fbpx

Pausbezoek Canada fundamentele stap naar verzoening

woensdag, 27 juli 2022
Nieuws
Het bezoek van de paus aan Canada wordt door velen gezien als een fundamentele stap in het proces van genezing dat meer dan drie decennia geleden door de inheemse volken van Canada is begonnen, een weg die hopelijk tot verzoening zal leiden. Kerk in Nood (ACN) sprak met aartsbisschop Donald Bolen van Regina, Saskatchewan, om beter te begrijpen wat dit bezoek betekent. De aartsbisschop heeft ruime ervaring met de dialoog met de zogeheten First Nations.
ACN-20220726-131430 Canada

Paus Franciscus is begonnen aan zijn pastorale bezoek aan Canada. Dit bezoek is aangevraagd door de Waarheids- en Verzoeningscommissie (TRC), die getuigenissen heeft verzameld van vroegere overlevenden van misbruiken in het kostschoolsysteem. Dat werd door de Canadese regering in het midden van de 19e eeuw opgezet om “de Indiaan in het kind te doden.” Het systeem heeft geleid tot wat velen als een culturele genocide beschouwen. De commissie heeft de paus verzocht “een verontschuldiging aan de overlevenden te maken… vergelijkbaar met de verontschuldiging die hij in 2010 aan misbruikte Ieren heeft gemaakt.” Daartoe is hij persoonlijk naar Canada gekomen.

Wat is vandaag de dag de relatie tussen de katholieke Kerk in Canada en de First Nations?

De betrekkingen tussen de volkeren van de First Nation en de katholieke Kerk in Canada dragen de last van een ingewikkelde geschiedenis, waar men nog steeds mee worstelt. De kolonisatie en het door de regering gefinancierde systeem van kostscholen hebben de First Nations-volkeren [de vroegst bekende bewoners] achtergelaten met een erfenis van marginalisatie. Daarbij werden hun talen, culturen, tradities en spiritualiteit onderdrukt. De katholieke betrokkenheid bij dit systeem, en de golven van leed die zovele inheemse volkeren hebben doorgemaakt, waaronder lichamelijk, cultureel, geestelijk en seksueel misbruik, hebben diepe wonden en trauma’s achtergelaten. Er is veel waarvoor de katholieke Kerk, de Canadese regering en de samenleving verantwoordelijk zijn.

De werkelijkheid verschilt sterk in het hele land. In Saskatchewan, waar veel door katholieken beheerde scholen waren, moet die geschiedenis op een directe manier aan de orde worden gesteld.

Men heeft ons gezegd te horen wat de First Nations te zeggen hebben. Waar moeten wij naar luisteren?

Wij worden opgeroepen om te luisteren naar het leed dat de volkeren van de eerste generatie, de Inuit en de Metis hebben ondervonden. En wij worden verzocht de geschiedenis vanuit hun gezichtspunt te bekijken. Wij worden opgeroepen om te kijken naar het systematische onrecht dat de inheemse volkeren nog steeds ondergaan, zoals blijkt uit de armoede, de toegang tot gezondheidszorg en onderwijs, en de landrechten. Ons wordt gevraagd de gevolgen te zien van het intergenerationele trauma, dat tot uiting komt in hoge percentages opsluitingen, verslaving en zelfmoord, en steun te verlenen aan inspanningen om onderliggende problemen aan te pakken.

Wij worden opgeroepen inspanningen te steunen om de inheemse taal, cultuur en spiritualiteit te versterken of te herstellen. Wij worden uitgenodigd om de schoonheid en wijsheid te erkennen van de inheemse manieren om de schepping te zien en er zorg voor te dragen. Samen optrekken betekent luisteren, zodat wij vrienden en bondgenoten kunnen zijn bij het scheppen van een betere toekomst voor de volkeren van de First Nations, de Inuit en de Metis, en voor allen die op dit land wonen.

Vorig jaar zijn veel kerken en katholieke gebouwen platgebrand of vernield. Waarom is dit gebeurd? En waarom heeft de Kerk in Canada niet zo krachtig gereageerd als sommigen hadden gewild bij het veroordelen van deze misdaden?

Vorig jaar heeft men met grondradar op de terreinen van de vroegere kostscholen mogelijk ongemarkeerde graven ontdekt. Dat ontketende een reactie van woede, frustratie en trauma. In zekere zin vestigde dit op dramatische wijze de aandacht op alles wat via het proces van Waarheid en Verzoening werd gedeeld. Op sommige plaatsen leidde de woede tot geweld en vernielingen, waaronder het verbranden van kerken. Vele daarvan waren gebouwd door en werden verzorgd door plaatselijke inheemse parochianen.

Velen spraken hun ontzetting uit over de brandstichtingen van kerken. Maar er werd ook erkend dat er een reden is voor die woede en dat wij iets moeten doen aan het onrecht dat de inheemse volkeren hebben ondervonden en nog steeds ondervinden.

Wat heeft u geleerd van uw ervaring met verzoening met inheemse volkeren? 

Als bisschop, wandelend met inheemse volkeren, met overlevenden van de kostscholen, en ook met slachtoffers van seksueel misbruik door geestelijken, merk ik dat ik meer resoneer met wat Paus Franciscus noemt “de wonden helen.” Dat was een centraal onderdeel van Jezus’ bediening en het is een centraal onderdeel van de mijne geworden.

Het is een enorm voorrecht geweest om te werken met overlevenden van tehuizen en met slachtoffers van seksueel misbruik door geestelijken. Degenen met wie ik heb mogen omgaan, zijn prachtige mensen met vele gaven, die veel wijsheid in zich dragen over hoe wij naar genezing moeten streven, en hoe wij als christelijke gemeenschap moeten veranderen. Ik geloof dat de Heilige Geest werkelijk bij dit werk betrokken is.

Wat moet de volgende stap zijn na het bezoek?

Het eindrapport van de Waarheids- en Verzoeningscommissie heeft duidelijk gemaakt dat verontschuldigingen geen eindpunt zijn, maar een beginpunt voor verdere acties. Er zijn gesprekken begonnen over wat er gebeurt na “de dag na de verontschuldiging” van Paus Franciscus op Canadese bodem.

Ten eerste is er de wens om te komen tot een dieper begrip van de geschiedenis van de inheemse volkeren en hun relatie met de Kerk. Dat houdt in dat wij gemeenschappen moeten steunen bij het vertellen van hun verhaal, met inbegrip van de ervaring van de kostscholen. Het houdt ook in dat wij onze verontschuldigingen moeten blijven aanbieden als wij iets vernemen over wandaden, en dat wij de gemeenschappen van de eerste Naties moeten begeleiden bij hun genezing.

Ten tweede wordt ons gevraagd de inherente rechten van de inheemse volkeren, die hun door de Schepper gegeven zijn, te steunen. Erkenning van deze rechten is in de geest van de sociale leer van de Kerk.

Ten derde wordt ons gevraagd de inheemse volkeren te steunen in hun pogingen om hun taal, cultuur en tradities terug te winnen of te versterken.

Ten vierde – en dit is iets wat Paus Franciscus zeer na aan het hart ligt – wordt ons gevraagd de inheemse wijsheid met betrekking tot de schepping en de geschapen wereld te respecteren en te steunen. Inheemse spirituele tradities zien ieder mens als verbonden met de aarde, met alle andere schepselen, en met alle andere mensen, zij die ons zijn voorgegaan en zij die nog zullen komen. Wij mogen geen beslissingen nemen zonder rekening te houden met de gevolgen voor de volgende zeven generaties. Dit begrip van de schepping heeft ons zoveel te leren.