europa was onze hulp voornamelijk gericht op de Baltische staten en landen zoals IJsland en Noorwegen, waar de katholieke kerk wordt gekenmerkt door een diaspora situatie.

Actuele projecten uit Europa

Na de val van het communisme in de vroege jaren negentig werd rond vijftig procent van het budget van Kerk in Nood in Oostelijk en Centraal Europa besteed. De laatste 25 jaar is dat aandeel flink verminderd. Wel bleef Kerk in Nood investeren in de bouw en het herstel van seminaries, kerken, kloosters en priesterhuizen. Momenteel ligt de focus naast de opleiding van priesters en zusters vooral op het steunen van de Kerk in Oekraïne.