De kerk wordt vervolgd door drie vertegenwoordigers van de islamitische regering van Sudan: Yougob Hammada Elnour, Angelo Ziaka en Elramara Kori. Zij behoren tot het overheidscomité, dat is opgericht om op kerkelijke activiteiten in Sudan toe te zien.
De leider van de Sudanese Church of Christ, dominee Ayoub Italian Tutu, pastoor Kuwa Shamal en zes andere bestuursleden waren bij de zitting aanwezig in de hoop, de zaak in hoger beroep te winnen. Ze proberen te voorkomen dat de regering het eigendom van hun kerk overdraagt aan een overheidscomité, wat in 2016 werd ingediend.
Kuwa Shamal, hoofd van de afdeling communicatie van het SCOC, zei het volgende tegen het ICC, “Vandaag woonden wij, het bestuur van de Sudanese Church of Christ, de zitting van een zaak bij, die in 2016 begon toen de regering, die in het verleden al een aantal van onze kerken sloopte, ons dwong om de leiding van onze kerk over te dragen aan een door de regering geselecteerd comité.”
Verder zei hij: “We hebben in het laatste jaar regelmatig zittingen bijgewoond, wat vermoeiend en uitputtend is en veel tijd kost. We worden ervan beschuldigd, de rol van de regering wat betreft het toezicht houden over Sudanese kerken te belemmeren, ordeverstoring en van de bouw van kerken op land dat van de regering is.”
De onderdrukking van het christelijke geloof in Sudan werd in 2011 erger nadat Zuid-Sudan zich afscheidde. In die tijd zwoer president Omar al-Bashir dat hij van Sudan een islamitische staat zou maken, door het Christendom te verwijderen. De Sudanese bevolking bestaat voor ongeveer 20% uit Christenen. Ze zijn een religieuze minderheid, die werd vervolgd door de regering, die de Sharia-wetgeving volgt.
Dominee Ayoub Italian Tutu, die de toestand van het Christendom in Sudan beklaagt, zei, “Het is treurig om het afschuwelijke gedrag van de regering te moeten zien, die overduidelijk de voorkeur voor de Islam heeft, uitsluitend omdat we een minderheid zijn. Ik ben erg teleurgesteld om te zien dat er op een stuk land, waar eerst een van onze kerken stond voor hij gesloopt werd, een fundament voor een moskee is gestort. Ons is gerechtigheid ontzegd en we zijn hopeloos. We geloven er niet meer in dat we ons land ooit nog terugkrijgen.”
Toen hij met het ICC sprak, zei de advocaat, die de Sudanese Church of Christ vertegenwoordigde, Demas James: “Tijdens de zitting gebeurde er niet veel. We hebben meer bezwaarschriften ingediend en waarna de rechter een datum plande voor de volgende hoorzitting.”
Nathan Johnson, de regiomanager van het ICC voor Afrika, zei, “Het is vreselijk om te moeten zien dat de Sudanese regering doorgaat met zijn eigen volk te vervolgen. Ze hebben alles op alles gezet, om in de hoofdstad en over het algemeen in Sudan een einde aan het Christendom te maken. Als er geen druk van buitenaf komt, zullen ze doorgaan met deze afschuwelijke schending van de mensenrechten.”
Bron: ICC
Vertaling: Renske Koenders
