De aanleiding voor de wetgeving is dat de verspreiding in sterke bewoording werd veroordeeld door de Noord-Koreaanse overheid in Pyongyang. De zus van leider Kim Jong-un stelde deze zomer dat de relatie tussen de twee Korea’s een dieptepunt zou bereiken als er geen verbod zou komen. President Moon Jae-in, wiens partij een grote meerderheid in het parlement heeft, streeft ernaar de banden met Noord-Korea te verbeteren. Overtreders riskeren drie jaar cel of een boete van ongeveer 225 euro.
Meer dan twintig organisaties die zich inzetten voor Noord-Koreaanse vluchtelingen en mensenrechten in Zuid-Korea betwisten de grondwettigheid van de wet en uitten stevige kritiek. Oppositielid Ji Seong-ho, die zelf ooit vluchtte uit Noord-Korea, verwoorde het helder: “Als de huidige regering echt om de vijfentwintig miljoen Noord-Koreanen geeft, moet zij de behoeften van het Noord-Koreaanse volk overwegen. Niet de behoeften van de Noord-Koreaanse autoriteiten.”
Bron: ICC