Kardinaal Ortega ‘Stem Cubaanse armen’ overleden

maandag, 29 juli 2019
Persoonlijk verhaal
Een trotse Cubaan die aandrong op meer vrijheid voor zijn Kerk en zich sterk maakte voor de opheffing van het VS-embargo. Kardinaal Jaime Ortega Alamino, emeritus aartsbisschop van Havana, is vrijdag op 82-jarige leeftijd overleden.

Ortega stond bijna 35 jaar aan het roer van het aartsbisdom van Havana. Binnen deze functie ontwikkelde de kardinaal zich tot prominente woordvoerder van Cubaanse katholieken over nationale en internationale kwesties. Maar Ortega wijdde ook veel van zijn energie aan het ondersteunen van de katholieken op Cuba. Hij moedigde ze aan om missionarissen te worden voor hun buurtgenoten. Ortega bracht acht maanden van zijn leven door in een werkkamp van de communistische regering (1966-1967). Later verwelkomde hij in 1998 als kardinaal de heilige Johannes Paulus II op Cuba, paus Benedictus XVI in maart 2012 en paus Franciscus in september 2015.

Embargo
Kardinaal Ortega maakte van elke gelegenheid gebruik om de Amerikaanse regering er toe over te brengen om een ​​einde te maken aan de economische blokkade van zijn land. Zijn oproepen waren een weerklank van het standpunt van de drie pausen over de kwestie. Het embargo zou volgens hen talloze mensen in armoede houden en weinig effect hebben op de Cubaanse regering, die daarmee werd verzocht om vrijheden en mensenrechten uit te breiden. In 2014, toen duidelijk werd dat de Amerikaanse president Barack Obama misschien bereid was het embargo af te zwakken, gaf paus Franciscus twee brieven aan kardinaal Ortega, waarin hij hem vroeg om de ene aan Raul Castro en de andere aan Obama te bezorgen. “Het was een manier om ze in contact te brengen”, vertelde kardinaal Ortega aan de Irish Times. “Dat was de wens van de Heilige Vader. Mensen moeten communiceren. Hij was geen bemiddelaar tussen twee naties of tussen twee regeringen, maar hij wilde de twee presidenten in contact brengen”.

Godsdienstvrijheid
Als publiek figuur besteedde kardinaal Ortega ook veel energie aan het onder druk zetten van zijn regering om de katholieke Kerk in Cuba een publieke stem te geven en de armen te helpen. Tijdens een bezoek aan het Amerikaanse Baltimore in 1997, zei de kardinaal dat Cubaanse katholieken vrij waren om de mis bij te wonen, maar dat godsdienstvrijheid nog ver te zoeken was. “Er zijn drie vrijheden: aanbidding, godsdienstonderwijs en dienstbetoon. Wanneer we alle drie de vrijheden hebben, is er sprake van vrijheid van godsdienst.” Maar in Cuba “hebben we er maar één”, aldus Ortega.

Echte religieuze vrijheid zou voor Cubaanse katholieken betekenen dat zijn de mogelijkheid moesten hebben om via radio of televisie met mensen te communiceren over hun geloof, katholieke scholen op te richten of religie te onderwijzen op openbare scholen. Daarnaast zou de Kerk het recht moeten hebben om ziekenhuizen te runnen, betoogde de kardinaal.

Evangelisatie
De beperkte toegang van de katholieke Kerk tot het publieke domein, was echter geen belemmering voor de missionaire ijver van kardinaal Ortega. Hij was van mening dat het delen van het Evangelie iets was dat klein moest beginnen, door persoonlijk contact. Tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de Canadese bisschoppen in 2014, suggereerde de kardinaal dat ze zich misschien ook op dat niveau zouden moeten concentreren. Terwijl de kardinaal hard werkte om kerken in Havana te herstellen en te heropenen, moedigde hij ook de praktijk aan van gebedsbijeenkomsten in huizen. Beetje bij beetje verspreidde het evangelie zich, vertelde hij de Canadese bisschoppen. “Er zijn allerlei muren en slechte herinneringen uit het verleden die ook moeten worden afgebroken, en dat is de manier waarop we het doen,” aldus Ortega.

Dwangarbeid
De kardinaal werd in 1964 priester gewijd. Zijn eerste aanstelling als kapelaan in Cardenas, werd onderbroken in 1966 toen hij werd opgepakt en naar het agrarische dwangarbeiderskamp gestuurd, bekend onder de Spaanse afkorting UMAP. Kardinaal Ortega sprak zelden publiekelijk over de acht maanden dat hij in het kamp was. In een van de weinige interviews die hij daarover gaf, sprak hij over een “unieke levenservaring voor een priester”, die hem “te midden van de mensen” plaatste. “Vanuit menselijk perspectief was het misschien afschuwelijk” zei hij in gesprek met dagblad Giron. “Maar alles moet worden bekeken – zoals we alles in geloof bekijken – in het licht van God. Als God wilde dat dit zou gebeuren, wat zou hij daarmee hebben gewild?”

Kerkelijke loopbaan
Na zijn vrijlating keerde Ortega terug naar de parochie en werkte tegelijkertijd in verschillende parochies vanwege een ernstig tekort aan priesters op Cuba. Heilige Johannes Paulus II wijdde hem tot bisschop van Pinar del Rio in 1978 en tot aartsbisschop van Havana in 1981. Hij werd kardinaal in 1994.

Bron: CNS/Kerk in Nood