Christelijke leiders in Syrië berichten bezorgd dat – ondanks de afname van geweld – steeds meer Syriërs het moeilijk hebben. Vooral dagloners, ambachtslieden en kleine ondernemers zijn afhankelijk van dagelijkse inkomsten om te overleven. “Winkels die levensmiddelen verkopen, apotheken en bakkerijen zijn geopend. Maar alle scholen, universiteiten, fabrieken en werkplaatsen zijn gesloten en er geldt nog steeds een avondklok van zes uur ’s avonds tot zes uur ’s ochtends”, aldus Nabil Antaki uit Aleppo.
“Stop sancties”
Volgens de christelijke arts verergert de situatie doordat de Coronapandemie het werk van charitatieve instellingen vertraagt. Christelijke leiders roepen de internationale gemeenschap op om met de sancties te stoppen en het lijden van de bevolking te verzachten. Volgens de Maronitische aartsbisschop van Damascus hebben ze het land in een “diepe put gestort.” De apostolisch vicaris van Aleppo beschouwt de sancties zelfs als een “misdaad die de mensen verplettert”, terwijl arts Antaki ze als een obstakel beschouwt in de strijd tegen het coronavirus.
Positief is dat er binnenkort tien beademingsapparaten worden geleverd die paus Franciscus vorige maand aan de drie katholieke medische voorzieningen van het land schonk via de Congregatie voor Oosterse Kerken. De paus riep in zijn paasboodschap op tot versoepeling van sancties, zonder Syrië en Iran te noemen.
Pater Ibrahim Alsabagh, van de Latijnse parochie in Aleppo, sprak tijdens een door Pro Terra Sancta georganiseerde videoconferentie over de situatie. “Het leven is op dit moment moeilijk. Het coronavirus heeft Syrië bereikt.” Volgens autoriteiten zijn 47 mensen besmet, waarvan 27 mensen genezen en drie gestorven zijn. “De officiële cijfers zijn echter niet geverifieerd, er is strenge censuur over de pandemie en niemand durft de propaganda tegen te spreken”, vertelde een anonieme bron aan AsiaNews.
“Huidige situatie erger”
Voor de meeste mensen is de situatie alleen maar erger geworden. “De kosten van levensonderhoud zijn omhooggeschoten”, legt pater Ibrahim uit. “Een overheidsmedewerker, wiens salaris ooit voldoende was voor een stabiel en waardig inkomen voor het gezin, kan vandaag de dag niet eens voor een maand brood en uien kopen. De mensen kloppen op de deuren van het klooster om hulp te vragen. Het grootste probleem is de honger. Iedereen is het erover eens dat de huidige situatie erger is dan toen de stad gebombardeerd werd.”
Bron: AsiaNews