De steun, afkomstig van particulieren wereldwijd, helpt de plaatselijke christelijke gemeenschappen om het hoofd te bieden aan de steeds lastigere omstandigheden in beide landen. Een groot deel gaat naar bouw en herstel, onderwijs en religieuze vorming, maar ook naar bijdragen in de huur, levensmiddelen en medische hulp. Zonder de programma’s is er een groot risico dat Christenen de regio voorgoed verlaten.
Verlaten geboorteland
Syrië is nog steeds verwikkeld in een tien jaar durende burgeroorlog en Libanon worstelt met een extreme financiële, sociale en politieke crisis, nog verergerd door de ontploffing van de haven van Beiroet in 2020 en de recente heropleving van de spanningen tussen verschillende etnische en religieuze groepen. Veel Christenen zijn daardoor geneigd hun geboorteland te verlaten, net als honderdduizenden al hebben gedaan.
In een recent interview met Kerk in Nood verklaarde patriarch Jospeh Younan III, van de Syrisch-Katholieke Kerk, duidelijk dat als de situatie niet radicaal verbetert, de aanwezigheid van Christenen in de regio spoedig zou kunnen eindigen. “Wij zijn zeer, zeer bang dat als deze crisis voortduurt, dit binnen enkele jaren het einde zal betekenen van de Christenen in Libanon en in het gehele nabije Oosten. Als christenen vertrekken, zoals in Irak, Syrië en Turkije is gebeurd, komen ze normaal gesproken niet meer terug.”
Om dit tragische scenario te helpen afwenden, heeft Kerk in Nood een aantal nieuwe projecten goedgekeurd die Christenen in zowel Syrië als Libanon de directe hulp bieden in hun dagelijks leven en hen weer perspectief biedt om in hun landen te blijven.
Minder dan één dollar per dag
In Syrië, waar veel Christenen moeten leven van minder dan één dollar per dag, helpt Kerk in Nood met de financiering van maaltijdprogramma’s voor bejaarden, brandstof voor de verwarming van een studentenhuis voor jonge vrouwelijke studenten, medicijnen en levensonderhoud voor gezinnen, en vele andere initiatieven.
Een speciaal project is gericht op het geven van hulp aan jonge pasgetrouwde stellen, een behoefte die projectmanager Regina Lynch opmerkte na een recent bezoek aan Syrië. “Veel jonge mensen trouwen niet omdat ze het zich niet kunnen veroorloven om samen een huishouden te beginnen. Het is een situatie die ook de bisschoppen zorgen baart. We zijn bezig met een project in Aleppo, dat echtparen zal voorzien in de basisbehoeften om zich te vestigen of om de huur van een flat voor twee jaar te betalen.”
Rijke schakering van christelijke tradities
De situatie in Libanon heeft ertoe geleid dat Kerk in Nood de hulp aan het land sinds augustus 2020, toen Beiroet werd getroffen door een zware explosie, heeft verhoogd. Waar voorheen de meeste financiering gericht was op het ondersteunen van Syrische vluchtelingen, zijn het nu de Libanese gemeenschappen zelf die hulp nodig hebben. Projecten in Libanon omvatten voedselpakketten voor gezinnen in nood, bijdragen in de stookkosten om de strenge winter door te komen en Misintenties om de geestelijkheid te ondersteunen.
De Christenen in Libanon en in Syrië behoren tot verschillende gemeenschappen en denominaties. Naast verschillende katholieke ritussen zijn er ook een verscheidenheid aan orthodoxe kerken. De oecumenische betrekkingen zijn over het algemeen goed en de meeste projecten komen ten goede aan Christenen van alle denominaties. Een deel van de financiering gaat rechtstreeks naar de Grieks-orthodoxe en de Syrisch-orthodoxe, evenals de Armeens-apostolische kerk, allemaal in Aleppo, die hun aanvragen goedgekeurd zagen.
“Paus Franciscus heeft vaak gesproken over een oecumene van bloed. Geconfronteerd met zoveel moeilijkheden en vervolgingen, lijken de doctrinaire en theologische verschillen tussen deze gemeenschappen bijna irrelevant in vergelijking met het gedeelde getuigenis van liefde voor Christus en voor een blijvende christelijke aanwezigheid. Wij zijn erg blij dat wij onze Grieks-orthodoxe en Armeens-apostolische broeders en zusters in Aleppo kunnen helpen door enkele van hun projecten te financieren en zo de rijke schakering van christelijke tradities in Syrië te helpen behouden”, aldus Thomas Heine-Geldern, uitvoerend voorzitter van ACN.
Bijna 1,5 miljoen euro van het totaalbedrag voor beide landen gaat naar restauratie- en bouwprojecten. Daarmee worden onder meer gemeenschappen, scholen en religieuze ordes voorzien van de materiële voorwaarden om hun missies te kunnen uitvoeren. Ongeveer 1,1 miljoen euro is bestemd voor onderwijsprojecten, als erkenning van het belang van zowel regulier onderwijs als onderwijs in het geloof voor zowel jonge als volwassen Christenen.
Dreiging relikwie te worden
“Kerk in Nood is al enkele jaren sterk betrokken bij deze regio. Hoewel we onze invloed niet kunnen aanwenden om vrede of stabiliteit af te dwingen, kunnen we het geld dat onze weldoeners ons gul geven wel gebruiken om de voorwaarden te helpen scheppen om de christelijke aanwezigheid in dit deel van het Midden-Oosten levend te houden. Christenen leven al 2000 jaar in deze gebieden, maar als wij nu niet helpen, kan hun erfgoed niet meer dan een relikwie worden”, aldus Thomas Heine-Geldern.
Nog niet lang geleden vormden Christenen een meerderheid van de bevolking in Libanon en ongeveer 10% in Syrië. Jaren van instabiliteit hebben er echter toe geleid dat velen zijn vertrokken op zoek naar vrede, vrijheid en betere economische omstandigheden in het westen of in de Golfstaten.