Xavier Bisits, hoofd projecten in Syrië, benadrukte dat de hulp essentieel is voor christelijke gezinnen, nu het land nog steeds herstellende is van de oorlog en 90 procent van de mensen in het land onder de armoedegrens leeft. “De kerk is vaak de enige bron van hulp voor christenen. Zij zeggen dat ze niet worden geholpen door de Verenigde Naties of andere internationale ngo’s.”
Hij voegde eraan toe dat de kerken in de tussentijd hun steun voortzetten voor degenen die nergens anders heen kunnen: “Er zijn nog minstens duizend mensen in door de Kerk beheerde schuilplaatsen en in parochiezalen. Dat aantal neemt echter af omdat zij bij familieleden intrekken, of omdat ingenieurs hun huizen hebben bezocht en deze veilig hebben verklaard.”
Het oecumenische Gemengd Comité van Christelijke Kerken in Lattakia – bestaande uit Grieks-Orthodoxe, Syrisch-Orthodoxe, Armeens-Apostolische en Presbyteriaanse Kerken en de Katholieke Kerken – ontvangt van Kerk in Nood (ACN) 250.000 euro om meer dan 250 huizen te herstellen die door de natuurramp zijn beschadigd. Meer dan 100 gebouwen zijn er ingestort na de beving van 6 februari, en het aantal gebouwen dat enige schade heeft geleden wordt geschat op meer dan 17.500.
Om de 800 christelijke gezinnen die rechtstreeks door de aardbeving zijn getroffen te helpen, hebben de kerken de beschadigde huizen in drie categorieën verdeeld:
- Woningen die grote reparaties nodig hebben – bijna alle gezinnen in deze groep wonen in opvangcentra of tijdelijke huisvesting.
- Woningen die aanzienlijk renovatie nodig hebben.
- Woningen die structureel gezond zijn, maar kleine reparaties of renovatie nodig hebben.
De hulp van Kerk in Nood (ACN) gaat naar flats en huizen in de eerste twee groepen.
In Aleppo, waar de kerken ook hun deuren openden voor wie door de aardbeving dakloos is, geldt een soortgelijke regeling. Onder auspiciën van de bisschoppenraad van Aleppo is een commissie van ingenieurs verantwoordelijk voor de beoordeling van alle beschadigde huizen. Bisits: “Ik ben onder de indruk van de manier waarop de Kerken samenwerken om de fondsen goed te beheren”.
Hij geeft toe dat de wederopbouw van huizen voor Kerk in Nood (ACN) een ongebruikelijk project is, maar dat de behoeften van de lokale gemeenschap het dringend noodzakelijk maakten: “De situatie van Christenen in het Midden-Oosten is zo moeilijk, vooral gezien de omvang van de emigratie. Het Christendom verdwijnt als zij vertrekken. In een situatie van grote nood, zoals deze, is het daarom belangrijk om praktische hulp te bieden. Daarnaast blijven we pastorale en geestelijke projecten steunen.”