“De restauratie en heropening van de kathedraal heeft zowel een symbolische als een praktische betekenis”, verklaart de Maronitische aartsbisschop Joseph Tobij van Aleppo in een interview met Kerk in Nood (ACN). “In symbolische zin is het een boodschap aan de parochianen en Christenen van Aleppo en van de wereld dat we ondanks ons afnemende aantal nog steeds in dit land zijn. Het herstel van de kathedraal is daarvan het bewijs.”
Raketaanvallen
De kathedraal van Sint-Elia, in de buitenwijk Al Jdeydeh van Aleppo, heeft een lange geschiedenis. Het huidige gebouw is gebouwd in 1873 en gerenoveerd in 1914. Het verving de oorspronkelijke kleine vijftiende-eeuwse kerk die op dezelfde locatie is gebouwd. Tijdens de Syrische burgeroorlog, tussen 2012 en 2016, ondervond de kathedraal schade door drie intensieve raketaanvallen en talloze minder ernstige aanvallen. De ergste schade vond echter plaats in 2013 toen de jihadistische rebellen de wijk van de stad binnendrongen en alle tekenen van het christendom probeerden te vernietigen.
Na vier jaar in puin te hebben gelegen, kon de kathedraal met Kerstmis 2016, toen dit deel van de stad was bevrijd van de rebellen, eindelijk zijn deuren weer openen. “We besloten een boodschap van hoop te sturen dat de Zoon van God geïncarneerd was en dat Hij nog steeds bij ons is. En dat Hij ons vergezelt in onze zorgen en pijnen en ze met ons meedraagt, zodat ze veranderen in een leven van hoop, geloof, liefde en dus een leven van heiligheid”, legt aartsbisschop Tobji uit. “Het moment tijdens de Mis toen het kind Jezus in de kribbe werd geplaatst, gemaakt van de ruïnes van het ingestorte dak, was zeer ontroerend. Samen met de mensen die de dienst bijwoonden, huilde en lachte ik tegelijkertijd. Iedereen klapte en juichen van vreugde.”
Tweederde Christenen vertrokken
De Christenen in Syrië leden enorm onder de burgeroorlog. Van de 1,5 miljoen christenen die vóór de oorlog in het land woonden, blijft naar schatting nog maar een derde over. De cijfers voor Aleppo zelf zijn vergelijkbaar: volgens bronnen van Kerk in Nood waren er vóór de oorlog ongeveer 180.000 Christenen in de stad. Er wonen nu naar schatting niet meer dan 30.000. De kathedraal bedient de maronitische katholieke gemeenschap die, hoewel niet de talrijkste in de stad, toch belangrijke sociale en humanitaire hulp voor het hele volk bieden. “Ons verlangen om te blijven is een ‘missie’, niet alleen omdat we hier zijn geboren of omdat we verplicht zijn om, tegen onze wil, hier te blijven. Wij Maronieten hebben geen andere plaats dan deze kathedraal. De beslissing om deze te restaureren lag voor de hand, zoals een familie het huis dat ons samenbrengt wil renoveren”, legt de aartsbisschop uit.
Thomas Heine-Geldern, uitvoerend president van Kerk in Nood International, stuurde vanwege de coronaviruspandemie een videoboodschap naar de mensen in Aleppo. “Ik ben bedroefd dat ik u niet kan vergezellen op deze dag van vreugde. Kerk in Nood is in de meest zware tijden met u geweest en het zou geweldig zijn geweest als we vandaag samen hadden kunnen vieren. Helaas laten de omstandigheden dit niet toe. We zien echter de kathedraal van Sint Elia en het is een wonder. Het is prachtig om het te zien schitteren in zijn vroegere pracht. Ik hoop dat het opnieuw het centrum van de hele christelijke gemeenschap zal worden, zoals het was voor deze vreselijke oorlog.”
Tussen 2011 en 2019 ondersteunde ACN International 900 projecten binnen Syrië voor een totale waarde van 38 miljoen euro. De donateurs van de pauselijke stichting hebben het grootste deel van de financiering voor de restauratie van de kathedraal verstrekt. Momenteel financiert Kerk in Nood nog steeds meer dan 100 kleinere en grotere projecten in het land.