Tien jaar na het begin van de Syrische oorlog veroordelen de projectpartners van Kerk in Nood (ACN) de voortdurende sancties van het Westen. “Ze hebben hun eigenlijke doel, het verzwakken van het Assad-regime, bij lange na niet bereikt”, verklaart de Grieks-katholieke aartsbisschop van Aleppo, Jean-Clément Jeanbart, tegenover Kerk in Nood. Des te verwoestender zijn echter de gevolgen van de handels- en deviezenbeperkingen voor de burgerbevolking. “De mensen hebben niet meer genoeg voedsel, brandstof, gas om hun huizen te verwarmen en elektriciteit. Ook zijn mensen niet meer in staat leningen af te sluiten om grotere aankopen te financieren. De sancties hebben geen ander resultaat dan dat de mensen lijden en arm en ellendig worden.”
“Op het punt van verhongeren”
In een interview met Kerk in Nood beschreef zuster Maria Lucia Ferreira onlangs de werkelijke gevolgen van het sanctiebeleid van het Westen. De religieuze zuster woont in het klooster van Mar Yakub in Qara, dicht bij de Libanese grens. “De situatie wordt steeds nijpender; de mensen staan op het punt te verhongeren. Sommigen zijn al gestorven,” legde zuster Lucia uit. Volgens de zuster van de Orde van de Eenheid van Antiochië is de hachelijke situatie niet alleen het gevolg van het conflict, dat al tien jaar woedt, maar ook van het sanctiebeleid en de gevolgen van de coronapandemie. “De prijzen gaan maar omhoog en omhoog. Het is moeilijk om te overleven.”
Volgens haar is het meest nijpende probleem op dit moment de schaarste aan grondstoffen, waardoor velen hun flat niet kunnen verwarmen. “De mensen staan in de rij om benzine of stookolie te kopen, maar vertrekken vaak met lege handen. Brandstof is erg schaars omdat er weinig hout is in deze regio. Ook zijn er dagen dat we 12 uur zonder stroom zitten - en als het weer werkt, dan vaak maar voor een half uur.”
Oproep tot onderhandelingen
In plaats van economische druk uit te oefenen op de Syrische regering, roept aartsbisschop Jeanbart de westerse staten op om in onderhandeling te treden met president Assad. “Er moet een eerlijke dialoog komen. Het Westen kan druk uitoefenen door deze [dialoog] aan te gaan, als de regering ermee instemt een weg naar vrede te vinden en een deel van haar gedrag te veranderen.”