Door Filipe d'Avillez
Deze maand was het 11 jaar oorlog in Syrië, maar het jubileum heeft niet veel indruk gemaakt in de media...
Het is niet meer dan normaal dat de oorlog in Oekraïne de krantenkoppen domineert. Ook onze projectpartners in Syrië hebben hun bezorgdheid geuit over de slachtoffers van de oorlog en gebeden voor vrede. Maar het is ook waar dat het conflict in Syrië, dat nu zijn 12e jaar ingaat, in de bredere media in de vergetelheid dreigt te raken. Gelukkig geeft paus Franciscus nog steeds uiting aan zijn nabijheid tot de christelijke gemeenschap aldaar. Aan het begin van de recente conferentie in Damascus, dat als titel “De Kerk als Huis van Liefde - Synodaliteit en Coördinatie” had, stuurde hij een boodschap, waarin hij de Christenen zei: “Jullie worden niet vergeten; de Kerk blijft bijzonder bezorgd om jullie welzijn, want jullie zijn de hoofdrolspelers van de zending van Jezus in dit land.”
Hebben de plaatselijke christelijke leiders hoop dat de situatie ooit zal verbeteren?
Als Christenen moeten wij de hoop bewaren, en ons geloof geeft ons deze hoop. Het is het geloof dat de drijvende kracht is achter de hulp die zo dringend nodig is in de steeds verslechterende humanitaire situatie. Tijdens deze koudere maanden is het bijzonder zwaar. In veel delen van het land vriest het 's nachts en toch leeft minstens 90% van de bevolking onder de armoedegrens. Dat betekent dat ze geen geld hebben om stookolie te kopen of om elektriciteit te betalen voor de weinige uren elektriciteit wanneer het net dit levert. Het geeft de kerkleiders - en de Christenen in het algemeen - wel hoop dat een delegatie uit Rome en veel niet-Syrische liefdadigheidsinstellingen deze conferentie hebben bijgewoond. Dat ondanks de vele moeilijkheden, waaronder wegen die geblokkeerd zijn door sneeuw en Covid.
Het is echter waar dat wanhoop onder Syrische Christenen gemeengoed is. We zijn dan ook blij dat we initiatieven kunnen steunen die er specifiek op gericht zijn om mensen in wanhopige situaties hoop te geven. In het Christian Hope Center in Damascus en in Homs financieren we bijvoorbeeld projecten om mensen te helpen hun middelen van bestaan weer op te bouwen na de oorlog. In het hele land financieren we zomerkampen voor arme kinderen, om meer gegrond te zijn in het geloof, en om zich te vermaken in moeilijke omstandigheden. Veel Christenen hebben een gebrek aan hoop, maar de hoop die ze vinden komt vaak voort uit de initiatieven van de Kerk.
Hoe heeft de oorlog het geloof van de Christenen in Syrië beïnvloed?
Veel Christenen in Syrië hebben de afgelopen elf jaar vreselijke trauma's opgelopen. Ze hebben geliefden verloren, zijn getuige geweest van extreem geweld en zijn zelfs met de dood bedreigd omdat ze Christen zijn gebleven. Ik geloof dat het aan hun geloof te danken is dat velen dit hebben doorstaan. Vorig jaar bezochten we een vrouw wier man in Maaloula door islamitische extremisten was ontvoerd en waarschijnlijk vermoord. Haar enige troost komt van de Kerk, van haar geloof en in het bijzonder van de zusters die haar familie steunen. Voor veel Christenen heeft de oorlog een positieve uitwerking gehad op het geloof. Ondanks alles is het voor de Kerk een gelegenheid geweest om haar leer over naastenliefde en vergeving in praktijk te brengen.
Het is ook waar dat meer jongeren dan ooit betrokken zijn bij kerkelijke activiteiten: bij de scouts, in kampen en bij evenementen. Gezien de armoede en de uitdagingen van het gewone leven, is ontmoeting in de Kerk meer gewoon geworden dan vroeger. Tegelijkertijd stellen vooral jongeren moeilijke vragen over het geloof en hun toekomst. Waar is God, na zoveel jaren van geweld? Doet de Kerk alles wat zij kan om hun toekomst in het land te beschermen? Waarom zijn sommige van hun vrienden dood door deze oorlog en leiden de meesten van hen een schijnbaar tevreden leven in het Westen? Moeten ze blijven of moeten ze gaan? Dit kunnen kwellende vragen zijn, en we willen er zeker van zijn dat de kerk er is om christenen te steunen als ze hiermee worstelen, en met het trauma van het afgelopen decennium.
Deze dagen horen we veel over sancties. Die worden vaak voorgesteld als een alternatief voor directe oorlog, maar ze hebben ernstige gevolgen voor de bevolking. Wat is uw perspectief, nu u het langetermijneffect van sancties in Syrië hebt gezien?
Voordat de oorlog begon, waren de Christenen in Syrië niet afhankelijk van hulp van buitenaf. In feite hadden ze hun eigen lokale liefdadigheidsinstellingen om de armere bevolking te helpen. Het is nu erg triest om te zien hoe zo'n groot percentage van de bevolking dringend behoefte heeft aan noodhulp. In Syrië zijn de gewone mensen zeker het slachtoffer van de sancties. De inflatie tiert welig en zij kunnen zich geen medicijnen, operaties, vlees of melk voor hun kinderen meer veroorloven, of zelfs maar het busgeld om naar school of de universiteit te gaan. Zelfs degenen die familie in het buitenland hebben, kunnen geen geld krijgen vanwege de bankembargo's. De realiteit is dat de meeste sancties in Syrië de mensen meer pijn doen dan iets anders. De plaatselijke kerk heeft zich er krachtig tegen uitgesproken, en wij steunen deze oproepen.
Staan deze organisaties alleen ten dienste van katholieken? Of dienen ze mensen van verschillende religies?
Elke organisatie heeft haar eigen charisma, dat ook tot op zekere hoogte afhangt van de bron van haar fondsen, d.w.z. gouvernementeel of niet-gouvernementeel. Kerk in Nood is een katholieke organisatie met voornamelijk private, katholieke donateurs en onze projectpartners in Syrië zijn leiders van de katholieke of orthodoxe Kerk. Zij helpen op hun beurt vooral hun eigen gemeenschappen, als ontwikkeling van de pastorale activiteiten van de Kerk. Maar in diverse projecten reiken zij ook de helpende hand aan Moslims die zich in een moeilijke economische situatie bevinden.
Zo richten veel zusters in Syrië zich op het bezoeken van gezinnen en het ondersteunen van hun geloof, zodat zij in hun hulpverlening vooral Christenen steunen die zij kennen via hun pastorale werk. De kerk steunt natuurlijk ook Moslims. Zo zijn op veel katholieke scholen die door Kerk in Nood worden gesteund de meeste leerlingen niet christelijk.