fbpx

“Geloof is de kostbaarste schat die wij hebben”

maandag, 05 september 2022
Nieuws
De dag waarop de dood van de heilige Teresa van Calcutta wordt herdacht, 5 september, is ook de Internationale Dag van de Naastenliefde. Deze dag is door de Verenigde Naties uitgeroepen om de aandacht te vestigen op de helpers en op de hulp die wordt verleend om de ontberingen waarmee de mensheid te kampen heeft te verzachten. Een interview door Volker Niggewöhner met pater Martin Barta, internationaal geestelijk assistent van Kerk in Nood (ACN), over de aandachtsgebieden van de stichting bij dit werk.
OLYMPUS DIGITAL CAMERA

ACN: Pater Martin, waarom is het soms gemakkelijker om steun te werven voor hulpacties in de sector van de sociale voorzieningen – ook binnen de diensten die de Kerk aanbiedt – dan voor noodsituaties op het gebied van pastorale zorg?

Pater Martin Barta: Wij zien de mens vaak alleen als een stoffelijke, culturele, sociale of economische entiteit, maar niet als een geestelijk wezen. Er is een gebrek aan besef dat mannen en vrouwen door God en voor God geschapen zijn. Een holistische opvatting van de mensheid ontbreekt.

Kunt u ons concrete voorbeelden geven van hoe deze benadering wordt gehanteerd in het projectwerk van ACN? Wat moet een projectaanvraag bevatten opdat het door Kerk in Nood wordt goedgekeurd?

De zorg voor de mens, zowel voor zijn lichamelijk als geestelijk welzijn, moet de kern van een project zijn. In het Evangelie staat geschreven: “De mensheid zal van brood alleen niet leven, maar van elk woord, dat uit de mond Gods uitgaat.” (Matth. 4:4). Het geestelijke, het goddelijke, zijn de eerste rijkdommen van de mensheid. Men kan niet eerst de sociaal-economische problemen oplossen en dan pas beginnen met de mensen te benaderen over het geestelijke. Menselijke, economische en sociale ontwikkeling moeten samengaan met de groei van het geloof en van het Koninkrijk van God.

Kerk in Nood eist over het algemeen dat projectaanvragen ingediend worden met een aanbeveling van de bisschop in de betreffende regio. Waarom is dit zo belangrijk voor u?

Voor ons is de aanbeveling van een bisschop als een zegel van goedkeuring dat garandeert dat het project in de geest van de Kerk ontwikkeld en gerealiseerd zal worden. Het gaat er niet alleen om wat er gedaan zal worden, maar ook hoe het gedaan zal worden. De mensen moeten voelen dat wat zij ontvangen hebben, voortkomt uit een hart dat iets van zichzelf aan anderen wil geven. Niet alleen omdat wij hen op sociaal en menselijk gebied willen bevorderen, maar ook omdat wij hen steunen als broeders en zusters in het geloof in Gods liefde. Een project moet niet alleen zijn aardse doel vervullen, maar ook het geloof verdiepen en de horizon verbreden om het goddelijke te omhelzen.

Kerk in Nood heeft zeer uiteenlopende aandachtsgebieden. De liefdadigheidsinstelling bevordert onder andere de opleiding en scholing van geestelijken en leken, steunt religieuze ordes, geeft pastorale begeleiding aan gezinnen en hulp aan vluchtelingen, schenkt voertuigen en houdt zich bezig met mediacommunicatie. Bovendien heeft ACN zich sterk ingezet voor de opbouw van kerken. Er gaan vaak stemmen op om meer te investeren in “levende stenen” dan in gebouwen. Waarom is de bouw van kerken en kapellen zo belangrijk voor Kerk in Nood?

Het is belangrijk om in “levende stenen” te investeren, omdat de mens de eerste tempel van de Heilige Geest is. Kerkgebouwen zijn echter geen “dode stenen”. Men vergeet vaak dat God ook een woning voor Zichzelf gebouwd heeft hier op aarde. Het symbool van een tent wordt zelfs in het Oude Testament gebruikt om de aanwezigheid van God in deze wereld voor te stellen. Daarom is een kerk niet in de eerste plaats een initiatief van mensen, maar van God, die tot ons komt en onder ons woont. En daarom is de kerk eerst en vooral een huis van God. Het is een levend huis, met levende stenen, want het tabernakel is het kloppend hart van de kerk. De kerk is de plaats waar de mensen God ontmoeten. En dat is wat een kerk uniek maakt en anders dan alle andere gebouwen.

Begrijpen de gelovigen in armere landen dit beter dan wij die in het welvarende Europa wonen?

Ik zou zeggen dat men over het algemeen een levendiger geloof aantreft in armere landen. De mensen gaan naar de kerk omdat zij weten dat God daar is. Dat blijkt vaak uit uiterlijke dingen, zoals wanneer de mensen er alles aan doen om ervoor te zorgen dat de kerk mooi versierd is, en dat de Mis een echte viering is – en dat ondanks hun armoede. Er is ook een sterk gemeenschapsgevoel. In deze eenheid van geloof is het voelbaar dat wij als één aan de Heer toebehoren. Het woord “kerk” stamt af van het Griekse woord Kyriakos, dat “aan de Heer toebehoren” betekent. Wij behoren de Heer toe: dat is de betekenis van kerk.

Welke projecten krijgen prioriteit bij ACN?

De hoogste prioriteit wordt gegeven aan landen waar Christenen rechtstreeks vervolgd worden of gediscrimineerd worden, waar zij hun leven riskeren om openlijk hun geloof te belijden. De meest dringende behoefte van deze mensen is bestaanshulp, want dat is het enige wat hen in staat stelt in hun land te blijven en van het Evangelie te getuigen. Dit zijn de landen waar u de mooiste getuigen van het geloof zult vinden.

Dit doet mij denken aan een voorval waarover een Iraakse priester mij vertelde. Na een aanval van Islamitische Staat op dorpen op de vlakte van Nineveh, die de daar wonende Christenen dwong om in het donker van de nacht hun toevlucht te zoeken in een vluchtelingenkamp, vroeg een jongetje aan zijn grootmoeder: “Wij hebben alles verloren. Waarom heeft God dit laten gebeuren?” De grootmoeder antwoordde hem: “Mijn jongen, wat zeg je nu? Wij hebben alles verloren, maar wij hebben het grootst denkbare kunnen behouden: ons geloof in God. Geloof is de kostbaarste schat die wij hebben.”