De katholieke hulporganisatie waarschuwt voor de groei van internationaal religieus terrorisme en op een alarmerende trend om religieuze gebouwen en symbolen aan te vallen om de aandacht te vestigen op andere legitieme sociale rechten en onrechtvaardigheidskwesties. "Het nieuws over geweld en intimidatie op basis van religie in landen als Pakistan, Nigeria of India blijft ons grote zorgen baren. Hoewel er vaak sociale en etnische motieven in het spel zijn, kunnen we onze ogen niet sluiten voor deze realiteit", stelt Thomas Heine-Geldern, uitvoerend voorzitter van Kerk in Nood internationaal.
Gevaar in Afrika
Heine-Geldern vestigt met name de aandacht op de dreigende gevaren voor het Afrikaanse continent, waar sprake is van een snelle verspreiding van islamitische militante groeperingen. Hij roept op tot een beter gecoördineerde en snellere reactie van internationale organisaties: “Hoe is het mogelijk dat er geen wereldwijde reactie is op de lange ongehoorde waarschuwingen van de islamitische staatsterreurcellen die in Mozambique actief zijn, met als meest recente resultaat de inname van de haven van Mocimboa da Praia in het noorden van het land op 12 augustus door een IS gelieerde clan? Wij herkennen in hun methoden dezelfde intentie om de culturele en religieuze pluraliteit van het land uit te bannen als in landen zoals Irak. Tot nu toe hebben meer dan 200.000 mensen moeten vluchten. Waar wachten we nog op?”
Gevolgen voor generaties
“De gevolgen van het internationale religieuze terrorisme zijn verwoestend, verhinderen de slachtoffers om hun fundamentele mensenrechten uit te oefenen en tasten hun stabiliteit en veiligheid aan, generaties lang nadat het onmiddellijke gevaar lijkt te zijn verdwenen. We hoeven alleen maar te kijken naar de christelijke en jezidische geloofsgroeperingen in Irak, die de afgelopen jaren verschrikkelijke vervolgingen hebben ondergaan en nog steeds in hun bestaan worden bedreigd. Alleen al de vervolging van de Iraakse Christenen heeft de bevolking van voor 2003 met 1,2 miljoen inwoners gedecimeerd tot minder dan 100.000 vandaag de dag.”
Maar het gaat niet alleen om de aanklacht; 22 augustus gaat ook om het herdenken en eren van de vergeten slachtoffers van religieuze vervolging. “Dit jaar herdenken we onder andere de seminarist Michael Nnadi, die op 1 februari in Nigeria werd vermoord. We herdenken Philippe Yarga, een catechist uit Pansi in Burkina Faso, die op 16 februari samen met 24 anderen werd vermoord. We herdenken Joseph Nadeem, een Pakistaanse Christen die op 29 juni stierf en die door een buurman werd vermoord, puur uit religieuze en sociale minachting. Maar we gedenken ook de slachtoffers van religieuze vervolging die nog steeds in leven zijn, vooral degenen die worden ontvoerd zoals zuster Gloria Narvaez in Mali of het jonge meisje Leah Sharibu in Nigeria”, aldus Heine-Geldern.
Nieuwe trend
“Helaas zien we een nieuwe en verontrustende trend in veel landen, waar religieuze gebouwen en symbolen worden aangevallen en vernietigd om de aandacht te vestigen op andere legitieme sociale rechten en onrechtvaardigheden”, aldus Heine-Geldern. Als voorbeeld noemt hij het geval van Chili, waar tijdens de sociale en politieke opstanden in eind 2019 zeker 57 christelijke kerken en gebedshuizen werden aangevallen en in brand gestoken. In de Verenigde Staten werden tot 16 juli zelfs meer dan 60 aanvallen op katholieke kerken geregistreerd als gevolg van protesten tegen rassendiscriminatie. “Het is niet rechtvaardig om de aandacht te vestigen op geldige sociale, raciale of economische onrechtvaardigheden door het geloof en de overtuigingen van anderen aan te vallen. Ongecontroleerde haat tegen religieuze groeperingen leidt tot geweld en vernietiging en moet publiekelijk worden afgewezen. Geweld is nooit een oplossing en regeringen hebben de plicht om de slachtoffers te beschermen en de geweldplegers te vervolgen.”
Interreligieuze dialoog
De uitvoerend president van Kerk in Nood benadrukt ook het vitale belang van een interreligieuze dialoog om religieus fanatisme te voorkomen. “Religieuze leiders moeten een cruciale rol spelen in de natievorming, gericht op vrede en gerechtigheid. We moeten een einde maken aan sociale vooroordelen en door middel van dialoog een einde maken aan de angsten van degenen die anders zijn. Als liefdadigheidsinstelling werken we samen met diverse projectpartners aan deze intentie, terwijl we tegelijkertijd proberen de internationale instellingen en organisaties eraan te herinneren dat het hun plicht is om het fundamentele recht op vrijheid van godsdienst te waarborgen.”
"De Internationale Dag ter Herdenking van de Slachtoffers van Geweldsdelicten vanwege Religie is een mijlpaal in de goede richting, maar we moeten erkennen dat de situatie wereldwijd niet verbetert. We moedigen de Verenigde Naties aan om verdere stappen te ondernemen om haatdelicten en op religie gebaseerd geweld te bestrijden. We zouden het toejuichen als we volgend jaar minder slachtoffers zouden herdenken.”